Besluit van 15 december 2011, houdende een nadere regeling van de Stichting Autoriteit Financiële Markten ter uitvoering van Artikel III van de Regeling van de Minister van Financiën van 26 oktober 2011 tot wijziging van de Vrijstellingsregeling Wft in verband met een aanpassing van de vrijstellingsbepalingen betreffende het aanbieden van beleggingsobjecten en het aanbieden van rechten van deelneming in een beleggingsinstelling (Stcrt. 2011, 19762), zoals deze is gewijzigd bij de Regeling van de Minister van Financiën in verband met een aanpassing van de vrijstellingsbepalingen betreffende het aanbieden van beleggingsobjecten en het aanbieden van rechten van deelneming in een beleggingsinstelling 14 december 2011 (Stcrt. 2011, 144478) (Nadere regeling informatievereisten bij meldingsplicht beleggingsobjecten)

De Stichting Autoriteit Financiële Markten,

Besluit:

ARTIKEL I

De gegevens, bedoeld in Artikel III, tweede lid, onderdeel a, van de Regeling van de Minister van Financiën van 26 oktober 2011 tot wijziging van de Vrijstellingsregeling Wft in verband met een aanpassing van de vrijstellingsbepalingen betreffende het aanbieden van beleggingsobjecten en het aanbieden van rechten van deelneming in een beleggingsinstelling (Stcrt. 2011, 19762), zoals deze is gewijzigd bij de Regeling van de Minister van Financiën in verband met een aanpassing van de vrijstellingsbepalingen betreffende het aanbieden van beleggingsobjecten en het aanbieden van rechten van deelneming in een beleggingsinstelling 14 december 2011 (Stcrt. 2011, 144478), zijn:

  • a. een opgave van de naam, het adres en het telefoonnummer van de aanbieder;

  • b. een opgave van de rechtsvorm van de aanbieder;

  • c. een opgave van de statutaire zetel, de statutaire naam en de handelsnaam of handelsnamen van de aanbieder;

  • d. indien de aanbieder is ingeschreven in het handelsregister, een opgave van het nummer van inschrijving;

  • e. een opgave van de productnaam van elk beleggingsobject dat door de aanbieder is aangeboden;

  • f. een beschrijving van elk beleggingsobject dat door de aanbieder is aangeboden;

  • g. een opgave van het nominale bedrag per beleggingsobject waarvoor elk beleggingsobject door de aanbieder is aangeboden; en

  • h. een opgave van de periode waarin elk beleggingsobject door de aanbieder is aangeboden.

ARTIKEL II INWERKINGTREDING

Het besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Deze nadere regeling treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Amsterdam, 15 december 2011

Voorzitter,

R. Gerritse.

Bestuurslid,

R.H. Maatman.

TOELICHTING

Bij ministeriële regeling heeft de Minister van Financiën bij wijze van overgangsregeling met betrekking tot de verhoging per 1 januari 2012 van verschillende coupure vrijstellingen van € 50.000 naar € 100.000, vrijstellingen geregeld. Eén van die vrijstellingen betreft een vrijstelling van de vergunningplicht, bedoeld in artikel 2:55, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht, voor zover een aanbieder van beleggingsobjecten overeenkomsten inzake beleggingsobjecten beheert of uitvoert. Die vrijstelling geldt voor aanbieders van beleggingsobjecten die voor 1 januari 2012 beleggingsobjecten hebben aangeboden onder de toen geldende coupure vrijstelling van € 50.000, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, onder 4°, van de Vrijstellingsregeling Wft en die de overeenkomsten inzake deze beleggingsobjecten thans nog beheren of uitvoeren, voor zover die beleggingsobjecten zijn aangeboden voor minder dan € 100.000.

Als één van de voorwaarden om gebruik te kunnen maken van de vrijstelling, is een meldplicht aan de Autoriteit Financiële Markten (AFM) opgenomen in genoemde ministeriële regeling. Daarbij is geregeld dat de AFM bepaalt welke gegevens gelijktijdig met de melding aan de AFM moeten worden verstrekt. Deze nadere regeling geeft hieraan uitvoering, waarbij rekening is gehouden met het doel van de verstrekking van die gegevens. De verstrekking van die gegevens dient enerzijds ter identificatie van de aanbieder (onderdelen a tot en met d) en anderzijds zijn die gegevens bedoeld om de aard van de aangeboden beleggingsobjecten in kaart te brengen (onderdelen e tot en met h). Hierbij wordt in de onderdelen e tot en met h met ‘elk beleggingsobject’ telkens bedoeld dat voor zover de aangeboden beleggingsobjecten in verkoopmodaliteiten of voorwaarden verschillen, voor elk verschillend beleggingsobject een opgave dan wel beschrijving dient te worden gedaan. Hiervoor is gekozen nu de praktijk laat zien dat in sommige gevallen één aanbieder verschillende beleggingsobjecten onder verschillende namen aanbiedt. In onderdeel e is dan ook met ‘productnaam’ de naam bedoeld waaronder elk verschillend beleggingsobject is aangeboden.

Naar boven