Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | Staatscourant 2011, 5056 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | Staatscourant 2011, 5056 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
Gelet op:
– verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van de Europese Unie van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) (PbEU L 277);
– verordening (EG) nr. 65/2011 van de Commissie van 27 januari 2011 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad met betrekking tot de toepassing van controleprocedures en van de randvoorwaarden in het kader van de steunmaatregelen voor plattelandsontwikkeling;
– verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van de Europese Unie van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1290/2005, (EG) nr. 247/2006, (EG) nr. 378/2007 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1782/2003 (PbEU L 30);
– verordening (EG) nr. 1120/2009 van de Commissie van 29 oktober 2009 houdende bepalingen voor de uitvoering van de bedrijfstoeslagregeling waarin is voorzien bij titel III van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (PbEU L 316);
– verordening (EG) nr. 1122/2009 van de Commissie van 30 november 2009 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad wat betreft de randvoorwaarden, de modulatie en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem in het kader van de bij die verordening ingestelde regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers en ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad wat betreft de randvoorwaarden in het kader van de steunregeling voor de wijnsector (PbEU L 316);
– de artikelen 38g, onderdeel b, 55 tot en met 57 van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006 en artikel 26 van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet,
– de artikelen 24 en 25 van de Landbouwwet;
Besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder:
Dienst Regelingen van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;
formulier, waarvan het model als bijlagen I tot en met VII bij deze regeling is opgenomen;
persoon die, anders dan in het kader van de teelt van griendhout, riet en biezen, in de landbouw zijn hoofdbestaan of een gedeelte van zijn bestaan vindt, voor zover aan hem een beschrijvingsbiljet, bedoeld in onderdeel b, dan wel anderszins een oproep voor de landbouwtelling is uitgereikt of toegezonden;
betaling als bedoeld in artikel 36, onderdeel a, subonderdelen i) en ii), van Verordening (EG) Nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) (PbEU L 277);
Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.
In het tijdvak dat loopt van 1 april 2011 tot en met 15 mei 2011 wordt een landbouwtelling gehouden als bedoeld in de artikelen 24 en 25 van de Landbouwwet.
Ten behoeve van de telling, bedoeld in artikel 2, wordt door de minister aan landbouwers een oproep uitgereikt of toegezonden tot deelname aan de landbouwtelling.
Voor de toepassing van artikel 24 van de Landbouwwet geldt de uitreiking of toezending van deze oproep als uitreiking of toezending van het beschrijvingsbiljet, bedoeld in dat artikel.
1. De opgaveplichtige verstrekt de ten aanzien van de veestapel gevraagde gegevens naar de toestand op 1 april 2011.
2. De opgaveplichtige verstrekt de ten aanzien van de oppervlakten gevraagde gegevens naar de verwachte toestand op 15 mei 2011. Indien een beteelde oppervlakte op 15 mei 2011 nog niet zal zijn beteeld, wordt de eerstvolgende geplande teelt opgegeven.
3. Onverminderd het eerste en tweede lid, verstrekt de opgaveplichtige de op het beschrijvingsbiljet gevraagde gegevens naar de toestand op de datum van verzending, tenzij op het biljet anders is aangegeven, en neemt daarbij de overige op het biljet of door Dienst Regelingen gegeven aanwijzingen in acht.
1. De bedrijfsomvang wordt bepaald op basis van de totale standaardopbrengst van het bedrijf. Deze omvang wordt uitgedrukt in euro's.
2. De standaardopbrengst wordt vastgesteld met inachtneming van bijlage VIII bij deze regeling.
Onverminderd het bepaalde in artikel 4 maakt de uit dien hoofde opgaveplichtige die tevens gehouden is:
a. gegevens te verstrekken met betrekking tot subsidieaanvragen op grond van de bedrijfstoeslagregeling als opgenomen in hoofdstuk 2 van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006, de productiesteun voor zetmeelaardappelen en zaaizaad van vezelvlas, bedoeld in hoofdstuk 3 van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006 en de specifieke steunregelingen als opgenomen in hoofdstuk 2a van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006,
b. gegevens te verstrekken, als bedoeld in artikel 26, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet,
c. gegevens te verstrekken met betrekking tot de aanvraag voor probleemgebiedenvergoeding, of
d. gegevens te verstrekken met betrekking tot subsidieaanvragen op grond van de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer van de onderscheiden provincies, de Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer of de Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer van de onderscheiden provincies,
voor het verstrekken van alle onderscheiden gegevens gebruik van het beschrijvingsbiljet.
De opgave ten behoeve van de telling, bedoeld in artikel 2 van deze regeling, de aanvragen, bedoeld in artikel 6, onder a, c en d van deze regeling en de verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 6, onder b, van deze regeling, kunnen gezamenlijk elektronisch worden ingediend.
1. De gezamenlijke elektronische indiening geschiedt met het daartoe bestemde elektronische formulier.
2. Het formulier wordt elektronisch ondertekend met een door de minister aan de ondertekenaar ter beschikking gestelde eenmalig bruikbare tancode.
3. De minister bevestigt de ontvangst van een elektronisch ingediend formulier.
Een tancode wordt uitsluitend overeenkomstig deze regeling gebruikt voor het doel waarvoor en door degene aan wie de tancode is verstrekt.
