Beleidsregels actieve openbaarmaking door het CBP

Het College bescherming persoonsgegevens,

Gelet op artikel 8 Wet openbaarheid van bestuur;

In aanmerking nemende dat het College bescherming persoonsgegevens inzicht wenst te geven in zijn actieve openbaarmakingsbeleid met het oog op de hem in artikel 51 en 52 Wet bescherming persoonsgegevens opgedragen toezichthoudende en adviserende taken;

Stelt de gewijzigde Beleidsregels actieve openbaarmaking door het CBP vast en trekt de geldende Beleidsregels actieve openbaarmaking door het CBP in:

1. Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. Awb:

Algemene wet bestuursrecht;

b. (bedrijfs)vertrouwelijke gegevens:

gegevens zoals bedoeld in artikel 10, eerste lid, Wob;

c. bevindingen:

definitieve bevindingen van onderzoek door het CBP;

d. CBP:

College bescherming persoonsgegevens;

e. communicatiekanaal:

elk medium van informatie waaronder drukpers, radio, televisie, internet, bijeenkomsten en overige media;

f. handhavingsbesluiten:

besluiten van het CBP in het kader van artikel 61, vierde lid, 65 en 66 Wbp en overige uit de toepassing van deze artikelen voortvloeiende besluiten, waaronder besluiten omtrent invordering;

g. onderzoek:

ambtshalve onderzoek of onderzoek op verzoek van een belanghebbende zoals bedoeld in artikel 60, eerste lid, Wbp;

h. private zaken:

Onderzoeken die niet vallen onder de definitie van publieke zaken;

i. publieke zaken:

Onderzoeken betreffende (i) één of meer verantwoordelijken die orgaan zijn van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of een andere persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed en (ii) diensten van algemeen (economisch) belang waarbij specifieke overheidssturing aanwezig is;

j. toezichtbezoek:

onderzoek ter plaatse bij een verantwoordelijke om toe te zien op de verwerking van persoonsgegevens overeenkomstig het bij of krachtens de wet bepaalde;

k. verantwoordelijke:

verantwoordelijke zoals bedoeld in artikel 1, onder d, Wbp;

l. Wbp:

Wet bescherming persoonsgegevens;

m. Wob:

Wet openbaarheid van bestuur;

n. wetgevingsadvies:

advies zoals bedoeld in artikel 51, tweede lid, Wbp;

o. zienswijze:

zienswijze van het CBP ingenomen op verzoek van één of meer verantwoordelijken over nieuwe of onopgeloste vragen over de toepassing of uitleg van de Wbp, de Wet politiegegevens, de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens of andere wetgeving die in belangrijke mate betrekking heeft op de verwerking van persoonsgegevens.

2. Algemene uitgangspunten

  • 2.1Het CBP verschaft uit eigen beweging informatie over het beleid, de voorbereiding en uitvoering daaronder begrepen via de communicatiekanalen die het daartoe geraden acht met het oog op (i) transparantie over zijn beleid en de uitvoering daarvan, (ii) het afleggen van verantwoording over de wijze waarop het CBP van zijn bevoegdheden gebruik maakt en (iii) het effectueren van het beleid van het CBP.

  • 2.2Het verschaffen van informatie door het CBP blijft achterwege voor zover artikel 10 Wob zich daartegen verzet.

  • 2.3Namen van verantwoordelijken worden door het CBP niet aangemerkt als (bedrijfs)vertrouwelijke gegevens, tenzij het CBP op zwaarwichtige gronden anders beslist.

3. Bevindingen

  • 3.1Het CBP maakt bevindingen in publieke zaken openbaar via de communicatiekanalen die het daartoe geraden acht na vaststelling ervan, tenzij het CBP op zwaarwichtige gronden anders beslist.

  • 3.2Het CBP maakt bevindingen in private zaken openbaar via de communicatiekanalen die het daartoe geraden acht gelijktijdig met openbaarmaking van het handhavingsbesluit zoals bedoeld in artikel 4.1, tenzij het CBP op zwaarwichtige gronden anders beslist.

