Opsporingsvergunning koolwaterstoffen D12b

24 februari 2011

Nr. ETM/EM/10175602

De Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Procesverloop:

  • Wintershall Noordzee B.V. (hierna Wintershall) heeft tezamen met EWE Aktiengesellschaft, GAZPROM Germania GmbH en GDF SUEZ E&P Nederland B.V. per brief op 23 december 2009, ingekomen 28 december 2009, een aanvraag ingediend voor een opsporingsvergunning voor koolwaterstoffen ingevolgde artikel 6, van de Mijnbouwwet voor een deel van het blok D12, welk blok is aangegeven op de als bijlage 3 bij de Mijnbouwregeling gevoegde kaart;

  • naar aanleiding van de onderhavige aanvraag is een uitnodiging tot het indienen van concurrerende aanvragen voor een opsporingsvergunning voor het blokdeel D12b, gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie van 23-03-2010 (2010/C 73/11) en in de Staatscourant van 6 april 2010 (nr. 5078);

  • binnen de periode van dertien weken na plaatsing van bovenbedoelde uitnodiging in het Publicatieblad van de Europese Unie en in de Staatscourant zijn geen concurrerende aanvragen voor een opsporingsvergunning in blokdeel D12b ingediend;

  • TNO Bouw en Ondergrond (hierna: TNO) heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken op 25 augustus 2010 advies uitgebracht;

  • Staatstoezicht op de mijnen (hierna: Sodm) heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken op 15 juli 2010 advies uitgebracht;

  • de Mijnraad heeft op 8 november 2010 op basis van artikel 105, derde lid, van de Mijnbouwwet advies uitgebracht (kenmerk MIJR:10146078).

Gelet op de artikelen 6, 7, 9, 11, eerste tot en met derde lid, 12, 13, eerste lid, 15, 17, artikel 22, vijfde en zesde lid, en 105, derde lid, van de Mijnbouwwet, alsmede artikel 1.3.1, 1.3.7 en 1.3.11 van de Mijnbouwregeling.

Besluit:

Artikel 1

Aan Wintershall Noordzee B.V., EWE Aktiengesellschaft, GAZPROM Germania GmbH en GDF SUEZ E&P Nederland B.V. wordt een opsporingsvergunning voor koolwaterstoffen verleend.

Artikel 2

De vergunning geldt voor een deel van blok D12, genoemd blokdeel D12b, welk blok is aangegeven op de kaart die als bijlage 3 bij de Mijnbouwregeling is gevoegd.

Het blokdeel D12b wordt begrensd door de breedtecirkels tussen de puntenparen B-C, D-E en door het punt F, door de lengtecirkels tussen de puntenparen C-D en E-F, door de grootcirkel tussen de punten A en B en door de grens van het Nederlandse deel van het continentaal Plat tussen de punten A en G. De coördinaten van deze punten zijn:

A

54º 28’ 58,850” NB

02º 49’ 14,424” OL

B

54º 24’ 54,000” NB

02º 52’ 00,000” OL

C

54º 24’ 54,000” NB

02º 47’ 18,000” OL

D

54º 22’ 14,000” NB

02º 47’ 18,000” OL

E

54º 22’ 14,000” NB

02º 49’ 23,000” OL

F

54º 20’ 00,000” NB

02º 49’ 23,000” OL

G

de intersectie van de breedtecirkel door het punt F met de grens van het Nederlandse deel van het continentaal Plat

De ligging van de bovengenoemde punten is uitgedrukt in geografische coördinaten berekend volgens het stelsel van de Europese vereffening (ED-50).

De oppervlakte van blokdeel D12b bedraagt 40,5 km2.

Artikel 3

De vergunning geldt vanaf het tijdstip waarop zij in werking is getreden tot vier jaar na het tijdstip waarop zij onherroepelijk is geworden.

Artikel 4

De vergunninghouder geeft uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel uitmaakt van de op 28 december 2009 ontvangen aanvraag.

Artikel 5

De vergunninghouder neemt bij de uitvoering van het werkprogramma de volgende voorwaarden in acht:

  • binnen twee jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning de vergunninghouder een geactualiseerd werkprogramma aan de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie voorlegt,

  • in het geactualiseerde werkprogramma het tijdstip, de geologische structuur en diepte, en de plaats waar de boring zal worden verricht, wordt vermeld;

  • uiterlijk in het derde jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning een boring wordt geplaatst.

Artikel 6

Winstershall Noordzee B.V. wordt aangewezen als de persoon die de feitelijke werkzaamheden verricht of daartoe opdracht geeft, als bedoeld in artikel 22, vijfde lid, van de Mijnbouwwet.

Artikel 7

De vergunning treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

namens deze:

P. Jongerius,

Themacoördinator mijnbouw en mijnbouwklimaat, Directie Energiemarkt.

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na verzending van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Directie Wetgeving en Juridische Zaken (ALP: X/05), Postbus 20101, 2500 EC ’s-Gravenhage. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven