Mandaatregeling beheer Kiesraad

23 februari 2011

Nr. 2011-2000046078

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op de artikelen 10:3, 10:9, eerste lid, en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 32, vierde lid, van de Comptabiliteitswet 2001, artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, de Organisatieregeling beheer Kiesraad, het Mandaatbesluit BZK 2009 en het Organisatiebesluit BZK 2009;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. secretariaat:

het secretariaat als bedoeld in artikel 1 van de Organisatieregeling beheer Kiesraad;

b. mandaat:

de bevoegdheid om in naam van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties besluiten te nemen;

c. volmacht:

de bevoegdheid om in naam van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

d. machtiging:

de bevoegdheid om in naam van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 2

  • 1. Aan de voorzitter van de Kiesraad wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend ten aanzien van de aangelegenheden die het beheer van de Kiesraad betreffen.

  • 2. De voorzitter wordt toegestaan mandaat, volmacht en machtiging ten behoeve van het uitoefenen van de dagelijkse leiding over het secretariaat door te geven aan de secretaris-directeur. De voorzitter kan bepalen of en onder welke voorwaarden de secretaris-directeur mandaat, volmacht en machtiging kan doorgeven aan ambtenaren van de Kiesraad.

Artikel 3

  • 1. De voorzitter van de Kiesraad wordt aangewezen als hoofd van dienst in de zin van artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement ten aanzien van de bij het secretariaat werkzame ambtenaren.

  • 2. Aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties blijft voorbehouden de bevoegdheid om, na overleg met de voorzitter van de Kiesraad, beslissingen te nemen met rechtspositionele gevolgen ten aanzien van ambtenaren van het secretariaat, bezoldigd in salarisschaal 14 of hoger.

Artikel 5

Het Organisatiebesluit BZK 2009 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3.1, tweede lid, onderdeel i, wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde gedachtestreepje en de zinsnede ‘het secretariaat van de Kiesraad (sKR)’ vervallen.

2. De puntkomma aan het slot van de zinsnede bij het tweede gedachtestreepje wordt vervangen door een punt.

B

In artikel 3.1, derde lid, wordt ‘derde lid’ vervangen door: tweede lid.

C

In artikel 3.1 wordt, onder vernummering van het vierde lid tot vijfde lid, een lid ingevoegd, luidende:

  • 4. De Secretaris-generaal is belast met het toezicht op het beheer van de Kiesraad.

D

Artikel 3.12 vervalt.

Artikel 6

Artikel 5.7, tweede lid van het Mandaatbesluit BZK 2009 komt als volgt te luiden:

  • 2. De beperkingen genoemd in het eerste lid, onderdeel b tot en met f, gelden niet voor het mandaat van de directeur die leiding geeft aan een baten-lastendienst of agentschap, aan de Projectdirectie Nieuwbouw Justitie & BZK en het gemeenschappelijk secretariaat van de Raad voor het openbaar bestuur en de Raad voor de financiële verhoudingen.

Artikel 7

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2011.

Artikel 8

Deze regeling wordt aangehaald als: Mandaatregeling beheer Kiesraad.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 23 februari 2011

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.P.H. Donner.

TOELICHTING

Met de onderhavige regeling wordt de beheersrelatie met de Kiesraad opnieuw vormgegeven. Uitgangspunt daarbij is de onafhankelijke positie van de Kiesraad.

Aan de voorzitter van de Kiesraad wordt rechtstreeks mandaat, volmacht en machtiging verleend om namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties besluiten te nemen en andere (rechts)handelingen te verrichten ten aanzien van aangelegenheden met een beheersmatig karakter. Personeelsbeheer is daarbij inbegrepen, met dien verstande dat de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen met rechtspositionele gevolgen zich uitstrekt tot ambtenaren bezoldigd in salarisschaal 13 of lager. De bevoegdheid om dergelijke beslissingen te nemen ten aanzien van ambtenaren in salarisschaal 14 of hoger blijft voorbehouden aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Daarbij dient de minister wel de voorzitter van de Kiesraad te raadplegen.

De voorzitter van de Kiesraad kan zelf bepalen hoe hij het hem voor het beheer ter beschikking gestelde budget besteedt. Omdat het secretariaat van de Kiesraad deel uitmaakt van het ministerie van BZK, dient de voorzitter zich daarbij te houden aan de kaders die binnen het ministerie van BZK, dan wel het Rijk, zijn afgesproken ten aanzien van aangelegenheden op het gebied van personeel, informatievoorziening, organisatie, financiën, administratieve organisatie, communicatie en huisvesting (PIOFACH). De minister neemt bij de toepassing van deze kaders de bijzondere positie van de Kiesraad in aanmerking. Nadere afspraken met betrekking tot de planning en verantwoording van de bedrijfsvoering door het secretariaat worden vastgelegd in een beheersreglement.

De Secretaris-generaal zal vanuit het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties belast zijn met het toezicht op het beheer van de Kiesraad. Dit wordt vastgelegd in artikel 3.1 van het Organisatiebesluit BZK 2009, door middel van een wijziging van dat Organisatiebesluit die in deze regeling is opgenomen. Ook overigens worden door middel van deze regeling het Organisatiebesluit BZK 2009 en het Mandaatbesluit BZK 2009 aangepast aan de nieuwe regeling inzake het beheer van de Kiesraad.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.P.H. Donner.

Naar boven