De minister verstrekt op een met redenen omkleed verzoek van de aanvrager een set tancodes ten behoeve van de elektronische handtekening, ingeval
a. deze geen tancodes heeft ontvangen;
b. de verstrekte tancodes zijn gebruikt, of
c. van verlies van eerder verstrekte tancodes.
De minister kan besluiten een set tancodes niet te verstrekken of in te trekken, indien de indiener of een met hem geassocieerd bedrijf of organisatie in het verleden een tancode heeft gebruikt in strijd met deze regeling of op andere wijze de integriteit van een verstrekte handtekening heeft geschonden.
1. Een belanghebbende kan de aan hem verstrekte tancodes doen gebruiken door een gemachtigde als bedoeld in artikel 2:1 van de Algemene wet bestuursrecht ten behoeve van het indienen van een elektronische formulier namens belanghebbende.
2. De gemachtigde maakt bij het indienen van de aanvraag, de opgave onderscheidenlijk de verstrekking als bedoeld in artikel 7slechts gebruik van de aan de gemachtigde ter beschikking gestelde toegangscodes tot het elektronische formulier.
1. De minister kan een elektronisch formulier weigeren, indien dit niet overeenkomstig deze regeling is ingediend.
2. De minister kan een elektronisch verzonden bericht weigeren voor zover de betrouwbaarheid of vertrouwelijkheid van dit bericht onvoldoende is gewaarborgd, gelet op de aard en de inhoud van het bericht en het doel waarvoor het wordt gebruikt.
3. De minister deelt een weigering op grond van dit artikel zo spoedig mogelijk aan de afzender mede.
Als tijdstip waarop een elektronisch formulier door de minister elektronisch is ontvangen, geldt het tijdstip waarop alle vereiste bescheiden als bedoeld in de artikelen 12 en 13 van Verordening (EG) nr. 1122/2009 van de Commissie van 30 november 2009 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad wat betreft de randvoorwaarden, de modulatie en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem in het kader van de bij die verordening ingestelde regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers en ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad wat betreft de randvoorwaarden in het kader van de steunregeling voor de wijnsector (PbEU L 316) zijn ontvangen.
De minister kan besluiten de elektronische aanvraag, opgave onderscheidenlijk verstrekking niet te behandelen, indien het elektronisch formulier geheel of gedeeltelijk is geweigerd op grond van artikel 13. Artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.
De Regeling landbouwtelling en gecombineerde opgave 2010 wordt ingetrokken.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
H. Bleker.
Formulier code | Gewascode | Rubrieknaam | VSO*) | SO 2007 |
---|---|---|---|---|
Dieren op het bedrijf/Veestapel | ||||
Rundvee (geen vlees- of weidevee) | ||||
201 | 79 | fokjongvee jonger dan 1 jaar vrouwelijk | (a) | 386 |
203 | 80 | fokjongvee jonger dan 1 jaar mannelijk | (a) | 386 |
205 | 81 | fokjongvee 1 tot 2 jaar vrouwelijk | 476 | |
207 | 82 | fokjongvee 1 tot 2 jaar mannelijk | 1.010 | |
209 | 83 | fokjongvee 2 jaar of ouder vrl (nog nooit gekalfd) | 476 | |
211 | 84 | melk- en kalfkoeien | 2.540 | |
213 | 85 | stieren voor de fokkerij, 2 jaar of ouder | 1.010 | |
Rundvee (vlees- of weidevee) | ||||
214 | 498 | vleeskalveren voor de witvleesproductie | (a) | 955 |
216 | 499 | vleeskalveren voor de rosé vleesproductie | (a) | 457 |
217 | 93 | jongvee vleesproductie jonger dan 1 jaar vrouwelijk | (a) | 515 |
219 | 94 | jongvee vleesproductie jonger dan 1 jaar mannelijk | (a) | 482 |
221 | 95 | jongvee vleesproductie 1 tot 2 jaar vrouwelijk | 498 | |
223 | 96 | jongvee vleesproductie 1 tot 2 jaar mannelijk | 482 | |
225 | 97 | jongvee vleesprod. 2 jr of ouder vrouwelijk nooit gekalfd | 482 | |
227 | 98 | stieren voor de vleesproductie, 2 jaar of ouder | 482 | |
228 | 282 | zoogkoeien (tenminste eenmaal gekalfd) | 469 | |
229 | 283 | vlees- en weidekoeien (2 jaar of ouder) | 482 | |
Varkens | ||||
235 | 103 | biggen tot 20 kg nog bij de zeug | 0 | |
237 | 104 | Overige biggen (gespeend) | (b) | 220 |
