Verordening ruimte Noord-Brabant 2011

Provinciale Staten van Noord-Brabant hebben in hun vergadering van 17 december 2010 de Verordening ruimte Noord-Brabant 2011 vastgesteld. Deze planologische verordening stelt eisen aan door de gemeenten in Noord-Brabant op te stellen bestemmingsplannen en andere planologische maatregelen en vormt een toetsingskader voor vergunningaanvragen die betrekking hebben op de intensieve veehouderij.

Totstandkoming van de verordening

De Verordening ruimte Noord-Brabant 2011 is in twee fasen tot stand gekomen. De Verordening ruimte Noord-Brabant, fase 1, die op 1 juni 2010 in werking is getreden, betreft het omzetten in regels van het toen geldende provinciaal beleid. De Verordening ruimte Noord-Brabant, fase 2, waarvan het ontwerp op 1 en 22 juni 2010 werd vastgesteld, betreft het omzetten in regels van nieuw beleid dat is opgenomen in de Structuurvisie ruimtelijke ordening en gedeeltelijk ook een herziening van de verordening ruimte, fase 1. Provinciale Staten hebben in verband met de leesbaarheid een integrale versie van de verordening vastgesteld waarbij het ontwerp van fase 2 is geïntegreerd in fase 1 en waarbij er een herschikking van de hoofdstukken en een hernummering van de artikelen heeft plaatsgevonden.

Inhoud van de verordening

De Verordening ruimte Noord-Brabant 2011 bevat in grote lijnen de volgende onderwerpen:

  • Bevordering van ruimtelijke kwaliteit

  • Stedelijke ontwikkeling

  • Ecologische hoofdstructuur

  • Water

  • Groenblauwe mantel

  • Aardkunde en cultuurhistorie

  • Agrarisch gebied

  • Intensieve veehouderij

  • Glastuinbouw

  • Niet-agrarische ruimtelijke ontwikkelingen buiten bestaand stedelijk gebied

  • Regionaal ruimtelijk overleg

  • Bevoegdheden van Gedeputeerde Staten

Instructieregels en rechtstreeks werkende regels

De verordening bevat in hoofdzaak instructieregels. Gemeenten dienen deze regels bij het opstellen van bestemmingsplannen, wijzigings- of uitwerkingsplannen, beheersverordeningen en omgevingsvergunningen waarbij wordt afgeweken van een bestemmingsplan in acht te nemen.

De verordening kent ook zogenaamde rechtstreeks werkende regels voor extensiveringsgebieden, verwevingsgebieden, landbouwontwikkelingsgebieden en de intensieve geiten- en schapenhouderijen. De rechtstreeks werkende regels hebben tot doel te voorkomen dat ongewenste ontwikkelingen plaatsvinden tot het moment dat de bestemmingsplannen aan de verordening zijn aangepast. Deze regels hebben dan ook een tijdelijk karakter. Door het opnemen van rechtstreeks werkende regels moeten gemeenten na inwerkingtreding van de verordening vergunningaanvragen toetsen aan de desbetreffende voorschriften uit de verordening. De wettelijke basis daarvoor is neergelegd in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

Overgangsbepalingen

In de verordening zijn ook overgangsbepalingen opgenomen die betrekking hebben op diverse algemene en specifieke onderwerpen.

Beschikbaarheid en inzage van de stukken

U kunt de verordening en de daarbij behorende stukken vanaf 1 maart 2011 raadplegen en downloaden via de provinciale website: www.brabant.nl en via de landelijke website voor het raadplegen van ruimtelijke plannen: www.ruimtelijkeplannen.nl. Ook ligt de verordening met de daarbij behorende stukken met ingang van die datum tijdens openingstijden ter inzage op het Provinciehuis en alle gemeentehuizen in Noord-Brabant.

Inwerkingtreding

De verordening treedt op 1 maart 2011 in werking.

Geen mogelijkheid van beroep

In verband met het bepaalde in artikel 8:2, onder a, van de Algemene wet bestuursrecht kan tegen het besluit tot vaststelling van de verordening geen beroep worden ingesteld.

’s-Hertogenbosch, februari 2011

Naar boven