Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 30 maart 2011, nr. 5690605/11, houdende de instelling van de Werkgroep Advies Wet wapens en munitie en de benoeming van de leden van de werkgroep (Besluit Werkgroep Advies Wet wapens en munitie)

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Gelet op de complexiteit van de wapenproblematiek en de bevordering van een geïntegreerde aanpak;

Besluit:

Artikel 1

Er is een Werkgroep Advies Wet wapens en munitie, hierna te noemen: de werkgroep.

Artikel 2

Tot leden van de werkgroep worden benoemd:

  • Mr. H.J.J. Talsma, Openbaar Ministerie, Officier van Justitie, tevens voorzitter;

  • Mr. L.F. Roseval, Openbaar Ministerie, Officier van Justitie, tevens plaatsvervangend voorzitter;

  • E.A.M. Vervloed-Peeters, Secretaris van het Landelijk Platform Vuurwapens, tevens secretaris;

  • J.A.J.M. Waaijer, Politie Amsterdam-Amstelland, Projectleider Explosievenveiligheid en Wapens;

  • A. van Iersel, Politie Midden- en West-Brabant, Expert A en Coördinator Regionaal Bureau Wapens en Munitie;

  • F. Damme, Politie Rotterdam-Rijnmond, Brigadier Bijzondere Wetten Exo;

  • D.T. Ooms, Politie Haaglanden, Recherchespecialist A

  • J.W. Blokland, Politie Brabant-Noord, Coördinator Wapens en Munitie;

  • H.G.M. Michels, Nederlands Forensisch Instituut, Onderzoeksmedewerker Wapens en Munitie;

  • A.C.M. Stuijt, Douane Landelijk Kantoor, Medewerker;

  • J.M.T.P. Palms, Koninklijke Marechaussee, Medewerker Bureau Bijzondere Wetten en Taakaccenthouder Wet Wapens en Munitie;

  • F. Welkamp, Politieacademie, Docent/ontwikkelaar Recherche Tactisch-Juridisch Bpa;

  • A.M.A. Moeskops, Politieacademie, Adviseur Korpscheftaken en BOA en

  • BEd J.H.A. Korte, Landelijk Platform Vuurwapens, Coördinator

Artikel 3

De werkgroep heeft als taak het gevraagd en ongevraagd uitbrengen van advies aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie op het terrein van wapens en munitie.

Artikel 4

De werkgroep stelt bij aanvang van haar werkzaamheden een reglement vast over haar werkwijze.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit vervalt met ingang van 1 april 2015.

Artikel 6

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit Werkgroep Advies Wet wapens en munitie.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 30 maart 2011

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

F. Teeven.

TOELICHTING

Bij besluit van de toenmalige Minister van Justitie van 2 juni 2003 is de Werkgroep Advies Wet wapens en munitie ingesteld voor een periode van vier jaar. In die periode heeft de werkgroep zijn waarde bewezen door de toenmalige Minister van Justitie – gevraagd dan wel ongevraagd – te adviseren over de Wet wapens en munitie c.a. Na het vervallen van de instellingstermijn van de werkgroep op 3 juni 2007 is teruggekeken op de organisatie, werkwijze en meerwaarde van de werkgroep. De werkgroep heeft zijn adviestaak na het vervallen van de hiervoor genoemde instellingstermijn overigens gecontinueerd tot het onderhavige besluit werd genomen.

Het gebied van wapens en munitie is om verschillende redenen complex. Ten eerste vereist begrip van de werking van wapens en munitie, technische kennis. Ten tweede zijn er vele ambtelijke organisaties die zich bezighouden met de uitvoering van de Wet wapens en munitie (Wwm) en worden vele niet-ambtelijke organisaties en personen geraakt door de Wwm. Ten derde is veel regelgeving, in het bijzonder ministeriele regelingen, beleidsregels en circulaires, waaronder de Regeling wapens en munitie en de Circulaire wapens en munitie, op de Wwm gebaseerd. Daarbij verwijst de Wwm naar andere regelgeving en wordt in andere regelgeving verwezen naar de Wwm.

Naast het feit dat het gebied van wapens en munitie complex is, is het bovendien voortdurend aan verandering onderhevig. Er is een constante technische ontwikkeling, er zijn trends in het legaal en illegaal gebruik en ook de regelgeving wordt met enige regelmaat aangepast.

Het Ministerie van Veiligheid en Justitie blijft van mening dat het niet wenselijk, noch noodzakelijk is om zelf diepgaande technische expertise over (onderdelen van) wapens en munitie op te bouwen. Juridische expertise op het gebied van wapens en munitie is wel aanwezig, maar met name bij het categoriseren van wapens is het noodzakelijk zowel technische als juridische kennis te gebruiken. Bovendien kan het door de gebruikelijke wisselingen op het departement nuttig zijn (externe) juridische experts te kunnen bevragen die zich voor langere tijd met het onderwerp bezighouden. Tot slot is het departement voor de signalering van trends in legaal en illegaal wapengebruik en wapenhandel sterk afhankelijk van de goede contacten met de uitvoerende ambtelijke organisaties en hun maatschappelijke netwerk.

In de nieuwe Werkgroep Advies Wet wapens en munitie zullen de directie Rechtshandhaving en Criminaliteitsbestrijding en de directie Wetgeving van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, alsmede de uitvoeringsdienst Justis geen actieve adviserende rol meer hebben. Zij maken gebruik van de adviezen van de werkgroep en hoeven derhalve niet tevens betrokken te zijn bij het opstellen van de adviezen.

Vastgesteld is dat door de oprichting van de werkgroep in 2003, de gefragmenteerde kennis op het terrein van wapens en munitie is gebundeld. De bewezen meerwaarde van de werkgroep rechtvaardigt het opnieuw instellen van de werkgroep, hetgeen door dit besluit wordt geformaliseerd.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

F. Teeven.

Naar boven