TOELICHTING
Met de Verzamelwet SZW 2011 (Stb. 2010, 838) is de verplichting geschrapt om contracten te sluiten tussen het UWV en pensioenuitvoerders op basis waarvan de arbeidsongeschiktheid
van deelnemers wordt gemeld aan pensioenuitvoerders. Het artikel 37 van de Pensioenwet (PW) stelt nu dat het Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen (UWV) de arbeidsongeschiktheid van deelnemers en gewezen deelnemers meldt aan de pensioenuitvoerder,
en dat daartoe nadere regels worden gesteld. Bij het voorstel van de Verzamelwet SZW 2011 is toegelicht dat het wenselijk
is om in die regels (onder meer) voorwaarden op te nemen waaronder het UWV gegevens verstrekt aan de pensioenuitvoerders.
Een vergelijkbare melding is opgenomen in artikel 45 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling (WVB). In het vervolg van
deze toelichting wordt als het gaat om een pensioenuitvoerder ook een beroepspensioenfonds verstaan en een pensioenregeling
impliceert ook een beroepspensioenregeling.
De onderhavige regeling stelt de nadere regels. Die worden hierna nader toegelicht. Voor de volledigheid wordt ook een aantal
gerelateerde aspecten verduidelijkt. Het betreft een taak van het UWV. Om die reden zijn de nadere regels opgenomen in het
hoofdstuk 3 van de Regeling SUWI, dat bepalingen bevat voor taken van het UWV.
Inhoud van de meldingen arbeidsongeschiktheid
Het relevante gegeven, dat het UWV meldt is of vastgesteld is, dat de betrokken deelnemer of gewezen deelnemer al dan niet
op grond van de Wet inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) of in een enkel geval nog de voorganger van de Wet WIA, op grond
van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) in aanmerking komt voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Het
gaat dus om de arbeidsongeschiktheidsverzekeringen voor werknemers, die door het UWV worden uitgevoerd. Voor de Wet WIA geldt
dat indien de uitkomst van de keuring leidt tot een arbeidsongeschiktheid van minder dan 35%, er op grond daarvan geen recht
bestaat op een uitkering op grond van de Wet WIA. De melding houdt dan in dat de aanvraag bij UWV niet heeft geleid tot een
arbeidsongeschiktheidsuitkering.
De melding houdt in dat aan een pensioenuitvoerder wordt gemeld of de aanvraag voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering op
grond van de Wet WIA of de WAO al dan niet is gehonoreerd.
De melding arbeidsongeschiktheid houdt niet in dat in geval van honorering van de aanvraag de desbetreffende arbeidsongeschiktheidsklasse
of het percentage wordt gemeld. Ook eventuele mutaties in het arbeidsongeschiktheidspercentage onder invloed van herkeuringen,
vallen niet onder de hier bedoelde meldingen. Deze gegevens worden verstrekt in de zogenaamde periodieke gegevensverstrekking
arbeidsgeschiktheid (PGV AG). Deze valt dus buiten de reikwijdte van deze regeling. Dat laat onverlet dat het UWV op grond
van de Wet SUWI (artikel 73, eerste lid) deze gegevens wel op verzoek kan verstrekken aan pensioenuitvoerders. Daarvoor gelden
echter de voorwaarden voor de gegevensverstrekking die zijn uitgewerkt in artikel 5.15 van het Besluit SUWI. Daarop is de
onderhavige regeling niet van toepassing.
De melding arbeidsongeschiktheid zoals hierboven omschreven, sluit inhoudelijk geheel aan bij de huidige praktijk van arbeidsongeschiktheidsmeldingen
aan pensioenuitvoerders. Geheel in lijn met de oorspronkelijke bedoeling van artikel 37 PW, worden de arbeidsongeschiktheidmeldingen
zonder tussenkomst van de desbetreffende deelnemer of gewezen deelnemer of diens werkgever door het UWV verstrekt.
De gegevens worden uitgewisseld op het burgerservicenummer (BSN) van de deelnemer in de zin van de PW en de WVB. Beide wetten
regelen, dat het BSN gebruikt mag worden in de door de pensioenuitvoerder beheerde persoonsregistratie en bij het verstrekken
van gegevens daaruit. Bij deze verstrekking is dit gebruik in ieder geval toegestaan in contacten met instanties, die het
BSN mogen gebruiken. Dat geldt voor het UWV, dat de gegevens over werknemers en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen op BSN (en
bij het ontbreken daarvan op het sofi-nummer) verwerkt.
