Richtlijn oplichting (polarisnummer 5.39)

Categorie: strafvordering

Rechtskarakter: aanwijzing i.d.z.v. artikel 130, lid 4 Wet RO

Afzender: College van procureurs-generaal

Adressaat: Hoofden van de parketten

Registratienummer: 2011R036

Datum vaststelling: 29/11/2011

Datum inwerkingtreding: 1/1/2012

Geldigheidsduur: 31/12/2015

Vervallen

Publicatie in Stcrt: p.m.

Relevante beleidsregels OM : richtlijn voor strafvordering sociale zekerheidsfraude

(2010R004) richtlijn voor strafvordering intellectuele eigendomsfraude (2011R025)

Wetsbepalingen art. 326 Wetboek van strafrecht.

Jurisprudentie

Bijlagen 1

Beschrijving

Deze richtlijn ziet op de meest voorkomende vormen van oplichting, zoals omschreven in art 326, lid 1 Wetboek van strafrecht, waarbij een of meerdere slachtoffers bewogen wordt/worden tot de afgifte van geld of goederen, danwel tot het verlenen van (een) dienst(en). Het gaat daarbij om oplichting van burgers of bedrijven, niet van de overheid (verticale fraude). Indien tevens valsheid in geschrift is gepleegd (zoals vaak bij verzekeringsfraude) dient het zwaardere misdrijf van artikel 225 ev. Wetboek van strafrecht als uitgangspunt te worden genomen en niet de oplichting.

Indien een oplichting over een langere periode (stelselmatig) plaatsvindt, op professionele wijze is opgezet of meerdere slachtoffers treft, dient dit strafverzwarend te worden beoordeeld. Eveneens dient ingeval er bewust kwetsbare slachtoffers zijn uitgekozen een zwaardere sanctie gehanteerd te worden.

Als uitgangspunt geldt in deze richtlijn dat de schade door de dader is vergoed of wordt vergoed (door middel van een schadevergoedingsmaatregel) en dat wederrechtelijk verkregen voordeel wordt ontnomen.

Aard van de richtlijn

Commuun

Basisdelicten

  • oplichting

Wettekst

  • Wetboek van strafrecht, art 326

Basisdelict oplichting nr. 5.39.01

Beschrijving

oplichting

Toepasselijk kader

Aanwijzing kader voor strafvordering

Basispunten

6 punten

Strafbeschikking

Indien van toepassing afhankelijk van beleid van het parket.

Basisfactoren

Categorie economische waarde van de verleende dienst(en)/afgeven goed(eren) of bedrag afgifte

  • Tot en met € 50 of onbekend 0 pt

  • Van € 50 tot en met € 120 4 pt

  • € 120 of meer 4 pt

Indien de economische waarde van de beoogde/afgegeven goederen relatief laag is, bestaat bij een aantal delicten, zoals de winkeldiefstal, in principe de mogelijkheid om een politietransactie/strafbeschikking aan te bieden/op te leggen. Voor die delicten is gekozen voor een stapsgewijze invloed volgens een beperkt aantal schijven. Indien het bedrag echter groter is dan € 120 wordt voor het delict geen transactie/strafbeschikking meer door de politie aangeboden/opgelegd. In dat geval speelt de economische waarde van de beoogde goederen op evenredige wijze mee bij het bepalen van het aantal strafpunten. Ook voor andere delicten waar de economische waarde een rol speelt is gekozen voor deze opbouw.

Economische waarde van de verleende dienst(en)/afgeven goed(eren) of bedrag afgifte

  • Schijf 1: het gedeelte tussen € 120 en € 1.200 bedrag gedeeld door 60 pt

  • Schijf 2: het gedeelte tussen € 1.200 en € 5.000 bedrag gedeeld door 250 pt

  • Schijf 3: het gedeelte tussen € 5.000 en € 10.000 bedrag gedeeld door 500 pt

  • Schijf 4: het gedeelte tussen € 10.000 en € 25.000 bedrag gedeeld door 500 pt (M)

  • Schijf 5: het gedeelte tussen € 25.000 en € 100.000 bedrag gedeeld door 750 pt (M)