  • 3.3Indien het CBP tot openbaarmaking van bevindingen overgaat, gunt het de verantwoordelijke een termijn van tien kalenderdagen na toezending van de niet-openbare versie van de bevindingen om schriftelijk en gemotiveerd aan het CBP mede te delen welke onderdelen van de bevindingen hij als (bedrijfs)vertrouwelijk aanmerkt, tenzij het CBP de verantwoordelijke reeds in eerdere instantie in de gelegenheid heeft gesteld mede te delen welke gegevens hij als (bedrijfs)vertrouwelijk aanmerkt én het CBP oordeelt dat er sindsdien geen nieuwe informatie naar voren is gebracht die in aanmerking komt voor een reactie met betrekking tot de (bedrijfs)vertrouwelijkheid ervan.

  • 3.4Openbaarmaking zoals bedoeld in de artikelen 3.1 en 3.2 geschiedt niet eerder dan vijf kalenderdagen nadat de openbare versie van de bevindingen ter kennisgeving is toegezonden aan de verantwoordelijke.

  • 3.5De termijn van tien kalenderdagen zoals bedoeld in artikel 3.3 en de termijn van vijf kalenderdagen zoals bedoeld in artikel 3.4 vervallen indien de inhoud van de bevindingen buiten toedoen van het CBP reeds publiekelijk bekend is geworden, tenzij het CBP op zwaarwichtige gronden anders beslist.

4. Handhavingsbesluiten

  • 4.1Het CBP maakt handhavingsbesluiten openbaar via de communicatiekanalen die het daartoe geraden acht, tenzij het CBP op zwaarwichtige gronden anders beslist.

  • 4.2Indien het CBP tot openbaarmaking van een handhavingsbesluit overgaat, gunt het de verantwoordelijke en/of andere belanghebbenden tot wie het handhavingsbesluit is gericht een termijn van tien kalenderdagen na toezending of uitreiking van de niet-openbare versie van het handhavingsbesluit om schriftelijk en gemotiveerd aan het CBP mede te delen welke onderdelen van het besluit hij als (bedrijfs)vertrouwelijk aanmerkt, tenzij het CBP de verantwoordelijke en/of andere belanghebbenden tot wie het is gericht, reeds in eerdere instantie in de gelegenheid heeft gesteld mede te delen welke gegevens hij als (bedrijfs)vertrouwelijk aanmerkt én het CBP oordeelt dat er sindsdien geen nieuwe informatie naar voren is gebracht die in aanmerking komt voor een reactie met betrekking tot de (bedrijfs)vertrouwelijkheid ervan.

  • 4.3Openbaarmaking zoals bedoeld in artikel 4.1 geschiedt niet eerder dan vijf kalenderdagen nadat de openbare versie van het handhavingsbesluit ter kennisgeving is toegezonden aan de verantwoordelijke en/of andere belanghebbenden tot wie het handhavingsbesluit is gericht.

  • 4.4De termijn van tien kalenderdagen zoals bedoeld in artikel 4.2 en de termijn van vijf kalenderdagen zoals bedoeld in artikel 4.3 vervallen indien de inhoud van het handhavingsbesluit, buiten toedoen van het CBP reeds publiekelijk bekend is geworden, tenzij het CBP op zwaarwichtige gronden anders beslist.

5. Overige besluiten

  • 5.1Het CBP maakt besluiten die niet tot één of meer verantwoordelijken en/of andere belanghebbenden zijn gericht openbaar via de communicatiekanalen die het daartoe geraden acht.

  • 5.2Het CBP maakt besluiten op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 Awb van toepassing is, openbaar via de communicatiekanalen die het daartoe geraden acht, tenzij andere dan in artikel 2.1 genoemde belangen zich daartegen verzetten.

