Besluit van de Minister van Veiligheid en Justitie van 4 maart 2011, nr. 5688750/11, houdende aanwijzing van hulpofficieren van justitie bij de Belastingdienst/FIOD (Besluit hulpofficieren van justitie Belastingdienst/FIOD 2011)

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 154, aanhef en onder d, van het Wetboek van Strafvordering;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. De opsporingsambtenaren, werkzaam bij de Belastingdienst/Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (Belastingdienst/FIOD) van het Ministerie van Financiën, die

    • a. de functie vervullen van:

      • teamleider of projectleider of

      • medewerker opsporing groepsfunctie F of I, die minimaal vijf jaar opsporingservaring heeft; en

    • b. met goed gevolg een door de Minister van Veiligheid en Justitie goedgekeurde opleiding tot hulpofficier van justitie hebben voltooid en in het bezit zijn van het certificaat ‘hulpofficier van justitie’,

    zijn aangewezen tot hulpofficier van justitie.

  • 2. Er kunnen maximaal 120 personen worden aangewezen als hulpofficier van justitie.

Artikel 2

Het in artikel 1, onder b, bedoelde certificaat heeft een geldigheidsduur van drie jaar, te rekenen vanaf de datum van afgifte van dat certificaat.

Artikel 3

De in artikel 1 bedoelde opsporingsambtenaren beperken zich bij het uitoefenen van hun bevoegdheden als hulpofficier van justitie tot hetgeen is bepaald bij of krachtens het Wetboek van Strafvordering en artikel 3 van de Algemene wet op het binnentreden.

Artikel 4

Van de krachtens dit besluit verkregen bevoegdheden wordt gebruik gemaakt overeenkomstig de aanwijzingen door de officier van justitie te geven.

Artikel 5

De in artikel 1 bedoelde opsporingsambtenaren doen hun processen-verbaal, de aangiften of berichten inzake strafbare feiten, met de in beslag genomen voorwerpen rechtstreeks aan de officier van justitie toekomen.

Artikel 6

Het Besluit hulpofficieren van justitie Belastingdienst/FIOD-ECD 2007 wordt ingetrokken.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na publicatie van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 8

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit hulpofficieren van justitie Belastingdienst/FIOD 2011.

Dit besluit wordt met de toelichting gepubliceerd in de Staatscourant.

Den Haag, 4 maart 2011

De Minister van Veiligheid en Justitie,

namens deze:

L.A.M. Gielen,

het hoofd van de afdeling Bestuurlijke en Juridische zaken.

Binnen zes weken na publicatie van dit besluit kan een belanghebbende daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Minister van Veiligheid en Justitie, Postbus 20301, 2500 EH ’s-Gravenhage. Het bezwaarschrift dient te zijn gemotiveerd.

TOELICHTING

De Belastingdienst/FIOD is de bijzondere opsporingsdienst als bedoeld in artikel 2, aanhef en onder a, van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten. Op grond van artikel 3, aanhef en onder a, van deze wet is de Belastingdienst/FIOD in de eerste plaats belast met strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde op de beleidsterreinen waarvoor de Minister van Financiën verantwoordelijkheid draagt. De Belastingdienst/FIOD is, op grond van artikel 3, aanhef en onder b, van deze wet, daarnaast onder meer belast met de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde op een beleidsterrein waarvoor een andere minister verantwoordelijkheid draagt en die door die minister in overeenstemming met de Minister van Financiën en de Minister van Veiligheid en Justitie aan de Belastingdienst/FIOD is opgedragen.

Teneinde de bijzondere opsporingstaak zelfstandig, effectief en efficiënt te kunnen uitvoeren, acht ik het noodzakelijk om in het Besluit hulpofficieren van justitie Belastingdienst/FIOD 2011, naast de opsporingsambtenaren in de functie van teamleider en medewerker opsporing groepsfunctie F en I, tevens de opsporingsambtenaren in de functie van projectleider aan te wijzen als hulpofficier van justitie.

Met ingang van 1 juli 2010 is de naamgeving van de Belastingdienst/FIOD-ECD gewijzigd in belastingdienst/FIOD. In het Besluit hulpofficieren van justitie Belastingdienst/FIOD 2011 is die nieuwe naamgeving opgenomen.

Naar aanleiding van de uitbreiding van taken van een hulpofficier van justitie als gevolg van recente wetwijzigingen en aanwijzingen van het College van Procureurs-generaal, alsmede een andere, betrokkenheid bij het primaire proces van de teamleiders opsporing en een gewenste meer efficiënte verdeling van de hulpofficieren van justitie over de regio’s van de FIOD, acht ik het noodzakelijk dat het maximaal aan te wijzen aantal hulpofficieren wordt verhoogd van 100 naar 120 personen.

De Minister van Veiligheid en Justitie,

namens deze:

L.A.M. Gielen,

het hoofd van de afdeling Bestuurlijke en Juridische zaken.

Naar boven