Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 7 januari 2011, nr. DJZ/BR/0663-10, houdende beperkende maatregelen ten aanzien van Eritrea

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën en de Minister van Economische Zaken;

Gelet op Verordening (EU) nr. 667/2010 van de Raad van de Europese Unie van 26 juli 2010 inzake beperkende maatregelen ten aanzien van Eritrea (Pb EU L 195);

Gelet op Besluit 2010/127/GBVB van de Raad van de Europese Unie van 1 maart 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen Eritrea (Pb EG L 51);

Gelet op artikel 2, tweede lid, en artikel 3 van de Sanctiewet 1977,

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Het is verboden te handelen in strijd met de artikelen 2, 3, 4, 8 en 10 van Verordening (EU) nr. 667/2010 van de Raad van de Europese Unie van 26 juli 2010 inzake beperkende maatregelen ten aanzien van Eritrea (Pb EU L 195).

  • 2. Een verbod, als bedoeld in artikel 4, geldt niet indien artikel 5, 6 of 7 van Verordening (EU) nr. 667/2010 van toepassing is.

Artikel 2

  • 1. Het is verboden om militaire goederen, alsmede militaire technologie, aangewezen in de Uitvoeringsregeling strategische goederen dan wel bedoeld in artikel 2 van de Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 7 december 2006 houdende strafbaarstelling ongeoorloofde overdracht programmatuur en technologie van strategische goederen door middel van elektronische media, faxapparaten of telefoon, dan wel onderdelen daarvan, direct of indirect te verkopen, te leveren, over te dragen aan, door of uit te voeren naar entiteiten of personen in Eritrea of voor gebruik in Eritrea, ongeacht of de goederen oorspronkelijk afkomstig zijn uit de lidstaten van de Europese Unie.

  • 2. Het is verboden om militaire goederen, alsmede militaire technologie, aangewezen in de Uitvoeringsregeling strategische goederen dan wel bedoeld in artikel 2 van de Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 7 december 2006 houdende strafbaarstelling ongeoorloofde overdracht programmatuur en technologie van strategische goederen door middel van elektronische media, faxapparaten of telefoon, dan wel onderdelen daarvan, direct of indirect te kopen, geleverd te krijgen of in te voeren vanuit Eritrea ongeacht of de goederen oorspronkelijk afkomstig zijn uit Eritrea.

Artikel 3

  • 1. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van Verordening (EU) nr. 667/2010 is de inspecteur, bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, onder c, van de Algemene Douanewet.

  • 2. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 7, tweede lid, van Verordening (EU) nr. 667/2010 is de Minister van Financiën.

  • 3. De bevoegde autoriteiten, bedoeld in de artikelen 5, 6 en 10, van Verordening (EU) nr. 667/2010 zijn, elk voor het gebied waartoe hun competentie zich op grond van dat lid uitstrekt:

    • de Minister van Economische Zaken;

    • de Minister van Financiën.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 5

Deze regeling wordt aangehaald als: Sanctieregeling Eritrea 2011.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

U. Rosenthal.

TOELICHTING

Algemeen

Vanwege de instabiele situatie in de regio, heeft de Raad op 1 maart 2010 Besluit 2010/127/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Eritrea vastgesteld ter uitvoering van Resolutie 1907(2009) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (hierna: de Veiligheidsraad). Tesamen met Verordening (EU) nr. 667/2010 van de Raad van de Europese Unie van 26 juli 2010 inzake beperkende maatregelen ten aanzien van Eritrea zijn de volgende beperkende maatregelen van toepassing:

  • een wapenembargo jegens Eritrea (artikel 1, eerste lid, van Besluit 2010/127/GBVB);

  • een verbod op het verstrekken van technische en financiële bijstand in verband met militaire activiteiten aan personen of entiteiten in Eritrea of voor gebruik in Eritrea (artikel 2 van Verordening (EU) nr.  667/2010);

  • een verbod op het verstrekken van technische en financiële bijstand in verband met militaire activiteiten aan de personen of entiteiten genoemd in bijlage I bij de verordening (artikel 8 van Verordening (EU) nr. 667/2010);

  • een verbod om de onder het wapenembargo vallende goederen vanuit Eritrea geleverd te krijgen (artikel 1, derde lid, van Besluit 2010/127/GBVB);

  • een verbod op het verkrijgen van technische en financiële bijstand vanuit Eritrea in verband met militaire activiteiten (artikel 2 van Verordening (EU) nr. 667/2010);

  • bevriezingsmaatregelen van tegoeden en economische middelen van in bijlage I bij de verordening aangewezen natuurlijke personen en entiteiten (artikel 4 van Verordening (EU) nr. 667/2010).

In artikel 3 van Verordening (EU) nr. 667/2010 is tevens een informatieplicht over vracht van en naar Eritrea. In geval de vracht per vliegtuig of schip vervoerd wordt, is aanvullende informatie ten aanzien van de goederen noodzakelijk.

De financiële en economisch beperkende maatregelen worden ingesteld tegen personen en entiteiten, waaronder politieke en militaire leiders van Eritrea, overheids- en semi-overheids entiteiten en entiteiten die particulier eigendom zijn van Eritrese onderdanen die het wapenembargo van Resolutie 1907(2009) van de Veiligheidsraad hebben geschonden, dan wel steun hebben verleend aan gewapende oppositiegroepen die de regio trachten te destabiliseren of de werkzaamheden van de door de Veiligheidsraad ingestelde Monitoring Group belemmeren. De Veiligheidsraad of het daartoe krachtens Resolutie 751(1992) en Resolutie 1907(2009) opgerichte Sanctiecomité dragen zorg voor plaatsing van de namen van vorenbedoelde personen en entiteiten op een lijst welke in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 667/2010 wordt overgenomen (artikel 12 van Verordening (EU) nr. 667/2010).

Met toestemming van de desbetreffende bevoegde autoriteit kunnen bevroren tegoeden worden vrijgegeven of kan het gebruik van economische middelen worden toegestaan met het oog op elementaire uitgaven, zoals de kosten voor basisbehoeften, kosten voor juridische bijstand, kosten bestemd voor het aanhouden van de tegoeden, alsmede voor buitengewone kosten. Voorts kunnen bijschrijvingen op bevroren rekeningen plaatsvinden, op voorwaarde dat de daarmee gemoeide bedragen zelf ook weer bevroren worden (artikel 5, 6 en 7 van Verordening (EU) nr. 667/2010).

Ten slotte vestigt de verordening de verplichting om informatie te verstrekken en medewerking te verlenen aan de bevoegde autoriteiten (artikel 10 van Verordening (EU) nr. 667/2010).

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

In dit artikel is de overtreding van de daarvoor in aanmerking komende bepalingen van Verordening (EU) nr. 667/2010 strafbaar gesteld. Voor een nadere toelichting zij verwezen naar het algemeen deel van deze toelichting.

Artikel 2

Dit artikel geeft uitvoering aan het wapenembargo jegens Eritrea. In het tweede lid is het verbod om vanuit Eritrea de onder het wapenembargo vallende goederen te verkrijgen, alsmede technische en financiële bijstand in verband met militaire activiteiten.

Artikel 3

In artikel 3 worden de instanties vermeld die als bevoegde autoriteit zijn aangewezen in Verordening (EG) nr. 667/2010. Voor nadere gegevens zij verwezen naar www.minbuza.nl/sancties.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

U. Rosenthal.

Naar boven