Doel waarvoor de meldingen mogen worden gebruikt
De arbeidsongeschiktheidsmeldingen betreffen deelnemers en gewezen deelnemers in de zin van de Pensioenwet. Dit betekent:
de werknemer of gewezen werknemer die op grond van een pensioenovereenkomst pensioenaanspraken verwerft jegens een pensioenuitvoerder
of de werknemer of gewezen werknemer door wie op grond van een pensioenovereenkomst geen pensioen meer wordt verworven en
die bij beëindiging van de deelneming een pensioenaanspraak heeft behouden jegens een pensioenuitvoerder. Voor de beroepspensioenregelingen
is dat de beroepsgenoot die op grond van een beroepspensioenregeling pensioenaanspraken verwerft jegens de pensioenuitvoerder.
Het betreft aanspraken op pensioen in de zin van de Pensioenwet, dat wil zeggen: een ouderdomspensioen, arbeidsongeschiktheidspensioen
of nabestaandenpensioen, zoals tussen werkgever en werknemer overeengekomen. De arbeidsongeschiktheidsmeldingen worden elektronisch
beschikbaar gesteld door het UWV aan pensioenuitvoerders. Een pensioenuitvoerder is een ondernemingspensioenfonds, een bedrijfstakpensioenfonds,
of een premiepensioeninstelling of verzekeraar die zetel heeft in Nederland of een beroepspensioenfonds. De pensioenovereenkomst
zal uitgewerkt zijn in een pensioenregeling. De noodzaak voor het ontvangen van de arbeidsongeschiktheidsmelding door de pensioenuitvoerder
bestaat in de uitvoering van de pensioenregeling. Pensioenuitvoerders hebben behoefte aan deze meldingen ter uitvoering van
hun tweede pijlerpensioenen. Aan de hand van de arbeidsongeschiktheidsgegevens kunnen bijvoorbeeld pensioenaanspraken premievrij
worden gemaakt, of kan een arbeidsongeschiktheidspensioen worden versterkt. Dit zijn belangrijke elementen in pensioenregelingen
waarvoor het verkrijgen van de arbeidsongeschiktheidsmeldingen cruciaal is. Het doel is de uitvoering van de zojuist vermelde
elementen in gang te zetten. Dit is in het belang is van de deelnemer.
De arbeidsongeschiktheidsmeldingen op grond van deze regeling mogen niet worden gebruikt voor andere doelen dan de uitvoering
van tweede pijlerpensioen, zoals voor individuele aanvullende arbeidsongeschiktheidsverzekering.
Mogelijkheid van audit
De arbeidsongeschiktheidsmeldingen betreffen persoonsgegevens. Vanuit het oogpunt van privacybescherming, is het relevant
op te merken dat het UWV de mogelijkheid heeft om een audit te vragen inzake het juist gebruik van de door het UWV verstrekte
gegevens. Deze mogelijkheid, die het UWV ook onder de voormalige regelgeving had, wordt door het nieuwe artikel 37 en de onderhavige
ministeriële regeling, niet gewijzigd.
Los daarvan is op deze gegevensverstrekking de Wet bescherming persoonsgegevens van toepassing. Ook vanuit die wet zijn toezicht
en eventueel handhavende maatregelen mogelijk.
Aanlevering aan derden aan wie de pensioenuitvoerders werkzaamheden hebben uitbesteed
Ingeval van uitbesteding van werkzaamheden door een pensioenuitvoerder aan een pensioenuitvoeringsbedrijf (artikel 34 van
de PW, alsmede artikel 43 van de WVB), dan kan het UWV de gegevens aan dat bedrijf verstrekken. Dat bedrijf zal dan ook bewerker
zijn in de zin van de Wet bescherming persoonsgegevens, d.w.z. degene die ten behoeve van de verantwoordelijke persoonsgegevens
verwerkt, zonder aan zin rechtstreeks gezag te zijn onderworpen. Dan is ook artikel 14 van de Wet bescherming persoonsgegevens
van toepassing ten aanzien van de geheimhouding en de beveiliging.
Kosten aanlevering
Vanwege het verplichte en collectieve karakter van deze gegevensverstrekking door het UWV, worden hiervoor geen kosten in
rekening gebracht bij pensioenuitvoerders. Ook onder de voorheen geldende regels was de aanlevering kosteloos.
Eventuele wijzigingen in wijze van aanleveren
Het is in het belang van alle betrokken partijen (UWV en pensioenuitvoerders) dat als de wijze van aanlevering of uitvragen
van de gegevens wijziging ondergaat, dit niet eerder plaatsvindt dan na overleg tussen het UWV en de pensioenuitvoerders.
Dit betekent dat het UWV de wijze van aanlevering niet eenzijdig kan veranderen, en dat pensioenuitvoerders evenmin eenzijdig
de wijze van uitvragen kunnen aanpassen. Het is wenselijk om de wederkerigheid, die automatisch gold voor de contracten onder
het voormalige artikel 37 PW, onder het nieuwe artikel 37 te handhaven (artikel 3.2, derde lid).
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
H.G.J. Kamp.