  • Schijf 6: het gedeelte boven € 100.000 bedrag gedeeld door 1000 pt (M)

(M) = maatwerk

Stelselmatigheid

  • het betreft een incidentele oplichting 0 pt

  • er is sprake van stelselmatige oplichting 60 pt

Aantal slachtoffers

Er is sprake van

Schijf 1: 1 slachtoffer 0 punten

Schijf 2: 2–10 slachtoffers 6 punten per slachtoffer

Schijf 3: 11–25 slachtoffers 1,5 punten per slachtoffer

Schijf 4: vanaf 26 slachtoffers 0,5 punten per slachtoffer

Mate van professionaliteit

  • er is geen sprake van een professioneel opgezette oplichting 0 pt

  • er is sprake van een professioneel opgezette oplichting 20 pt

Delictspecifieke factoren

Medeplegen

  • er is geen sprake van medeplegen +0 %

  • er is sprake van medeplegen +25 %

Kwetsbaar slachtoffer

  • er is geen sprake van (een) kwetsba(a)r(e) slachtoffer(s) 0 %

  • er is sprake van (een) kwetsba(a)r(e) slachtoffer(s) + 25%

Wettelijke factoren

Medeplichtigheid

  • Dader +0 %

  • Medeplichtige -33 %

Poging

  • Voltooid delict +0 %

  • Poging tot plegen -33 %

Recidiveregeling

Mate van recidive (5 jaar)

  • Geen recidive +0 %

  • 1 maal binnen 2 jaar +50 % +naast hogere sanctie

  • 1 maal binnen 2–5 jaar +50 %

  • Meermalen +100 % +naast hogere sanctie +dagvaarden

Draagkracht

Geen

Maatwerk

Geen

Speciale regelingen

  • Regeling niet toepasselijkheid afnemend strafnut

Bijzonderheden

De regeling afnemend strafnut is niet van toepassing. Het wettelijk strafmaximum voor dit delict is 4 jaar gevangenisstraf. Oplichting is een delict waarbij het opleggen van hoge geldboetes al dan niet in combinatie met een schadevergoedings- of ontnemingsmaatregel geïndiceerd kan zijn. Daarom wordt de mogelijkheid van het opleggen van een geldboete expliciet opengelaten.

TOELICHTING: AAN DEZE RICHTLIJN ZIJN DE VOLGENDE NIEUWE BASISFACTOREN TOEGEVOEGD:

Categorie economische waarde van de verleende dienst(en)/afgeven goed(eren) of bedrag afgifte nr. 3.01.75

Beschrijving

Bij het delict oplichting is de economische waarde van de verleende dienst(en) of afgegeven goed(eren) of het door bedrog afgegeven bedrag één van de belangrijkste beoordelingsfactoren. Aan de delicten waarin de waarde relatief laag is een vast puntenaantal toegekend in een beperkt aantal schijven. De hoogste categorie krijgt als gevolg van deze beoordelingsfactor evenveel punten als de voorgaande categorie, maar door de toepassing van de beoordelingsfactor die de waarde van de goederen weegt, is op die manier een aansluiting gerealiseerd zonder sprong.

Ter berekening van de economische waarde dient uitgegaan te worden van de dagwaarde van de (beoogde) goederen. In geval van poging dient de (beoogde) waarde te worden geschat.

Soort factor

Basisfactor

Antwoordmogelijkheden

  • Tot en met € 50 0 pt

  • Van € 50 tot en met € 120 4 pt

  • € 120 of meer 4 pt

Uitgangspunt indien onbekend

Tot en met € 50

Bijzonderheden

Geen

Zie basisdelicten

  • oplichting

Economische waarde van de verleende dienst(en)/afgegeven goed(eren) of bedrag afgifte nr. 3.01.76

Beschrijving

Bij delicten als winkeldiefstal, omprijzen en verduistering van winkelgoederen is de economische waarde van de (beoogde) goederen één van de belangrijkste beoordelingsfactoren. Deze, primair op economisch voordeel gerichte delicten, zijn des te ernstiger naarmate de economische waarde groter is.

