Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 21 februari 2011, nr. DJZ/BR/1044-10, houdende beperkende maatregelen ten aanzien van Ivoorkust (Sanctieregeling Ivoorkust 2011)

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën en de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

Gelet op Verordening (EU) nr. 174/2005 van de Raad van de Europese Unie van 31 januari 2004 tot instelling van beperkingen op het leveren van bijstand in verband met militaire activiteiten aan Ivoorkust (Pb EU L 29);

Gelet op Verordening (EG) nr. 560/2005 van de Raad van de Europese Unie van 12 april 2005 tot instelling van beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten in verband met de situatie in Ivoorkust (Pb EU L 95);

Gelet op Besluit 2010/656/GBVB van de Raad van de Europese Unie van 29 oktober 2010 tot verlenging van de beperkende maatregelen tegen Ivoorkust (Pb EG L 285);

Gelet op artikel 2, tweede lid, en artikel 3 van de Sanctiewet 1977,

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Het is verboden te handelen in strijd met de artikelen 2 en 3 van Verordening (EG) nr. 174/2005 van de Raad van de Europese Unie van 31 januari 2004 tot instelling van beperkingen op het leveren van bijstand in verband met militaire activiteiten aan Ivoorkust.

  • 2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, geldt niet in gevallen waarin artikel 4, 4 bis of 5 van de Verordening (EU) nr. 174/2005 van toepassing is.

Artikel 2

  • 1. Het is verboden te handelen in strijd met de artikelen 2 en 8 van Verordening (EG) nr. 560/2005 van de Raad van de Europese Unie van 12 april 2005 tot instelling van beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten.

  • 2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, geldt niet in gevallen waarin artikel 3, 4, 6 of 7 van de Verordening (EU) nr. 560/2005 van toepassing is.

Artikel 3

  • 1. Het is verboden om paramilitaire uitrusting en wapens, munitie, militaire voertuigen, militaire uitrusting en goederen, alsmede militaire technologie, aangewezen in de Uitvoeringsregeling strategische goederen dan wel bedoeld in artikel 2 van de Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 7 december 2006 houdende strafbaarstelling ongeoorloofde overdracht programmatuur en technologie van strategische goederen door middel van elektronische media, faxapparaten of telefoon, dan wel onderdelen daarvan, te verkopen, te leveren, over te dragen of uit te voeren aan personen, entiteiten of lichamen in Ivoorkust of voor gebruik in Ivoorkust.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing, met vooraf verleende ontheffing van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, op:

    • a. de bevoorrading uitsluitend bestemd voor ondersteuning van en gebruikmaking door de operatie van de Verenigde Naties in Ivoorkust en de Franse troepen die de operatie steunen;

    • b. de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van niet-dodelijke militaire uitrusting die uitsluitend is bedoeld voor humanitair of beschermend gebruik, waaronder dergelijke uitrusting bestemd voor crisisbeheersingsoperaties van de Europese Unie, de Verenigde Naties, de Afrikaanse Unie en de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten (ECOWAS), met vooraf verleende goedkeuring door het comité van de Veiligheidsraad, ingesteld bij punt 14 van Resolutie 1572 (2004) van de VN-Veiligheidsraad;

    • c. de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van niet-dodelijke militaire uitrusting die uitsluitend is bedoeld om de Ivoriaanse veiligheidstroepen in staat te stellen om passend en evenredig geweld te gebruiken bij de handhaving van de openbare orde, met vooraf verleende goedkeuring door het comité van de Veiligheidsraad, ingesteld bij punt 14 van Resolutie 1572 (2004) van de VN-Veiligheidsraad;

    • d. de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van beschermende kledingstukken, met inbegrip van scherfwerende vesten en militaire helmen, die voor louter persoonlijk gebruik door personeel van de Verenigde Naties, de Europese Unie, de Gemeenschap of haar lidstaten, vertegenwoordigers van de media of medewerkers van humanitaire organisaties en ontwikkelingswerkers en aanverwant personeel tijdelijk naar Ivoorkust worden uitgevoerd;

    • d. de verkoop of levering van goederen die tijdelijk naar Ivoorkust worden overgebracht of uitgevoerd voor de troepen van een staat die overeenkomstig het internationale recht actie onderneemt uitsluitend en direct gericht op het faciliteren van de evacuatie van zijn onderdanen en personen voor wie hij in Ivoorkust consulair verantwoordelijk is, indien dat vooraf ter kennis van het comité, bedoeld in onderdeel b, is gebracht;

    • e. de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van wapens en aanverwant materieel uitsluitend bestemd ter ondersteuning van en voor gebruik bij het proces van herstructurering van de defensie- en veiligheidstroepen overeenkomstig punt 3, onder f, van de overeenkomst van Linas-Marcoussis met vooraf verleende goedkeuring door het comité, bedoeld in onderdeel b.

Artikel 4

  • 1. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 4, tweede lid, en artikel 4 bis, eerste lid van Verordening (EU) nr. 174/2005 is de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie voor zover het betreft de verkoop, de levering of uitvoer van niet-dodelijke uitrusting als bedoeld in bijlage I van voornoemde verordening, en voor zover het betreft het verlenen van technische bijstand.

  • 2. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 4 bis, eerste lid, van Verordening (EU) nr. 174/2005 is de Minister van Financiën voor zover het betreft financiering of financiële bijstand als bedoeld in voornoemd artikel.

