Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 24 maart 2011, nr. WJZ / 11037742, houdende instelling van het Nationaal Contact Punt voor de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen (Instellingsbesluit NCP 2011)

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Handelende in overeenstemming met de Ministers van Buitenlandse Zaken, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Infrastructuur en Milieu;

Gelet op artikel 2 van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de minister:

de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

b. het NCP:

het Nationaal Contact Punt voor de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen.

Artikel 2

  • 1. Er is een Nationaal Contact Punt voor de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen (NCP).

  • 2. Het NCP heeft tot taak:

    • a. het uitdragen van de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen;

    • b. het behandelen van meldingen van vermeende schendingen van (onderdelen van) de richtlijnen.

Artikel 3

  • 1. Het NCP bestaat uit een voorzitter en ten hoogste vier andere leden.

  • 2. De leden worden door de minister benoemd voor een termijn van ten hoogste vier jaar en zijn herbenoembaar.

  • 3. De minister draagt zorg voor openbaarmaking van een vacature in het NCP.

  • 4. De leden worden, na overleg met de Ministers van Buitenlandse Zaken, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Infrastructuur en Milieu en met vertegenwoordigers van bedrijven en maatschappeljke organisaties, benoemd op grond van deskundigheid op het gebied van de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen, bemiddelingsbekwaamheid en maatschappelijke kennis en ervaring.

  • 5. De leden brengen op persoonlijke titel hun kennis en ervaring in en treden niet op als vertegenwoordiger van een specifieke belangengroep.

  • 6. De voorzitter en de andere leden kunnen door de minister, na overleg met de Ministers van Buitenlandse Zaken, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Infrastructuur en Milieu, worden geschorst en ontslagen wegens ongeschiktheid of onbekwaamheid voor de functie of wegens andere zwaarwegende in de persoon van de betrokkenen gelegen redenen. Ontslag vindt voorts plaats op eigen verzoek.

  • 7. De leden ontvangen voor vergaderingen van het NCP een vergoeding van € 234,57 per vergadering.

Artikel 4

  • 1. Het NCP bestaat voorts uit ten hoogste vier adviserende leden.

  • 2. De adviserende leden vertegenwoordigen de minister en de Ministers van Buitenlandse Zaken, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Infrastructuur en Milieu. De drie laatstbedoelde adviserende leden worden benoemd door de minister op voordracht van onderscheidenlijk de Ministers van Buitenlandse Zaken, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Infrastructuur en Milieu.

Artikel 5

De minister voorziet in het secretariaat van het NCP.

Artikel 6

  • 1. Het NCP stelt zijn eigen werkwijze vast met inachtneming van hetgeen in de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen is opgenomen ten aanzien van die werkwijze. Het NCP zorgt voor de bekendmaking van zijn werkwijze.

  • 2. De werkwijze beschrijft volgens welke procedure een melding door het NCP wordt behandeld en bevat in elk geval de behandeltermijnen en een beschrijving van de wijze waarop de scheiding tussen de verschillende onderdelen van een NCP-procedure wordt gewaarborgd, informatie wordt verkregen en met verkregen informatie wordt omgegaan.

  • 3. Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van het NCP geschiedt op overeenkomstige wijze als bij het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. De bescheiden worden na beëindiging van de werkzaamheden van het NCP bewaard in het archief van dat ministerie.

Artikel 7

  • 1. Tenzij effectieve toepassing van de richtlijnen het meest gebaat is bij vertrouwelijkheid stelt het NCP, na behandeling van een melding, daarover een verklaring op en zendt die aan de minister.

  • 2. Binnen één maand na ontvangst voegt de minister, na overleg met de minister(s) wie het mede aangaat, zijn bevindingen bij de verklaring en maakt deze bekend aan het NCP.

  • 3. Het NCP zendt de verklaring tezamen met de bevindingen van de minister aan de betrokkenen bij een melding en maakt deze bekend.

Artikel 8

  • 1. Het NCP stelt jaarlijks een verslag op van zijn werkzaamheden, bevindingen en resultaten conform de instructies van de OESO. Het NCP zendt dit jaarverslag aan de minister, die het aanbiedt aan de OESO.

  • 2. Op verzoek van de minister brengt de voorzitter mondeling verslag uit van de werkzaamheden van het NCP.

Artikel 9

De minister zendt elke vier jaar een verslag aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal ten behoeve van de beoordeling van het functioneren van het NCP.

Artikel 10

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 april 2011.

