Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 24 februari 2011, nr. WJZ/275501 (4899) houdende uitvoeringsvoorschriften op grond van het Uitvoeringsbesluit sociale kanstrajecten jongeren BES (Uitvoeringsregeling sociale kanstrajecten jongeren BES)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 3 van het Uitvoeringsbesluit sociale kanstrajecten jongeren BES;

Besluit:

Artikel 1. Hoogte kanstrajecttoelage

De hoogte van de kanstrajecttoelage wordt als volgt vastgesteld:

  • a. de maandelijkse tegemoetkoming bedraagt: USD 188 per maand;

  • b. de bijdrage in de kosten van kinderopvang bedraagt: USD 140 per maand per kind.

Artikel 2. Overgangsbepaling

In afwijking van artikel 1, onder a, wordt voor een jongere die vóór 1 januari 2011 is gestart met een kanstraject op grond van artikel 10 van de Landsverordening sociale vormingsplicht of van de Wet sociale kanstrajecten zoals deze is komen te luiden op 10 oktober 2010, de maandelijkse tegemoetkoming voor de resterende duur van zijn traject vastgesteld op USD 280 per maand.

Artikel 3.

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2011 in Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Artikel 4.

Deze regeling wordt aangehaald als: Uitvoeringsregeling sociale kanstrajecten jongeren BES.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

TOELICHTING

In deze regeling worden de bedragen vastgesteld van de kanstrajecttoelage, bedoeld in artikel 11 van de Wet sociale kanstrajecten jongeren BES (hierna de wet). Deze bedragen bestaan uit een maandelijkse tegemoetkoming en een bedrag in de kosten van kinderopvang indien de jongere ouder is van één of meer kinderen waarvan hij de verzorger is. De hoogte van het bedrag van de maandelijkse tegemoetkoming is gelijk aan de hoogte van het bedrag van de onderstand dat geldt in Caribisch Nederland. Van dit bedrag kan een jongere in zijn levensonderhoud voorzien.

Voor jongeren die vóór 1 januari 2011 met een kanstraject zijn gestart op grond van de Landsverordening sociale vormingsplicht of de Wet sociale kanstrajecten zoals die is komen te luiden op 10 oktober 2010, is de hoogte van het bedrag van de maandelijkse tegemoetkoming voor de resterende periode van zijn traject vastgesteld op het bedrag dat ook gold op grond van voornoemde verordening of wet. Deze jongeren waren bij de aanvang van het kanstraject niet op de hoogte van het feit dat het bedrag van de tegemoetkoming zou worden verlaagd bij inwerkingtreding van de wet. Jongeren die op een later tijdstip zijn gestart met een kanstraject zijn hiervan wel op hoogte gebracht door de uitvoeringsinstanties.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

Naar boven