Instelling bijzonder luchtverkeersgebied Nunspeet (week 12) (Raven)

11 maart 2011

Nr. MLA/048/2011

De Minister van Defensie,

Gelezen het verzoek van het Operationeel Ondersteunings Commando Land/103 Intelligence Surveillance Target Acquisition Reconnaissance bataljon/101 Remotely Piloted Vehicle batterij van 7 februari 2011;

Gelet op artikel 8 van het Luchtverkeersreglement;

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Ten behoeve van het uitvoeren van vluchten met het Raven UAV-systeem wordt als oefengebied het volgende bijzondere luchtverkeersgebied (BVG) aangewezen, te noemen BVG Nunspeet, begrensd door de volgende coördinaten en hoogten:

    van 52°23'35.70"N 005°48'37.38”E in een rechte lijn naar 52°22'51.18"N 005°46'53.40”E, in een rechte lijn naar 52°24'23.16"N 005°45'06.60”E, in een rechte lijn naar 52°25'00.18"N 005°46'22.92”E en in een rechte lijn terug naar 52°23'35.70"N 005°48'37.38”E, van grondniveau tot 600 voet AMSL (zie figuur 1).

    Figuur 1: BVG Nunspeet

    Figuur 1: BVG Nunspeet

  • 2. Het BVG Nunspeet, genoemd in het eerste lid, wordt ingesteld op de volgende data en tijdstippen:

    maandag 21 maart 2011 van 13:00 uur lokale tijd tot 17:00 uur lokale tijd;

    woensdag 23 maart 2011 van 8:00 uur lokale tijd tot 16:00 uur lokale tijd.

Artikel 2

Voor het gebruik van het BVG Nunspeet gelden de volgende regels:

  • a. het uitvoeren van andere dan bij de oefening betrokken vluchten in het BVG Nunspeet is niet toegestaan, met uitzondering van gecoördineerde vluchten door luchtvaartuigen die vooraf toestemming hebben verkregen van AOCS NM LVL;

  • b. gedurende de uitvoering van de vluchten met het Raven UAV-systeem dient te allen tijde contact mogelijk te zijn tussen de uitvoerende eenheid en AOCS NM LVL;

  • c. aanvang en beëindiging van de vluchten worden gecoördineerd met AOCS NM LVL;

  • d. het gelijktijdig opereren van het Raven UAV-systeem en andere luchtvaartuigen is uitdrukkelijk verboden;

  • e. gedurende de uitvoering van de vluchten moeten aaneengesloten bebouwing, ziekenhuizen, sanatoria en dergelijke worden vermeden;

  • f. de vluchten met het Raven UAV-systeem blijven binnen de grenzen van het oefengebied, waarbij een maximale hoogte wordt aangehouden van 500 voet AMSL.

Artikel 3

Handelen in strijd met artikel 2, onderdeel a, van deze beschikking is een strafbaar feit.

Artikel 4

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de eerste dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt op 24 maart 2011.

Deze beschikking zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en zal tevens bekend worden gemaakt door middel van een NOTAM.

De Minister van Defensie,

voor deze:

de Directeur Militaire Luchtvaart Autoriteit,

C.J. Lorraine,

Commodore

Tegen deze beschikking kunnen belanghebbenden op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), binnen 6 weken na de dag waarop deze beschikking is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan de Minister van Defensie, ter attentie van de Commissie advisering bezwaarschriften Defensie, Directie Juridische Zaken, Postbus 20701, 2500 ES ‘s-Gravenhage. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en moet ten minste bevatten: de naam en het adres van de indiener; de dagtekening; een omschrijving van de beschikking waartegen het bezwaar is gericht; de gronden van het bezwaar. Indien onverwijlde spoed dat vereist, is het mogelijk een voorlopige voorziening te vragen bij de president van de rechtbank die bevoegd is. In dat geval is griffierecht verschuldigd. Voorwaarde is dat een bezwaarschrift is ingediend.

TOELICHTING

Het opereren met onbemande luchtvaartuigen (Unmanned Aerial Vehicles, UAV’s) wordt binnen de defensieorganisatie uitgevoerd door verschillende eenheden. Activiteiten waarbij UAV’s van het type Raven RQ 11B worden ingezet, zijn gebonden aan stringente regelgeving, verwoord in de Regeling vluchten militaire onbemande luchtvaartuigen.

Een onbemand luchtvaartuig kan conform die regeling worden gebruikt in militaire plaatselijke luchtverkeersleidingsgebieden, restricted areas en bijzondere luchtverkeersgebieden (BVG’s). In deze beschikking is op grond van artikel 8 van het Luchtverkeersreglement een bijzonder luchtverkeersgebied als oefengebied aangewezen.

De maximale vlieghoogte van de Raven RQ 11B in het oefengebied is 150 meter (500 voet) boven gemiddeld zeeniveau (AMSL).

Naar boven