Artikel 11

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit NCP 2011.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 24 maart 2011

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker.

TOELICHTING

Algemeen

De Richtlijnen voor multinationale ondernemingen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (hierna: OESO-richtlijnen) maken duidelijk wat de overheden van de landen die deze richtlijnen onderschrijven van het gedrag van multinationale ondernemingen verwachten. Ze bevatten aanbevelingen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen en bestrijken onderwerpen als informatieverstrekking, arbeid, milieu, corruptiebestrijding, consumentenbelangen, kennisoverdracht, mededinging en belastingen.

Om de implementatie van de OESO-richtlijnen te bevorderen, stelt ieder land dat de OESO-richtlijnen onderschrijft een Nationaal Contact Punt voor de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen (NCP) in. Ieder land is bevoegd het NCP naar eigen inzicht in te richten binnen de kaders die worden gesteld in de OESO-richtlijnen. Het NCP zet zich in om de effectiviteit van de OESO-richtlijnen te vergroten. De kerncriteria voor het functioneren van het NCP zijn zichtbaarheid, toegankelijkheid, transparantie en toerekenbaarheid.

Het Nederlandse Nationaal Contactpunt werd voor het eerst ingericht in 2000. Toen bestond het NCP uit een interdepartementaal ambtelijk comité.

Na een grondige beleidsevaluatie is in december 2006 besloten de inrichting van het Nederlandse NCP te herzien. Gekozen is toen voor een meer onafhankelijk NCP met een niet-ambtelijke voorzitter en ten hoogste vier niet-ambtelijke leden. Naast een wijziging in de structurele inrichting van het NCP zijn toen maatregelen genomen ter verbetering van de taakuitoefening van het NCP.

In de brief van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 11 januari 2011 reageert de regering op de zelfevaluatie van het NCP en andere onderzoeken over de taakuitoefening van het NCP (Kamerstukken 2010/11, 26 485, nr. 101). Naar aanleiding daarvan voorziet dit besluit in een verlenging van de instelling van het NCP dat sinds 1 maart 2007 bestaat en in enkele aanpassingen met betrekking tot de benoeming en het ontslag van de leden van het NCP en de werkwijze van het NCP. De structurele inrichting en taken zijn onveranderd gebleven.

Instelling en taak van het Nationaal Contact Punt (NCP)

Het Nationaal Contact Punt voor de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen (NCP) is ingesteld ter uitvoering van een internationale verplichting. Zoals beschreven in de OESO-richtlijnen heeft het NCP twee taken, te weten het uitdragen van de richtlijnen en het behandelen van aan het NCP voorgelegde meldingen van vermeende schendingen van (onderdelen van) de richtlijnen.

Het NCP draagt de OESO-richtlijnen actief uit ter stimulering van de naleving van deze richtlijnen door Nederlandse bedrijven. Hiertoe wordt ook het geven van bekendheid aan de functie en werkwijze van het NCP onder ondernemingen en andere belanghebbenden gerekend. Het NCP kan vragen beantwoorden over de naleving van de OESO-richtlijnen en dient als kennisorgaan dienen voor de interpretatie van de OESO-richtlijnen.

Met de behandeling van meldingen over vermeende schendingen van de OESO-richtlijnen draagt het NCP bij aan de beslechting van geschillen die ontstaan bij de implementatie van de OESO-richtlijnen. Het NCP dient als platform voor overleg en faciliteert het bedrijfsleven, werknemersorganisaties en ander beprokken partijen om tot een gezamenlijke oplossing te komen. Indien partijen niet gezamenlijk tot een oplossing komen stelt het NCP een verklaring op over de naleving van de OESO-richtlijnen en doet aanbevelingen indien van toepassing.

Samenstelling NCP

Het NCP bestaat uit leden en adviserende leden. Er zijn ten hoogste vijf leden, waaronder een voorzitter, die onafhankelijk zijn en niet als ambtenaar zijn aangesteld. Besluitvorming, zoals over de uitoefening van taken en invulling van de werkwijze is voorbehouden aan deze leden. Daarnaast bestaat het NCP uit adviserende leden, doorgaans ambtenaren van de genoemde ministeries (artikel 4). Laatstbedoelde leden adviseren de niet-ambtelijke leden over onder andere de interpretatie van de richtlijnen en werkwijze.