  • 3. De bevoegde autoriteit, bedoeld in de artikelen 3 en 4 van de Verordening (EU) nr. 560/2005 is de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie voor zover het betreft de vrijgave of beschikbaarstelling van economische middelen en de Minister van Financiën voor zover het betreft de vrijgave of beschikbaarstelling van bevroren tegoeden.

Artikel 5

De Sanctieregeling Ivoorkust 2005 wordt ingetrokken.

Artikel 6

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 7

Deze regeling wordt aangehaald als: Sanctieregeling Ivoorkust 2011.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

U. Rosenthal.

TOELICHTING

Algemeen

Vanwege het opnieuw oplaaien van de vijandelijkheden in Ivoorkust en de herhaalde schendingen van het op 3 mei 2003 overeengekomen staakt-het-vuren, heeft de Raad in Gemeenschappelijk Standpunt 2004/852/GBVB tezamen met Verordening (EG) nr. 174/2005 uitvoering gegeven aan de in Resolutie 1572 (2004) van de VN-Veiligheidsraad. Rekening houdend met Resolutie 1946 (2010) van de VN-Veiligheidsraad van 15 oktober 2010 is door de Raad een nieuw besluit vastgesteld1 en is voornoemde verordening gewijzigd2. Het nieuwe besluit voorziet o.a. in een verlenging van het wapenembargo, alsmede in een aantal vrijstellingen op het wapenembargo en visumrestricties voor door het Sanctiecomité op een lijst geplaatste personen. Het betreft personen die een bedreiging vormen voor de vrede en voor het nationale verzoeningsproces in Ivoorkust.

Verordening (EU) nr. 1032/2010 wijzigt Verordening (EG) nr. 174/2005. De wijziging bestaat uit het opnemen in de verordening van uitzonderingsgronden voor het leveren van niet-dodelijke uitrusting die voor interne repressie kan worden gebruikt en die slechts bedoeld is om de veiligheidstroepen van Ivoorkust in staat te stellen de openbare orde te handhaven. De technische bijstand, alsmede de financiering van voornoemde uitrusting is eveneens geoorloofd. Voorts is de bijlage waarin de uitrusting voor binnenlandse repressie is opgenomen, geactualiseerd.

Verordening (EG) nr. 25/2011 wijzigt Verordening (EG) nr. 560/2005 in die zin dat naast bijlage I, die gelijk is aan vorenbedoelde bijlage bij Besluit 2010/656/GBVB, een bijlage bis wordt toegevoegd met door de Raad van de Europese Unie geplaatste personen en entiteiten. Het betreft personen die weliswaar niet door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties of door het Sanctiecomité zijn aangewezen, maar die niettemin een dreiging vormen voor de vrede en voor het nationale verzoeningsproces in Ivoorkust. De entiteiten op de lijst zijn eigendom van, of staan onder zeggenschap van, desbetreffende personen. De beperkende maatregel jegens deze personen en entiteiten bestaat uit het bevriezen van hun tegoeden en economische middelen.

Met toestemming van de desbetreffende bevoegde autoriteit kunnen bevroren tegoeden worden vrijgegeven of kan het gebruik van economische middelen worden toegestaan met het oog op elementaire uitgaven, zoals de kosten voor basisbehoeften, kosten voor juridische bijstand, kosten bestemd voor het aanhouden van de tegoeden, alsmede voor buitengewone kosten. Voorts is betaling op de desbetreffende bevroren rekeningen toegestaan in geval die betaling verschuldigd is uit hoofde van overeenkomsten die zijn gesloten vóór 15 januari 2011, of verschuldigd is op grond van verplichtingen, waaronder ook begrepen havengelden, die zijn ontstaan vóór 15 januari 2011. Overigens is een ontheffing van de Minister van Financiën bij betalingen die voortvloeien uit een overeenkomst of verplichting van vóór 15 januari 2011, niet vereist.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

In dit artikel is de overtreding van de daarvoor in aanmerking komende bepalingen van Verordening (EG) nr. 174/2005 strafbaar gesteld. Voor een nadere toelichting zij verwezen naar het algemeen deel van deze toelichting.

Artikel 2

In dit artikel is de overtreding van de daarvoor in aanmerking komende bepalingen van Verordening (EG) nr. 560/2005 strafbaar gesteld.

Artikel 3

Dit artikel geeft uitvoering aan het wapenembargo jegens Ivoorkust. In het tweede lid zijn de humanitaire uitzonderingsgronden opgenomen.

Artikel 4

In artikel 4 worden de instanties vermeld die als bevoegde autoriteit zijn aangewezen in Verordening (EG) nr. 174/2005 en Verordening (EG) nr. 560/2005. Voor nadere gegevens zij verwezen naar www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/internationale-vrede-en-veiligheid/sancties.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

U. Rosenthal.


X Noot
1

Besluit 2010/656/GBVB van de Raad van de Europese Unie van 29 oktober 2010 tot verlenging van de beperkende maatregelen tegen Eritrea (Pb EG L 285).

X Noot
2

Verordening (EU) nr. 1032/2010 van de Raad van 15 november 2010 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 174/2005 tot instelling van beperkingen op het leveren van bijstand in verband met militaire activiteiten aan Ivoorkust (L 298).

Naar boven