239 | 105 | vleesvarkens tot 50 kg | 220 | |
240 | 2035 | vleesvarkens 50 tot 80 kg | 220 | |
241 | 2036 | vleesvarkens 80 tot 110 kg | 220 | |
242 | 2037 | vleesvarkens 110 kg en zwaarder | 220 | |
243 | 107 | opfokzeugen en opfokberen tot 50 kg | 245 | |
244 | 108 | fokzeugen 50 kg of meer niet gedekt, nog nooit gedekt | 245 | |
245 | 2038 | fokzeugen 50 kg of meer, gedekt, nog niet eerder gebigd | 1.080 | |
251 | 2039 | fokzeugen 50 kg of meer, gedekt, overige gedekte zeugen | 1.080 | |
249 | 110 | Fokzeugen 50 kg of meer, bij biggen | 1.080 | |
246 | 111 | overige fokzeugen (gust) 50 kg of meer | 1.080 | |
253 | 112 | fokberen 50 kg of meer nog niet dekrijp | 245 | |
255 | 113 | fokberen dekrijp 50 kg of meer | 1.080 | |
Kippen (per 100 dieren) | ||||
269 | 127 | vleeskuikens | 1.060 | |
271 | 338 | ouderdieren van vleesrassen jonger dan 18 weken | 1.420 | |
273 | 339 | ouderdieren van vleesrassen 18 weken of ouder | 2.340 | |
275 | 130 | leghennen jonger dan 18 weken (incl. kuikens) | 740 | |
276 | 131 | leghennen 18 weken tot 20 maanden | 1.210 | |
278 | 132 | leghennen 20 maanden of ouder | 1.210 | |
272 | 1784 | ouderdieren van leghennen jonger dan 18 weken | 1.360 | |
274 | 1785 | ouderdieren van leghennen 18 weken of ouder | 2.510 | |
Eenden, kalkoenen en overig pluimvee (per 100 dieren) | ||||
287 | 138 | eenden voor de vleesproductie (incl. ouderdieren) | 1.510 | |
289 | 1374 | kalkoenen | 3.520 | |
187 | 2552 | ganzen | 2.000 | |
194 | 2549 | overig pluimvee | 680 | |
Paarden en pony's | ||||
554 | 2660 | Fokpaarden, < 3 jaar | 500 | |
555 | 2661 | Fokpaarden, >= 3 jaar | 700 | |
556 | 2662 | Overige paarden, < 3 jaar | 250 | |
557 | 2663 | Overige paarden, >= 3 jaar | 350 | |
197 | 1963 | pony's jonger dan 3 jaar | 250 | |
198 | 1964 | Pony’s 3 jaar of ouder | 350 | |
183 | 2559 | ezels 6 maanden of ouder | 100 | |
Schapen en geiten | ||||
265 | 121 | lammeren (schapen jonger dan 1 jaar niet gelammerd) | (c) | 53 |
266 | 122 | overige schapen vrouwelijk | 149 | |
268 | 123 | overige schapen mannelijk | 52 | |
250 | 1830 | melkgeiten jonger dan 1 jaar | 348 | |
258 | 1831 | melkgeiten 1 jaar of ouder | 348 | |
260 | 1968 | overige geiten vrouwelijk < 1 jaar | (d) | 105 |
261 | 1969 | overige geiten vrouwelijk >= 1 jaar | 104 | |
262 | 1970 | overige geiten mannelijk < 1 jaar | (d) | 104 |
263 | 1971 | overige geiten mannelijk >= 1 jaar | 104 | |
Konijnen | ||||
232 | 284 | gespeende vleeskonijnen | 15 | |
233 | 285 | voedsters (moederdieren) | 101 | |
Edelpelsdieren | ||||
290 | 289 | nertsen (moederdieren) | 155 | |
294 | 291 | overige pelsdieren (moederdieren) | 155 | |
Tuinbouw onder glas | ||||
Groenten | ||||
608 | 1681 | losse tomaten (rond, vlees, tussentype) | 349.500 | |
604 | 1377 | trostomaten (incl. fijne trostomaten) | 450.500 | |
606 | 1378 | cherry-tomaten | 539.500 | |
605 | 297 | komkommers | 402.500 | |
610 | 298 | aardbeien onder glas | 387.000 | |
611 | 1014 | aardbeien in betreedbare plastic tunnels | 96.800 | |
631 | 1682 | rode paprika | 382.500 | |
632 | 1683 | groene paprika | 364.500 | |
633 | 1684 | gele paprika | 378.000 | |
634 | 1685 | overige paprika | 414.000 | |
618 | 301 | aubergines | 443.000 | |
621 | 302 | overige groenten (inclusief meloen) | 252.500 | |
624 | 336 | groentezaden onder glas | 190.000 | |
625 | 211 | opkweekmateriaal groenten | 633.000 | |
648 | 2667 | Andijvie (onder glas) | 135.000 | |
642 | 2665 | Courgette (onder glas) | 375.000 | |
658 | 2668 | Kropsla (onder glas) | 240.000 | |
644 | 2666 | Radijs (onder glas) | 185.000 | |
Fruit | ||||
635 | 1597 | fruit onder glas | 119.000 | |
Bloemkwekerijgewassen | ||||
652 | 305 | alstroemeria (snijbloemen) | 555.000 | |
643 | 303 | anjers (snijbloemen) | 453.000 | |
645 | 304 | anthurium (snijbloemen) | 432.000 | |
647 | 217 | chrysanten (snijbloemen) | 589.000 | |
654 | 941 | eustoma russellianum (snijbloemen) | 540.500 | |
649 | 218 | fresia's (snijbloemen) | 349.000 | |
651 | 220 | gerbera's (snijbloemen) | 484.500 | |
655 | 221 | lelies (snijbloemen) | 677.000 | |
