Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
College voor Zorgverzekeringen | Staatscourant 2011, 2929 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
College voor Zorgverzekeringen | Staatscourant 2011, 2929 | beleidsregel |
6 september 2010
Het bestuur van het College voor zorgverzekeringen,
Gelet op artikel 39, derde lid, onderdeel f en artikel 118a, vijfde lid van de Zorgverzekeringswet, alsmede artikel 3a.2 tot en met 3a.4 van het Besluit zorgverzekering;
heeft in zijn vergadering van 6 september 2010 besloten:
Het college stelt voorafgaand aan elk kalenderjaar met inachtneming van de aanwijzing, bedoeld in artikel 3a.2, eerste lid, van het Besluit zorgverzekering, het budget beheerskosten bedoeld in artikel 3a.2, tweede lid, van het Besluit zorgverzekering voor het Centraal Administratiekantoor (CAK) vast, onder voorbehoud van de verlaging van het budget die het college vaststelt naar aanleiding van het oordeel van de Nederlands Zorgautoriteit, bedoeld in artikel 3a.4 van het Besluit zorgverzekering.
Het college keert het beheerskostenbudget, bedoeld in artikel 1, vanaf september van het betreffende kalenderjaar als volgt uit:
a. Op de eerste werkdag van september: 20 procent van het budget;
b. Op de eerste werkdag van oktober: 30 procent van het budget;
c. Op de eerste werkdag van november: 30 procent van het budget;
d. Op de eerste werkdag van december: 20 procent van het budget.
1. Het college stelt binnen twee maanden nadat hij het jaarverslag over het betreffende kalenderjaar van het CAK heeft ontvangen vast of de egalisatiereserve, bedoeld in artikel 3a.3 van het Besluit zorgverzekering, meer dan 5 procent van de totale beheerskosten van het betreffende jaar bedraagt. Het college vordert het meerdere binnen vier weken na deze vaststelling bij het CAK in.
2. Het college maakt bij de toepassing van het eerste lid een voorbehoud ten aanzien van de besparing die de Nederlandse Zorgautoriteit kan vaststellen op grond van artikel 3a.4 van het Besluit zorgverzekering.
1. Indien uit het oordeel van de Nederlandse Zorgautoriteit, bedoeld in artikel 3a.4 van het Besluit zorgverzekering blijkt dat het CAK op onverantwoorde wijze op zijn beheerskosten bespaart, stelt het college, rekening houdend met dit oordeel, het beheerskostenbudget, bedoeld in artikel 1 opnieuw vast.
2. Na de vaststelling, bedoeld in het eerste lid, stelt het college opnieuw vast of de egalisatiereserve meer dan 5% van het totale beheerskostenbudget van het betreffende jaar bedraagt. Het college vordert het meerdere binnen vier weken na deze vaststelling in, onder verrekening van het bedrag dat het college, indien van toepassing, op grond van artikel 3, eerste lid, reeds heeft ingevorderd.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Plv. Voorzitter Raad van Bestuur,
A. Boer.
De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport stelt jaarlijks bij aanwijzing de besteedbare middelen beheerskosten CAK in verband met de uitvoering van het bepaalde in artikel 118a Zorgverzekeringswet (Zvw) voor het volgend kalender jaar vast.
Het gaat hier om de uitvoering van de zogenoemde Compensatieregeling Eigen Risico (CER).
Op grond van artikel 39, tweede lid, onder f, keert het College voor zorgverzekeringen (CVZ) de beheerskosten aan het Centraal Administratiekantoor (CAK) uit. Artikel 3a.2 van het Besluit zorgverzekering regelt dat het CVZ de wijze van betaalbaarstelling van de beheerskosten bepaalt. In de onderhavige beleidsregels legt het CVZ die betaalbaarstelling vast.
Aangezien de werkzaamheden van het CAK met betrekking tot de CER voor het overgrote deel worden uitgevoerd in de periode van september tot december van het kalenderjaar, verdeelt het CVZ de betaling van het beheerskostenbudget over de laatste vier maanden van dat jaar, waarbij de drukste periode in de maanden oktober en november valt (artikel 2).
Artikel 3a.3 van het Besluit zorgverzekering bepaalt dat de omvang van de egalisatiereserve voor de uitvoering van de compensatieregeling voor het verplicht eigen risico maximaal 5% van de het totale beheerskostenbudget van het betreffende jaar mag bedragen. Het CVZ moet jaarlijks aan de hand van het financieel verslag van het CAK vaststellen of de reserve van het CAK het maximum van 5% al dan niet te boven gaat. Bij een overschrijding van 5% moet het CAK het meerdere in het Zorgverzekeringsfonds terugstorten. Omdat de NZa op grond van artikel 3a.4 eerst een oordeel moet geven over een eventueel onverantwoorde besparing op de beheerskosten, maakt het CVZ bij de vaststelling en invordering van het meerdere een voorbehoud in afwachting van dat oordeel (artikel 3).
Als de NZa vervolgens daadwerkelijk oordeelt dat het CAK op onverantwoorde wijze heeft bespaard op de beheerskosten, moet het CVZ op grond van artikel 3a.4 van het Besluit zorgverzekering het beheerskostenbudget dat het CVZ voorafgaand aan het betreffende kalenderjaar al had vastgesteld alsnog verlagen. Die vaststelling kan vervolgens invloed hebben op de vaststelling of de egalisatiereserve van het CAK maximaal 5% van het totale beheerskostenbudget van het betreffende jaar bedraagt. Indien het CVZ eerder al had vastgesteld dat er sprake was van een overschrijding en op grond daarvan was overgegaan tot invordering van die overschrijding bij het CAK zal het CVZ die nader gebleken overschrijding vaststellen en invorderen. Daarbij verrekent het CVZ hetgeen hij eerder al had ingevorderd (artikel 4). Voorkomen moet worden dat de eerdere invordering opnieuw in het Zorgverzekeringsfonds moet worden gestort.
Plv. Voorzitter Raad van Bestuur,
A. Boer.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2011-2929.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.