Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 28 maart 2011, nr. IENM/BSK-2011/35363, houdende omzetting van bepalingen omtrent het luchthavenluchtverkeer uit het aanwijzingsbesluit van de luchthaven Haamstede, in verband met de vernieuwing van de regelgeving voor burgerluchthavens en militaire luchthavens (Omzettingsregeling luchthaven Haamstede)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel X van de Wet van 18 december 2008 houdende wijziging van de Wet luchtvaart inzake vernieuwing van de regelgeving voor burgerluchthavens en militaire luchthavens en de decentralisatie van bevoegdheden voor burgerluchthavens naar het provinciaal bestuur (Regelgeving burgerluchthavens en militaire luchthavens) (Stb. 2008, 561);

Besluit:

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

  • 1. In deze regeling wordt verstaan onder daglichtperiode en zweefvliegtuig hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van het Luchtverkeersreglement.

  • 2. De exploitant van de luchthaven is de Vliegclub Haamstede.

HOOFDSTUK 2. LUCHTHAVEN

Artikel 2

  • 1. Deze regeling is van toepassing op de luchthaven Haamstede.

  • 2. Het luchthavengebied is aangegeven op de kaart in bijlage 1 bij deze regeling.

HOOFDSTUK 3. REGELS

Artikel 3

Op de luchthaven zijn uitsluitend zweefvliegtuigen toegestaan.

Artikel 4

Het gebruik van de luchthaven vindt plaats binnen de daglichtperiode overeenkomstig de zichtvliegvoorschriften, bedoeld in hoofdstuk 3, afdeling 3, van het Luchtverkeersreglement.

HOOFDSTUK 4. SLOTBEPALINGEN

Artikel 5

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2011.

Artikel 6

Deze regeling wordt aangehaald als: Omzettingsregeling luchthaven Haamstede.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

J.J. Atsma.

BIJLAGE 1, BEDOELD IN ARTIKEL 2 VAN DE OMZETTINGSREGELING LUCHTHAVEN HAAMSTEDE: LIGGING VAN DE LUCHTHAVEN

TOELICHTING

Algemeen

1. Inleiding

In artikel X van de Wet van 18 december 2008, houdende wijziging van de Wet luchtvaart inzake vernieuwing van de regelgeving voor burgerluchthavens en militaire luchthavens en de decentralisatie van bevoegdheden voor burgerluchthavens naar het provinciaal bestuur (Regelgeving burgerluchthavens en militaire luchthavens) (Stb. 2008, 561), in deze toelichting verder ‘de wet RBML’, is voorzien in omzettingsregelingen voor luchthavens die op het moment van inwerkingtreding van deze wet zijn aangewezen op grond van artikel 18 van de Luchtvaartwet.

De bedoeling van de wetgever met het vaststellen van deze omzettingsregelingen is dat zo spoedig mogelijk na inwerkingtreding van de wet RBML het nieuwe stelsel van bepalingen voor luchthavens van toepassing wordt. De omzettingsregelingen vormen een soort overgangsbesluiten tussen de aanwijzingsbesluiten die in het verleden op grond van de Luchtvaartwet zijn vastgesteld en de luchthavenbesluiten of luchthavenregelingen die voor desbetreffende luchthavens op grond van de nieuwe regelgeving moeten worden vastgesteld. Artikel XIII van de wet RBML bepaalt dat het vaststellen van een luchthavenbesluit in ieder geval binnen 5 jaar na inwerkingtreding van deze wet dient te geschieden.

Op het moment dat een omzettingsregeling in werking treedt, vervalt het aanwijzingsbesluit. De handhaving van de omzettingsregeling vindt plaats op basis van de bepalingen bij of krachtens de Wet luchtvaart, die inmiddels uitgebreid is met de bepalingen van de wet RBML. Indien het een burgerluchthaven van regionale betekenis betreft, geschiedt de handhaving door Gedeputeerde Staten van de provincie waarin de desbetreffende luchthaven is gelegen. Handhaving van de bepalingen uit de omzettingsregeling voor de luchthaven Haamstede geschiedt derhalve door Gedeputeerde Staten van de provincie Zeeland. Het Rijk blijft verantwoordelijk voor de handhaving met betrekking tot het gebruik van het luchtruim.

Het moment van inwerkingtreding van de omzettingsregeling is afgestemd met de desbetreffende provincie en de exploitant van de luchthaven. De omzettingsregeling blijft van kracht tot het moment waarop Provinciale Staten voor de luchthaven een luchthavenbesluit of luchthavenregeling hebben vastgesteld en deze in werking is getreden.

2. De omzetting van gebruiksbepalingen van het aanwijzingsbesluit

De wet RBML geeft in artikel X aan welke bepalingen van het aanwijzingsbesluit moeten worden opgenomen in de omzettingsregeling. Uitgangspunt bij de omzetting van de aanwijzingen in omzettingsregelingen is dat geen wijziging plaatsvindt in de vergunde gebruiksruimte en gebruiksregels van de luchthaven.