650 | 219 | orchideeën (snijbloemen) | 426.000 | |
641 | 214 | rozen (snijbloemen) | 734.500 | |
657 | 223 | overige snijbloemen | 413.500 | |
546 | 2658 | Potplanten, voor de bloei | 862.000 | |
547 | 2659 | Potplanten, bladplanten | 675.800 | |
662 | 1020 | amaryllisbollen | 236.500 | |
663 | 226 | perkplanten | 586.500 | |
665 | 227 | overige bloemkwekerijgewassen | 335.000 | |
677 | 1598 | bloemzaden onder glas | 375.500 | |
666 | 228 | opkweekmateriaal bloemkwekerijgewassen | 650.500 | |
Boomkwekerijgewassen en vaste planten | ||||
670 | 942 | boomkwekerijgewassen/vaste planten, vermeerdering en/of aantrekking | 192.500 | |
672 | 943 | boomkwekerijgewassen en vaste planten volledige teelt onder glas | 475.000 | |
Paddenstoelenteelt | ||||
702 | 1834 | teeltoppervlakte met de hand geoogste champignons | 2.573.000 | |
703 | 1835 | teeltoppervlakte machinaal geoogste champignons | 2.981.000 | |
709 | 350 | overige eetbare paddenstoelen, substraatverbruik (per ton) vorig jaar | 590 | |
Bollenbroei | ||||
911 | 195 | tulpen gebroeid (x 1000) in afgelopen seizoen | 157 | |
912 | 1558 | hyacinten gebroeid (x 1000) in afgelopen seizoen | 301 | |
913 | 194 | narcisbollen gebroeid in afgelopen seizoen (per kg) | 2 | |
315 | 2656 | Overige bollenbroei | 2 | |
Witloftrek | ||||
583 | 197 | oppervlakte witlofwortelen voor trek van witlof (per ha getrokken pennen) vorig jaar | 15.800 | |
Tuinbouw open grond | ||||
Groenten | ||||
431 | 1842 | aardbeien: vermeerdering | 33.700 | |
432 | 1843 | aardbeien: wachtbed | 33.700 | |
433 | 1844 | aardbeien: productie | 33.700 | |
434 | 146 | andijvie | 16.600 | |
435 | 147 | asperges met productie | 14.500 | |
436 | 1600 | asperges zonder productie | 14.500 | |
437 | 150 | bloemkool | 9.420 | |
438 | 1845 | boerenkool | 4.340 | |
439 | 1846 | bospeen | 16.600 | |
440 | 500 | broccoli | 6.820 | |
441 | 1847 | chinese kool | 16.600 | |
442 | 152 | knolselderij | 3.570 | |
443 | 1848 | knolvenkel/venkel | 16.600 | |
444 | 2319 | komkommerachtigen (augurk, courgette, meloen, pompoen) | 16.600 | |
445 | 1850 | koolraap | 2.480 | |
446 | 1851 | koolrabi | 16.600 | |
447 | 501 | kroten/rode bieten | 9.950 | |
496 | 2657 | Kruiden | 20.800 | |
453 | 1857 | paksoi | 16.600 | |
454 | 1858 | peulen | 16.600 | |
455 | 154 | prei | 19.700 | |
456 | 855 | pronkbonen | 16.600 | |
457 | 1859 | raapstelen | 16.600 | |
458 | 1860 | rabarber | 16.600 | |
459 | 1861 | radijs | 16.600 | |
460 | 1862 | rode kool | 12.400 | |
461 | 1863 | savooiekool | 16.600 | |
462 | 155 | schorseneren | 3.770 | |
463 | 2322 | selderij (groen) | 16.600 | |
464 | 2321 | selderij, bleek | 16.600 | |
451 | 1972 | sla: ijsberg | 28.800 | |
452 | 2324 | sla: overige | 28.300 | |
475 | 2323 | sla: radicchio rosso | 26.100 | |
465 | 156 | spinazie | 1.680 | |
466 | 1865 | spitskool | 8.260 | |
467 | 157 | spruitkool | 8.460 | |
468 | 158 | stamsperziebonen (= stamslabonen) | 2.080 | |
469 | 856 | stoksnijbonen en stokslabonen | 16.600 | |
470 | 1866 | waspeen | 3.290 | |
471 | 162 | winterpeen | 8.870 | |
472 | 163 | witlofwortel | 4.320 | |
473 | 1867 | witte kool | 12.700 | |
485 | 1868 | overige niet genoemde bladgewassen | 16.600 | |
486 | 867 | overige niet genoemde groenten | 13.500 | |
474 | 2320 | Courgette | 31.000 | |
513 | 2330 | groentezaden en opkweekmateriaal vollegrondsgroenten | 4.570 | |
Fruit | ||||
490 | 166 | appelen aangeplant in afgelopen seizoen | 18.500 | |
491 | 167 | appelen aangeplant voor afgelopen seizoen | 18.500 | |
492 | 168 | peren aangeplant in afgelopen seizoen | 19.000 | |
493 | 169 | peren aangeplant voor afgelopen seizoen | 19.000 | |
494 | 1869 | blauwe bes | 59.700 | |
495 | 1870 | pruimen | 18.800 | |
497 | 1602 | wijnbouw | 20.200 | |
498 | 1872 | zure kersen – opbrengst voor verwerkende industrie | 8.450 | |
499 | 1873 | zwarte bes – opbrengst voor verwerkende industrie | 3.250 | |
500 | 1874 | overig kleinfruit (o.a. kruisbessen en kiwi's) | 36.400 | |
501 | 2329 | overige pit- en steenvruchten(o.a. perzik en tafeldruiven) | 37.900 | |
487 | 2328 | Zoete kersen | 37.900 | |
