De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;
Gelet op artikel 2.5, vijfde lid, van het Besluit universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen;
Besluit:
ARTIKEL I
Artikel 2.1 van de Regeling universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 11,42’ vervangen door: € 11,57.
2. In het tweede lid wordt ‘€ 0,134’ vervangen door ‘€ 0,136’ en wordt ‘€ 0,058’ vervangen door: € 0,059.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2011.
’s-Gravenhage, 25 maart 2011
De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
M.J.M. Verhagen.
TOELICHTING
1. Algemeen
In artikel 9.1 van de Telecommunicatiewet zijn de diensten en de daarmee samenhangende voorzieningen aangewezen die de universele
dienst vormen. Deze diensten en voorzieningen moeten voor eenieder beschikbaar zijn tegen een bepaalde kwaliteit en een betaalbare
prijs. De kern van de universele dienst wordt gevormd door de telefoondienst, dat wil zeggen: de aansluiting op het openbare
telefoonnetwerk op een vaste locatie en het bieden van toegang tot de vaste openbare telefoondienst.
KPN Telecom B.V. (verder: KPN) is krachtens artikel 20.1 van de Telecommunicatiewet belast met de verzorging de universele
dienst en moet krachtens artikel 2.5 van het Besluit universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen een belabonnement
en een bereikbaarheidsabonnement aanbieden aan consumenten. De belangrijkste tarieven van het bereikbaarheidsabonnement, dat
door KPN wordt aangeboden onder de naam BelBudgetabonnement, zijn gemaximeerd in artikel 2.1 van de Regeling universele dienstverlening
en eindgebruikersbelangen.
In artikel 2.5, vijfde lid, van het Besluit universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen is bepaald dat de Minister
van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie de maximumtarieven die gelden voor het bereikbaarheidsabonnement jaarlijks in
april aanpast aan het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie, tenzij dit vanuit het oogpunt van betaalbaarheid ongewenst
is. Met deze regeling worden deze maximumtarieven aangepast aan de inflatie over het jaar 2010. Deze is berekend op grond
van de publicaties van het Centraal Planbureau en bedraagt over deze periode 1,3%.
2. Administratieve lasten
De administratieve lasten blijven door deze wijziging ongewijzigd.
3. Vaste verandermomenten
Op grond van het kabinetsbeleid inzake Vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309) treden ministeriële regelingen in werking met ingang van 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober. Bekendmaking geschiedt
uiterlijk twee maanden voor inwerkingtreding. In deze regeling wordt bepaald dat de wijziging van de Regeling universele dienstverlening
en eindgebruikersbelangen in werking treedt met ingang van 1 april 2011, een van de vaste veranderdata. De bekendmaking geschiedt
echter niet twee maanden voor inwerkingtreding maar circa een maand daarvoor. Deze afwijkende bekendmaking houdt verband met
het feit dat de consumentenprijsindex medio januari bekend wordt gemaakt en daarna doorberekend dient te worden in de tarieven.
De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
M.J.M. Verhagen.