Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 17 februari 2011, nr. 2000013346, tot wijziging van de Regeling inburgering (wijzigingen examentraining)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 3.11, vierde lid, van het Besluit inburgering;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling inburgering wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3.8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, onderdeel b, wordt ‘ten minste twee jaar leservaring heeft’ vervangen door: gedurende de twee jaar voorafgaand aan de inschrijving voor de training gemiddeld twee dagdelen per week leservaring heeft opgedaan, of.

2. Aan het slot van het tweede lid, onderdeel c, wordt toegevoegd: , en gedurende het jaar voorafgaand aan de inschrijving voor de training gemiddeld twee dagdelen per week leservaring als docent Nederlands als tweede taal heeft opgedaan.

3. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. De training wordt tot 1 januari 2013 gegeven door CINOP.

4. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 4. CINOP reikt op aanvraag een certificaat uit, waaruit blijkt dat de deelnemer de training met goed gevolg heeft afgelegd en het aansluitende examen heeft behaald.

  • 5. Het model van het certificaat, bedoeld in het tweede lid, is opgenomen in bijlage 17 bij deze regeling.

B

Artikel 9.1 vervalt.

C

Bijlage 17 wordt vervangen door bijlage 17 als opgenomen in de bijlage bij deze regeling.

ARTIKEL II

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2011, met uitzondering van artikel I, onder A, onderdelen 3 en 4, die in werking treden met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin de regeling wordt geplaatst.

  • 2. Artikel I, onder A, onderdelen 3 en 4, werken terug tot en met 1 januari 2011.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 17 februari 2011

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.P.H. Donner.

BIJLAGE

Bijlage 17 bij artikel 3.8, vijfde lid, van de Regeling inburgering.

TOELICHTING

Uit de evaluatie van de Examentrainingen die tussen 2007 en 2010 is uitgevoerd, is naar voren gekomen dat een deel van de deelnemers aan de training verouderde kennis of ervaring had op het gebied van Nederlands als tweede taal (NT2). In de afgelopen jaren zijn deze lacunes in kennis en ervaring noodgedwongen in de training opgevangen.

Nu een nieuwe uitvoerder van de examentrainingen is benoemd, is tevens besloten de instapeisen voor de Examentrainingen aan te scherpen. Hiermee kan de training efficiënter worden ingericht en nog beter worden toegespitst op de vaardigheden waarover een examinator van het inburgeringsexamen dient te beschikken.

Vanaf 1 april 2011 dient degene die in aanmerking wil komen voor de training en die niet over het certificaat bekwaam docent NT2 beschikt, aan te tonen in het recente verleden werkzaam te zijn geweest als docent NT2.

De aanscherping geldt alleen voor personen die de opleidingen genoemd in artikel 3.8, tweede lid, onder b en c, hebben voltooid. Daarbij wordt bij de algemene hoger onderwijsopleidingen in het tweede lid, onder b, meer leservaring gevraagd dan bij de opleidingen in het tweede lid, onder c. Dit komt omdat de opleidingen in het tweede lid, onder c, specifieke opleidingen op het gebied van NT2 betreffen, waardoor al een behoorlijke kennis op het gebied van NT2 mag worden verondersteld.

In artikel II is de inwerkingtreding van deze regeling geregeld. Deze regeling treedt in overeenstemming met het systeem van vaste verandermomenten op 1 april 2011 in werking. Artikel I, onder A, onderdelen 3 en 4, treden direct na publicatie in werking en werken terug tot en met 1 januari 2011. De terugwerkende kracht is nodig omdat CINOP vanaf deze datum als uitvoerder van de examentrainingen is aangewezen.

Deze regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor burgers en bedrijven.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.P.H. Donner.

Naar boven