488 | 2326 | Frambozen | 140.500 | |
489 | 2325 | Rode bes | 70.500 | |
502 | 2327 | bramen | 195.000 | |
bloemkwekerijgewassen | ||||
511 | 174 | bloemzaden open grond | 5.260 | |
518 | 503 | droogbloemen | 9.860 | |
519 | 1876 | snijgroen | 49.900 | |
520 | 1604 | overige bloemkwekerijgewassen open grond | 50.900 | |
Bloembollen en -knollen | ||||
548 | 1890 | dahlia | 26.900 | |
550 | 182 | iris | 26.000 | |
552 | 177 | hyacint | 38.400 | |
553 | 2331 | gladiool | 25.400 | |
558 | 181 | lelie | 36.000 | |
559 | 179 | narcis | 11.000 | |
560 | 178 | tulp | 19.200 | |
561 | 1899 | zantedeschia | 36.000 | |
562 | 2664 | Overige bol- en knolgewassen (al bestaande rubriek, maar vallen nu meer rubrieken onder) | 19.000 | |
578 | 1013 | krokus | 14.400 | |
Boomkwekerijgewassen | ||||
525 | 1877 | bos- en haagplantsoen | 31.600 | |
526 | 1878 | buxus | 85.700 | |
527 | 1879 | ericaceae | 109.000 | |
528 | 1880 | laan- en parkbomen: onderstammen | 30.000 | |
529 | 1881 | laan- en parkbomen: spillen | 17.500 | |
530 | 1882 | laan- en parkbomen: opzetters | 20.500 | |
531 | 1883 | rozenstruiken (incl. zaailingen en onderstammen) | 31.400 | |
532 | 188 | sierconiferen | 58.000 | |
533 | 189 | sierheesters en klimplanten | 109.000 | |
536 | 1884 | trek- en besheester | 27.200 | |
537 | 1885 | vruchtbomen: moerbomen | 23.000 | |
538 | 1886 | vruchtbomen: onderstammen | 30.000 | |
539 | 1887 | overige vruchtbomen | 23.000 | |
Vaste planten | ||||
540 | 190 | vaste planten | 88.100 | |
Grondgebruik | ||||
Grasland | ||||
300 | 265 | blijvend grasland | 765 | |
507 | 2301 | natuurlijk grasland met hoofdfunctie landbouw | 230 | |
508 | 2302 | natuurlijk grasland (begraasd) met beperkte landbouw activiteit | 230 | |
302 | 266 | tijdelijk grasland | 765 | |
512 | 2304 | begraasde heide | 0 | |
Overige natuurterreinen | ||||
509 | 2303 | overige natuurterreinen | 0 | |
Braak | ||||
310 | 2029 | braak, natuur | 0 | |
306 | 2033 | tijdelijk onbeteelde grond | 0 | |
370 | 2026 | braak met bos (sbl regeling na 28 juni 1995) | 0 | |
506 | 2300 | onbeteelde grond vanwege teeltverbod/ontheffing | 0 | |
Akkerbouwgewassen | ||||
369 | 2025 | aardappelen als bestrijdingsmaatregel am:vanggewas | 0 | |
327 | 1911 | consumptieaardappelen op klei/lössgrond (vroeg, loofvernietiging voor 15 juli) | 5.260 | |
328 | 1912 | consumptieaardappelen op zand/veengrond (vroeg, loofvernietiging voor 15 juli) | 4.960 | |
325 | 1909 | consumptieaardappelen op klei/lössgrond (laat, loofvernietiging na 15 juli) | 5.260 | |
326 | 1910 | consumptieaardappelen op zand/veengrond (laat, loofvernietiging na 15 juli) | 4.960 | |
367 | 1928 | pootaardappelrassen op klei/lössgrond, geen uitgroeiteelt (loofvernietiging voor 15 augustus) | 8.460 | |
368 | 1929 | pootaardappelrassen op zand/veengrond, geen uitgroeiteelt (loofvernietiging voor 15 augustus) | 6.090 | |
365 | 1926 | pootaardappelen op klei/lössgrond, uitgroeiteelt (loofvernietiging na 15 augustus) | 8.460 | |
366 | 1927 | pootaardappelen op zand/veengrond, uitgroeiteelt (loofvernietiging na 15 augustus) | 6.090 | |
392 | 1934 | zetmeelaardappelen | 1.970 | |
393 | 1935 | zetmeelaardappelen (tbm pootgoed) | 4.380 | |
394 | 859 | zetmeelaardappelen geleverd aan buitenland | 1.970 | |
376 | 256 | Suikerbieten | 2.990 | |
543 | 2651 | Bieten, voeder- (incl. aardperen) | 2.070 | |
321 | 247 | blauwmaanzaad | 1.160 | |
323 | 242 | bruine bonen | 1.940 | |
379 | 853 | tuinbonen (droog te oogsten) | 3.410 | |
380 | 854 | tuinbonen (groen te oogsten) | 2.410 | |
384 | 243 | veldbonen (o.a. duive-, paarde-, wierbonen) | 780 | |
324 | 511 | cichorei | 2.450 | |
542 | 2650 | Erwten incl. schokkers (droog te oogsten) | 935 | |
334 | 244 | erwten (groen te oogsten) | 1.890 | |
335 | 1575 | faunaranden | 0 | |
389 | 235 | wintergerst | 785 | |
396 | 236 | zomergerst | 945 | |
545 | 2653 | Graszaad (incl. klaverzaad) | 1.310 | |
346 | 1921 | graszoden | 4.150 | |
505 | 2299 | niet vlinderbloemige groenbemesters | 0 | |
504 | 2298 | vlinderbloemige groenbemesters | 0 | |