Met het oog op een transparant proces bevat het besluit diverse bepalingen over de benoeming en het ontslag van leden. Opgenomen zijn onder andere benoemings- en ontslagcriteria. Behalve deskundigheid op het gebied van de OESO-richtlijnen is voor de benoeming van leden ook van belang dat zij beschikken over bemiddelingscompetentie. Verder is aangegeven dat leden voor ten hoogste vier jaar worden benoemd, dat ze kunnen worden herbenoemd (ook voor ten hoogste vier jaar) en dat benoeming niet alleen plaatsvindt in overleg met de Ministers van Buitenlandse Zaken, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Infrastructuur en Milieu maar ook in overleg met bedrijven, werknemersorganisaties en andere relevante maatschappelijke organisaties.

In artikel 5 wordt geregeld dat het NCP wordt bijgestaan door een secretariaat waarin de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie voorziet.

Werkwijze en procedures

Voor de uitvoering van zijn taken stelt het NCP zijn eigen werkwijze vast. Hierbij neemt het NCP de bepalingen van de zogenoemde Procedurele Aanwijzingen van de OESO-richtlijnen over informatie en promotie en implementatie in specifieke gevallen als uitgangspunt.

Ter uitvoering van zijn promotionele taak wordt verwacht dat het NCP op actieve wijze bedrijven, investeerders, brancheorganisaties, werkgevers- en werknemersorganisaties en andere relevante maatschappelijke organisaties van informatie voorziet en over de OESO-richtlijnen en de implementatie van deze richtlijnen. Daarnaast zal het NCP betrokkenen actief informeren over de procedures en de werkwijze van het NCP.

Verklaringen van het NCP over de interpretatie en de toepassing van (onderdelen van) de OESO-richtlijnen zullen actief bekend worden gemaakt aan belanghebbenden en op de website van het NCP worden geplaatst (www.oesorichtlijnen.nl). Indien het Investeringscomite van de OESO-afspraken worden gemaakt over de interpretatie van de OESO-richtlijnen is het NCP gehouden deze interpretatie te volgen. Bij de voorbereiding van dergelijke afspraken consulteert de vertegenwoordiger van Nederland in het Investeringscomité het NCP. Een van de leden van het NCP zal daarnaast deel uit maken van de Nederlandse delegatie voor de Jaarvergadering van de Nationale Contact Punten bij de OESO.

Voor de uitvoering van zijn geschillenbeslechtingstaak stelt het NCP in elk geval een werkwijzebeschrijving vast, die publiekelijk toegankelijk is voor belanghebbenden. De werkwijze zal onder andere procedureregels bevatten. In het besluit is opgenomen dat de werkwijze aan een aantal randvoorwaarden moet voldoen. De werkwijze moet bijvoorbeeld zo zijn ingericht dat de scheiding tussen de verschillende onderdelen van een NCP procedure (bemiddeling en onderzoek ten behoeve van een eindverklaring) gewaarborgd is en informatie in dat opzicht passend wordt gedeeld. Daarnaast dient de werkwijze duidelijke behandeltermijnen te bevatten.

Bij de behandeling van ontvankelijke meldingen staat het NCP een melder en een bedrijf bij om tot een gezamenlijke oplossing te komen. Indien een melder en een bedrijf niet gezamenlijk tot een oplossing zijn gekomen over een melding van een vermeende niet-naleving van de OESO-richtlijnen dan stelt het NCP een eindverklaring op. Artikel 7 voorziet in een procedure voor de bekendmaking van eindverklaringen van het NCP. Het artikel bepaalt dat de verklaring samen met de bevindingen van de minister daarover, door het NCP aan betrokkenen wordt gezonden en op de website van het NCP openbaar gemaakt. Omdat een dergelijke verklaring voor grote institutionele beleggers van belang kan zijn, zullen verklaringen actief onder hun aandacht worden gebracht.

Verslag en evaluatie

Zoals bepaald in de OESO-richtlijnen komen alle NCPs jaarlijks bijeen om ervaringen uit te wisselen en verslag te doen aan het OESO-Investeringscomite. Ten behoeve hiervan doet het NCP jaarlijks verslag van zijn werkzaamheden, bevindingen en resultaten aan de minister. De minister biedt dit verslag aan de OESO.

Voorts wordt elke vier jaar verslag gedaan aan de Tweede Kamer over het functioneren van het NCP. Er wordt naar gestreefd dit verslag zoveel mogelijk te laten samenvallen met de vierjaarlijkse benoemingstermijn van de NPC-leden.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker.

Naar boven