In de omzettingsregeling worden de geldende bepalingen en voorschriften uit het aanwijzingsbesluit opgenomen die betrekking hebben op de gebruiksmogelijkheden en de openstellingstijden.

Gezien het feit dat de omzettingsregeling een 1 op 1 omzetting van de gebruiksbepalingen van het aanwijzingsbesluit betreft waaruit geen nieuwe rechtsgevolgen voortvloeien, heeft de wetgever bepaald dat tegen de omzettingsregeling geen mogelijkheid van een bezwaarschriftprocedure of een beroep op de bestuursrechter openstaat. De omzettingsregeling is via artikel IV van de wet RBML op de zogenaamde negatieve lijst van de Algemene wet bestuursrecht geplaatst.

3. Omzettingsregeling versus aanwijzingsbesluit

Als de omzettingsregeling vergeleken wordt met het aanwijzingsbesluit en de ontheffingen, kunnen de volgende afwijkingen worden geconstateerd:

  • Soms wijken terminologie en definities af, omdat thans is aangesloten bij terminologie en definities zoals gehanteerd in de Wet luchtvaart;

  • Bepalingen omtrent terbeschikkingstelling van lokalen of grond en de inrichting van de luchthaven zijn thans opgenomen in hoofdstuk 8a van de Wet luchtvaart en in de Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen en worden derhalve niet meegenomen in de omzettingsregeling;

  • De bepaling dat de luchthaven is aangewezen voor openbaar nationaal burgerluchtverkeer en voor internationaal burgerluchtverkeer dan wel burgerluchtverkeer van en naar landen die partij zijn bij het akkoord van Schengen wordt niet meer opgenomen in de omzettingsregeling. Het (beperkt) openbaar karakter van de luchthaven is centraal vastgelegd in artikel 8.51 jo. 8.24a van de Wet luchtvaart en de nationale en internationale regelgeving met betrekking tot grensposten.

4. Regels

De gebruiksmogelijkheden van de luchthaven Haamstede zoals opgenomen in het aanwijzingsbesluit zijn in de omzettingsregeling vastgelegd in regels. Regels kunnen zich tot alle sectorgenoten richten, maar een ieder is daarop wel individueel aanspreekbaar. De wet verplicht de geadresseerde van een regel om zich aan die regel te houden, op straffe van een bestuurlijke boete. De mogelijkheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete is in de Wet luchtvaart geformuleerd als een bevoegdheid van het bevoegde gezag en niet als een verplichting. Deze bevoegdheid is voor luchthavens van regionale betekenis, zoals de luchthaven Haamstede, neergelegd bij Gedeputeerde Staten.

Artikelsgewijs

Onder aanwijzingsbesluit wordt in deze toelichting verstaan het besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 9 augustus 1962 (LT/13832), zoals laatstelijk gewijzigd bij besluit van 9 augustus 1962 (LT/13833).

Artikel 1

In artikel 1 zijn definities van een aantal in de regeling gebruikte begrippen opgenomen. Hierbij is aangesloten bij het Luchtverkeersreglement en de standaard luchtvaartterminologie.

Artikel 2

Dit artikel is een omzetting van artikel 1 van het aanwijzingsbesluit. De tekst is aangepast conform de systematiek van de Wet luchtvaart waarbij geen sprake meer is van het ‘aanwijzen’ van een luchtvaartterrein ten behoeve van een exploitant en het begrip ‘luchtvaartterrein’ is vervangen door ‘luchthaven’. Op de luchthaven Haamstede is geen sprake van een vast banenstelsel. Er wordt gebruik gemaakt van verschillende lierbanen, afhankelijk van de windrichting, op een onverhard terrein.

Op grond van een ontheffing van artikel 14 van de Luchtvaartwet (27 november 1987, LT/L 26039) is de omvang van het terrein van de luchthaven Haamstede gewijzigd ten opzichte van het aangewezen terrein. Deze ontheffing blijft op grond van artikel IX van RBML geldig totdat voor de luchthaven een luchthavenregeling in werking is getreden. Zowel de grenzen van het aangewezen terrein als van het terrein op grond van de ontheffing zijn op de kaart in bijlage 1 bij deze regeling aangegeven.

Artikelen 3 en 4

Deze artikelen bevatten de gebruiksvoorschriften en openstellingsbepalingen van de luchthaven, overgenomen uit de artikelen 2 en 3, onderdeel c, van het aanwijzingsbesluit.

Artikel 5

Er wordt rekening gehouden met de vaste verandermomenten door de inwerkingtreding per 1 april te laten plaatsvinden. Aangezien de regelgeving al vóór 1 januari 2010 in voorbereiding was en de belanghebbenden reeds vanaf het begin bij het proces van omzetting betrokken zijn, wordt afgeweken van de verplichte publicatietermijn van twee maanden.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

J.J. Atsma.

Naar boven