347 | 238 | haver | 945 | |
385 | 944 | vezelhennep | 800 | |
364 | 2652 | Granen, overig | 1.110 | |
349 | 241 | kapucijners en grauwe erwten | 1.520 | |
350 | 246 | karwijzaad, oogst dit jaar | 1.160 | |
352 | 1922 | koolzaad: winter | 1.160 | |
353 | 1923 | koolzaad: zomer | 1.160 | |
354 | 666 | lijnzaad niet van vezelvlas | 1.160 | |
360 | 663 | niet-bittere lupinen | 1.040 | |
355 | 258 | luzerne | 640 | |
313 | 2032 | maïs, energie | 940 | |
356 | 317 | corn cob mix | 1.070 | |
357 | 316 | korrelmais | 1.150 | |
358 | 259 | snijmais | 940 | |
359 | 814 | suikermais | 2.260 | |
361 | 516 | miscanthus (olifantsgras) | 800 | |
363 | 1925 | overige akkerbouwgewassen | 2.900 | |
372 | 664 | raapzaad | 1.160 | |
373 | 237 | rogge (geen snijrogge) | 705 | |
375 | 665 | sojabonen | 1.160 | |
377 | 1930 | tagetes op zandgrond en löss (geen groene braak) | 0 | |
390 | 233 | wintertarwe | 1.280 | |
397 | 234 | zomertarwe | 980 | |
378 | 314 | triticale | 730 | |
381 | 1931 | poot- en plantuien (incl. sjalotten) | 4.940 | |
382 | 263 | zilveruitjes | 4.940 | |
383 | 262 | zaai-uien | 4.580 | |
386 | 249 | vezelvlas | 1.570 | |
391 | 1933 | zaaizaad voor vezelvlas | 1.570 | |
398 | 515 | zonnebloemen | 1.160 | |
541 | 2645 | Notenbomen | 37.900 | |
Bos | ||||
419 | 1936 | blijvend bos met herplantplicht | 0 | |
420 | 863 | bos zonder herplantplicht | 0 | |
421 | 864 | bos aangeplant in het kader van de set-aside regeling | 0 | |
371 | 2027 | bos (sbl regeling) | 0 | |
503 | 2297 | woudbomen met korte omlooptijd | 0 |
NB; voetnoten bij SO (kolom met naam VSO)
a) Alleen (proportioneel) meetellen als gezamenlijk een hoger aantal dan aantal koeien (211, 228, 229)
b) Alleen meetellen als ‘Zeugen, meer dan 50 kg’ (245, 246, 249 en 251) niet voorkomt.
c) Alleen meetellen als ‘Overige schapen, vrouwelijk’ (266) niet voorkomt.
d) Alleen meetellen als ‘vrouwelijke geiten in productie’ (250, 258, 261) niet voorkomt.
Met het bij deze regeling gepubliceerde formulier Gecombineerde Opgave 2011 kan voor het jaar 2011 opgave worden gedaan ten behoeve van de landbouwtelling op grond van de Landbouwwet, de opgave Gebruik gewaspercelen op grond van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet en de verzamelaanvraag op grond van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006. Voor de verschillende onderdelen van de gecombineerde opgave (landbouwtelling, verzamelaanvraag en opgave van het gebruik van gewaspercelen) wordt gebruik gemaakt van één formulier.
Net als vorig jaar wordt door middel van het bij deze regeling vastgestelde formulier ook de aanvraag voor een probleemgebiedenvergoeding gedaan. De probleemgebiedenvergoeding vindt haar grondslag in Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO). Ingevolge de Wet Inrichting Landelijk Gebied worden probleemgebiedenvergoedingen verleend door de provincies. In Verordening (EG) nr. 65/2011 van de Commissie van 27 januari 2011 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad met betrekking tot de toepassing van controleprocedures en van de randvoorwaarden in het kader van de steunmaatregelen voor plattelandsontwikkeling is voorgeschreven dat de aanvraag voor deze vergoeding moet worden gedaan door gebruik te maken van de verzamelaanvraag. Dit betekent dat de door Dienst Regelingen ontvangen aanvragen om probleemgebiedenvergoeding conform de ‘doorzendplicht’ ingevolge de Algemene wet bestuursrecht zullen worden doorgezonden aan de betrokken provincie.
Deze regeling bepaalt dat er in de periode van 1 april 2011 tot en met 15 mei 2011 een landbouwtelling wordt gehouden. De landbouwtelling heeft twee doelen, namelijk statistiek en administratie. Voor onderzoek en beleid wordt door het Centraal Bureau voor Statistiek een zo volledig mogelijk overzicht samengesteld van de beteelde oppervlakte, de omvang van de veestapel en de inzet van arbeidskrachten. Voorts is het voor de uitvoering van het landbouwbeleid van belang dat correcte gegevens per landbouwbedrijf beschikbaar zijn bij het ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie (EL&I).
