18 maart 2011
Nr. VenW/BSK-2010/209658
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
Gelet op artikel 132e van de Wegenverkeerswet 1994;
Besluit:
ARTIKEL I
In bijlage XII bij de Regeling voertuigen komt artikel 10, tweede lid, als volgt te luiden:
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
TOELICHTING
Inleiding
Bijlage XII bij de Regeling voertuigen bevat de technische eisen waaraan het alcoholslot en de daarbij behorende uitleesapparatuur
moeten voldoen als in het kader van de vorderingsprocedure of in het kader van de eigen verklaringsprocedure op basis van
de Wegenverkeerswet 1994 aan een bestuurder deelname aan het alcoholslotprogramma wordt opgelegd. Bij het vaststellen van
de eisen is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij NEN-EN 50346-1. Verder is bij het vaststellen van de eisen uitgegaan van
de specifieke eisen die het alcoholslotprogramma stelt en zijn met het oog daarop aanvullende eisen gesteld.
Reden voor aanvulling
Een van de aanvullende eisen is de eis dat, om manipulatie bij het afgeven van het ademmonster in het alcoholslot te voorkomen,
het slot moet zijn ingesteld op een blaas-zuigtechniek, waardoor niet alleen in het slot moet worden geblazen, maar direct
aansluitend even moet worden gezogen.
Gebleken is evenwel dat de blaas-zuigtechniek niet de enige manier is waarop de uiteindelijke doelstelling, het voorkomen
van manipulatie bij de afgifte van het ademmonster, kan worden gerealiseerd. Zo bestaat er bijvoorbeeld ook de ‘hum-techniek’:
tijdens het blazen in het alcoholslot moet de betrokkene tegelijk een ‘hum-geluid’ produceren. Ook op deze wijze kan manipulatie
bij de afgifte van een ademmonster worden voorkomen doordat op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld dat het om een door
een mens afgegeven ademmonster gaat en niet om een op kunstmatige wijze geproduceerde luchtaanvoer.
Teneinde meer technieken te kunnen goedkeuren die alle hetzelfde doel hebben, is de formulering van artikel 10, tweede lid,
van bijlage XII bij de Regeling voertuigen aangepast. De wijziging maakt het mogelijk in de toekomst ook andere technieken
dan de beide genoemde technieken goed te keuren. De enige voorwaarde is dat op overtuigende wijze kan worden aangetoond dat
de techniek manipulatie bij de afgifte van het ademmonster voorkomt.
Notificatie
Omdat het hier gaat om een aanpassing van een technische eis is de ontwerpregeling gemeld aan de Commissie van de Europese
Unie (notificatienummer 2010-0743) ter voldoening aan artikel 8, eerste lid, van richtlijn nr. 98/34/EG van het Europese parlement
en de Raad van de Europese Unie van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische
voorschriften en regels betreffende diensten van de informatiemaatschappij (PbEG L 204), zoals gewijzigd bij richtlijn nr. 98/48/EG
van 20 juli 1998 (PbEG L 217).
In het kader van de notificatie zijn geen opmerkingen gemaakt.
Administratieve lasten
De wijziging heeft geen gevolgen voor administratieve lasten van de burger of van bedrijven.
Inwerkingtreding
Inwerkingtreding zal zo spoedig mogelijk plaatsvinden. Er wordt een uitzondering gemaakt op de systematiek van vaste verandermomenten,
omdat het gaat om reparatieregelgeving. Zo spoedig mogelijke inwerkingtreding is van belang om te voorkomen dat geïntereseerde
fabrikanten van alcoholsloten afhaken. De voorgenomen wijziging is al op de website van de Dienst Wegverkeer aangekondigd,
zodat geïnteresseerde fabrikanten met deze verruiming hebben kunnen rekening houden.
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.