  • 5.3Het CBP maakt besluiten genomen in het kader van artikel 23, eerste lid, onder e, Wbp openbaar via de communicatiekanalen die het daartoe geraden acht, tenzij het CBP op zwaarwichtige gronden anders beslist.

6. Wetgevingsadviezen

  • 6.1Het CBP maakt wetgevingsadviezen openbaar via de communicatiekanalen die het daartoe geraden acht, tenzij andere dan in artikel 2.1 genoemde belangen zich daartegen verzetten.

7. Zienswijzen

  • 7.1Het CBP maakt zienswijzen openbaar via de communicatiekanalen die het daartoe geraden acht, tenzij andere dan in artikel 2.1 genoemde belangen zich daartegen verzetten.

  • 7.2Het CBP gunt de verantwoordelijke een termijn van tien kalenderdagen na toezending van de niet-openbare versie van de zienswijze om schriftelijk en gemotiveerd aan het CBP mede te delen welke onderdelen van de zienswijze hij als (bedrijfs)vertrouwelijk aanmerkt, tenzij het CBP de verantwoordelijke reeds in eerdere instantie in de gelegenheid heeft gesteld mede te delen welke gegevens hij als (bedrijfs)vertrouwelijk aanmerkt én het CBP oordeelt dat er sindsdien geen nieuwe informatie naar voren is gebracht die in aanmerking komt voor een reactie met betrekking tot de (bedrijfs)vertrouwelijkheid ervan.

  • 7.3Openbaarmaking zoals bedoeld onder artikel 7.1 geschiedt niet eerder dan vijf kalenderdagen nadat de openbare versie ter kennisgeving is toegezonden aan de verantwoordelijke.

  • 7.4De termijn van tien kalenderdagen zoals bedoeld in artikel 7.2 en de termijn van vijf kalenderdagen zoals bedoeld in artikel 7.3 vervallen indien de inhoud van de zienswijze buiten toedoen van het CBP reeds publiekelijk bekend is geworden, tenzij het CBP op zwaarwichtige gronden anders beslist.

8. Persberichten en mededelingen

  • 8.1Het CBP brengt via de communicatiekanalen die het daartoe geraden acht persberichten en/of mededelingen naar buiten over onder meer bevindingen, besluiten, wetgevingsadviezen, zienswijzen, tenzij andere dan in artikel 2.1 genoemde belangen zich daartegen verzetten.

  • 8.2Persberichten en mededelingen die betrekking hebben op besluiten worden vooraf ter kennisgeving toegezonden aan de verantwoordelijke en/of andere belanghebbenden tot wie het besluit is gericht.

  • 8.3Persberichten en mededelingen die betrekking hebben op bevindingen en zienswijzen worden vooraf ter kennisgeving toegezonden aan de verantwoordelijke.

  • 8.4Het CBP brengt in beginsel geen persberichten en mededelingen naar buiten over toezichtsbezoeken en onderzoeken die nog niet hebben geresulteerd in bevindingen.

  • 8.5Het CBP brengt via de communicatiekanalen die het daartoe geraden acht persberichten en mededelingen naar buiten over toezichtsbezoeken en/of onderzoeken die nog niet hebben geresulteerd in bevindingen indien deze buiten toedoen van het CBP reeds publiekelijk bekend zijn geworden, tenzij het CBP op zwaarwichtige gronden anders beslist.

9. Intrekking eerder besluit

  • 9.1De Beleidsregels actieve openbaarmaking door het CBP van 24 november 2009 (Stcrt. 2009, nr. 18333,1 december 2009) worden ingetrokken.

10. Aanhaling

  • 10.1Dit besluit wordt aangehaald als: Beleidsregels actieve openbaarmaking door het CBP.

11. Inwerkingtreding

  • 11.1 Dit besluit treedt in werking een dag na publicatie in de Staatscourant.

Den Haag, 29 maart 2011

J. Kohnstamm,

voorzitter,

College bescherming persoonsgegevens.

Naar boven