Producenten die geen van de hierna genoemde premies aanvragen, en ook niet ingevolge het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet gehouden zijn om (wijzigingen van) perceelsgegevens te verstrekken, geven op het formulier alleen de landbouwtellingsgegevens op die op grond van artikel 24 en 25 van de Landbouwwet worden gevraagd.
Met de verzamelaanvraag vraagt de landbouwer subsidie aan op grond van de bedrijfstoeslagregeling zoals geregeld in de Regeling GLB-inkomenssteun 2006.
Uit de Regeling GLB-inkomenssteun 2006 volgt dat elke landbouwer die aanspraak wil maken op één of meer van de genoemde subsidies, verplicht is alle in gebruik zijnde grond op te geven in de Verzamelaanvraag.
De in gebruik zijnde grond dient te worden aangegeven op het onderdeel ‘Overzicht gewaspercelen’ en ingetekend te worden op de bedrijfskaart van het formulier, waarvan de modellen zijn opgenomen als bijlagen II en III bij deze regeling.
Voor landbouwers die een contract hebben gesloten met een groenvoederdrogerij geldt op grond van artikel 14, lid 1, onder h, van Verordening (EG) nr. 382/2005 dat de betrokken steunpercelen moeten worden aangegeven op het onderdeel ‘Overzicht gewaspercelen’ van het formulier, waarvan het model is opgenomen als bijlage II bij deze regeling, onder vermelding van de daarbij behorende bijkomende bestemming. Deze opgave is ten behoeve van het verkrijgen van droogsteun door de groenvoederdrogerijen, een steunregeling die door het Hoofdproductschap akkerbouw wordt uitgevoerd.
De Regeling GLB-inkomenssteun 2006 is in 2009 en 2010 uitgebreid met een aantal nieuwe bepalingen voor specifieke steun. Het betreft een vergoeding voor het gebruik van vaarpercelen, een tegemoetkoming voor de premie voor brede weersverzekering, een tegemoetkoming voor de schapen- en geitensector, een tegemoetkoming voor diervriendelijk produceren en een tegemoetkoming voor verbetering van dierenwelzijn.
In de verzamelaanvraag is de mogelijkheid opgenomen een aanvraag te doen tot uitbetaling van de subsidie in het kader van het Subsidiestelsel natuur- en landschapsbeheer. Dit stelsel is de opvolger van de Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer. De subsidie wordt uitbetaald aan de landbouwer die op 15 mei van het beheerjaar het gebruiksrecht heeft over de beheereenheid. In bijlagen IV en V bij deze regeling zijn respectievelijk het formulier en het model van de kaart opgenomen waarop de bij Dienst Regelingen geregistreerde gegevens van beheereenheden worden teruggelegd aan de relatie. Aan de hand van deze gegevens kan de relatie een betaalverzoek indienen.
Met het verstrekken van voornoemde perceelsgegevens voldoet de landbouwer daarnaast voor het tijdvak van 1 januari 2011 tot 15 mei 2011 aan de verplichting op grond van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet om gegevens te verstrekken met betrekking tot het gebruik en de ligging van percelen landbouwgrond. In deze periode vervangt de gecombineerde opgave het formulier dat normaliter door Dienst Regelingen van het Ministerie van EL&I wordt verstrekt aan landbouwers om wijziging(en) in het gebruik van een gewasperceel door te geven.
De aanvraag probleemgebiedenvergoeding is met ingang van 2008 geïntegreerd in de verzamelaanvraag. De vergoeding wordt verleend aan landbouwers die zijn gevestigd in gebieden met speciale natuurlijke handicaps. De vergoeding heeft tot doel agrarische activiteiten in die gebieden te behouden zodat het gebruik van landbouwgrond wordt voortgezet en deze landelijke gebieden in stand blijven.
De aanvraag moet worden beschouwd als zijnde zowel een aanvraag tot subsidie als de aanvraag tot betaling van de subsidie.
Het volledig ingevulde en ondertekende formulier dient uiterlijk op 15 mei 2011 door Dienst Regelingen te zijn ontvangen. Het niet voldoen aan deze verplichting is een economisch delict in de zin van artikel 1, onder 2, van de Wet op de economische delicten. De gevolgen van het niet-tijdig insturen van de gegevens in het kader van de Regeling GLB-Inkomenssteun 2006zijn neergelegd in de desbetreffende regeling en komen in hoofdzaak neer op korting op dan wel uitsluiting van betalingen van inkomenstoeslagen voor het jaar 2011.
Vanaf 2010 is voor de typologie van de agrarische bedrijven Verordening (EG) nr. 1242/2008 van toepassing. De belangrijkste wijziging in bepaling van de bedrijfsomvang van bedrijven is dat deze wordt gebaseerd op standaardopbrengsten (SO) in plaats van Bruto Standaard Saldi (BSS). 1 SO staat gelijk aan 1 euro genormaliseerde opbrengst.
In bijlage VIII bij deze regeling is de lijst met SO-normen opgenomen. Het totaal van de standaardopbrengsten is gelijk aan de som van de waarden die worden verkregen door voor elke rubriek van de landbouwtelling de SO te vermenigvuldigen met het overeenstemmende aantal eenheden. Met deze SO-norm is het mogelijk om een beoordeling te maken van de productieomvang van het gehele bedrijf en de afzonderlijke productierichtingen.
In beginsel zullen voor de landbouwtelling alleen ondernemingen worden geïnventariseerd met een bedrijfsomvang van 3000 of meer SO. Niettemin wordt ook een beschrijvingsbiljet gezonden aan bepaalde ondernemers met een kleinere bedrijfsomvang. Daarbij valt met name te denken aan ondernemers waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de kleinere bedrijfsomvang een tijdelijk karakter draagt waardoor zij op de langere termijn wel voor inventarisatie in aanmerking behoren te komen.
De relaties is per brief de oproep gedaan om de gecombineerde opgave voor 2011 in te dienen. Met deze brief is derhalve een oproep gedaan tot deelname aan de landbouwtelling bestemd tot het doen van opgave van de landbouwkundige en technische gegevens van hun onderneming als bedoeld in artikel 3 van de regeling. Relaties aan wie deze oproep is toegezonden, zijn opgaveplichtig.
Evenals in voorgaande jaren is ook in 2011 opgave via internet mogelijk. Alle relaties hebben hiertoe in januari 2006 een gebruikscode, wachtwoord en 15 tancodes ontvangen. Relaties die later zijn ingeschreven, op een later moment. In deze regeling wordt bepaald onder welke voorwaarden het mogelijk is de opgave en subsidieaanvragen elektronisch in te dienen.
De hoogte van de administratieve lasten per relatie is voornamelijk afhankelijk van de vraag of perceelsgegevens moeten worden opgegeven. Voor bedrijven zonder grond of met uitsluitend tuinbouw onder glas hoeven geen perceelsgegevens opgegeven te worden. Voor vrijwel alle overige bedrijven moeten ten behoeve van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006 en het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet perceelsgegevens worden opgegeven. Voorts is de hoogte van de administratieve lasten afhankelijk van de keuze voor opgave via een papieren formulier of opgave via internet.
Voor de agrarische sector wordt in 2011 een vermindering van de totale administratieve lasten verwacht van € 1.041.343,– ten opzichte van 2010.
Uitgaande van:
○ De vraagstelling in de Gecombineerde opgave 2011
○ Een gemiddeld uurloon van € 30,36 voor de agrarische sector
○ Een gemiddeld uurloon van € 60,– voor intermediairs
zijn de administratieve lasten voor een opgave via internet naar verwachting € 135,– per bedrijf. De voor 2011 berekende administratieve lasten per bedrijf liggen daarmee lager dan de lasten in 2010. Voor 2010 zijn de gerealiseerde administratieve lasten per bedrijf voor een opgave via internet namelijk berekend op € 176,–. Ondanks dat in 2011 naar verwachting vaker opgave via internet zal worden gedaan dan in 2010, liggen de totale administratieve lasten voor de bedrijven die een opgave via internet zullen doen (voor circa 72.000 bedrijven een bedrag van € 9.753.762,–) in absolute zin lager dan de in 2010 gerealiseerde totale administratieve lasten voor de bedrijven die een opgave via internet deden (voor 69.443 bedrijven een bedrag van € 12.242.984,–).
Uitgaande van de vraagstelling in de Gecombineerde opgave van 2011 en de hierboven genoemde uurlonen zijn de administratieve lasten voor een opgave op papier naar verwachting € 160,– per bedrijf. De voor 2011 berekende administratieve lasten per bedrijf voor een opgave op papier liggen daarmee lager dan de administratieve lasten in 2010. Voor 2010 zijn de gerealiseerde administratieve lasten per bedrijf voor een opgave op papier namelijk berekend op € 210,–. Mede omdat dat in 2011 naar verwachting weer iets minder opgave op papier zal worden gedaan dan in 2010 liggen de totale administratieve lasten voor de bedrijven die een opgave op papier doen (voor circa 8000 bedrijven een bedrag van € 1.280.621,–) fors lager dan de in 2010 gerealiseerde totale administratieve lasten voor bedrijven die een opgave op papier deden (voor circa 12.267 bedrijven een bedrag van € 2.573.243,–).
De uit de regeling voortvloeiende informatieverplichtingen hebben betrekking op naar verwachting 80.000 bedrijven. In het kader van de landbouwtelling en EU gerelateerde vragen zullen aan deze bedrijven minder gegevens worden gevraagd dan in 2010. Dit zit vooral in minder vragen voor de landbouwtelling.
De verwachte stijging van het percentage internetopgaven leidt tot ook tot een lichte besparing omdat deze opgaven altijd compleet worden ontvangen. Ze hoeven niet retour te worden gezonden bij een onvolledigheid. In 2010 moest ongeveer 28,5% van de papieren opgaven worden geretourneerd, terwijl hiervoor 20% was ingeschat. Voor 2011 wordt 25% ingeschat. Deze hogere schatting is gebaseerd op de ervaringen in 2010.
De landbouwtelling vindt plaats vanaf 1 april van ieder jaar. Het voor de landbouwtelling te gebruiken formulier wordt ieder jaar bij ministeriële regeling opnieuw vastgesteld. Er wordt afgeweken van het vaste verandermoment voor regelgeving, omdathet formulier niet op tijd gereed was als gevolg van het doen van de noodzakelijke aanpassingen in het kader van de actualisatie van het perceelregister.
De regeling treedt nu in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
H. Bleker.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2011-5056.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.