Indien de economische waarde van de beoogde goederen relatief laag is, bestaat bij een aantal delicten, zoals de winkeldiefstal, in principe de mogelijkheid om een gemandateerde OM-transactie of politiestrafbeschikking aan te bieden. Voor die delicten is gekozen voor een stapsgewijze invloed volgens een beperkt aantal categorieën. De evenredige invloed van de economische waarde, zoals beschreven in deze beoordelingsfactor, speelt alleen dan een rol indien de economische waarde meer dan € 120 bedraagt. Verschillen tussen winkeldiefstal en andere delicten waar de economische waarde een rol bij de beoordeling speelt (bijvoorbeeld heling en oplichting) zijn niet gewenst. Om die reden wordt ook bij die delicten uitgegaan van dezelfde beoordelingsfactoren als bij de winkeldiefstal.

Ter berekening van de economische waarde dient uitgegaan te worden van de dagwaarde van de goederen. In geval van een verleende dienst of poging dient de waarde te worden geschat.

Indien bewogen is tot afgifte van een bedrag of waarde van meer dan € 10.000 wordt nadrukkelijk geadviseerd tot maatwerk, hetgeen betekent dat gemotiveerd kan worden afgeweken van het strafadvies.

Soort factor

Basisfactor

Antwoordmogelijkheden

Indien de economische waarde van de beoogde/afgegeven goederen relatief laag is, bestaat bij een aantal delicten, zoals de winkeldiefstal, in principe de mogelijkheid om een politietransactie/strafbeschikking aan te bieden/op te leggen. Voor die delicten is gekozen voor een stapsgewijze invloed volgens een beperkt aantal schijven. Indien het bedrag echter groter is dan € 120 wordt voor het delict geen transactie/stafbeschikking meer door de politie aangeboden. In dat geval speelt de economische waarde van de beoogde goederen op evenredige wijze mee bij het bepalen van het aantal strafpunten. Ook voor andere delicten waar de economische waarde een rol speelt is gekozen voor deze opbouw.

  • Schijf 1: het gedeelte tussen € 120 en € 1.200 bedrag gedeeld door 60 pt

  • Schijf 2: het gedeelte tussen € 1.200 en € 5.000 bedrag gedeeld door 250 pt

  • Schijf 3: het gedeelte tussen € 5.000 en € 10.000 bedrag gedeeld door 500 pt

  • Schijf 4: het gedeelte tussen € 10.000 en € 25.000 bedrag gedeeld door 500 pt (M)

  • Schijf 5: het gedeelte tussen € 25.000 en € 100.000 bedrag gedeeld door 750 pt (M)

  • Schijf 6: het gedeelte boven € 100.000 bedrag gedeeld door 1000 pt (M)

(M) = maatwerk

Uitgangspunt indien onbekend

120 euro

Bijzonderheden

Geen

Zie basisdelicten

  • oplichting

Stelselmatigheid nr 3.01.77

Beschrijving

Of er sprake is van incidentele of stelselmatige oplichting dient per feit te worden beoordeeld.

Tegen verdachten die zich gedurende langere tijd hebben schuldig gemaakt aan oplichting behoort een hogere straf te worden geëist dan tegen degene die eenmaal oplicht. Bij stelselmatige oplichting kan het gaan om meerdere slachtoffers die gedurende een periode zijn opgelicht, mits dit in één feit is tenlastegelegd. Het kan echter ook gaan om één slachtoffer dat gedurende enkele maanden bewogen wordt tot afgifte van meerdere bedragen.

Indien er sprake is van bijvoorbeeld drie oplichtingen (drie feiten op de telastelegging), dient in beginsel per feit te worden uitgegaan van een incidentele oplichting.

Soort factor

Basisfactor

Antwoordmogelijkheden

  • het betreft een incidentele oplichting 0 pt

  • er is sprake van stelselmatige oplichting 60 pt

Uitgangspunt indien onbekend

Het betreft een incidentele oplichting

Bijzonderheden

Geen

Zie basisdelicten

  • oplichting

Aantal slachtoffers nr 3.01.78

Beschrijving

Indien het gaat om een feit (één wilsbesluit, bijvoorbeeld een oplichtingsmail) waarin meerdere personen het slachtoffer zijn dient een strafverzwaring te worden doorberekend.

Soort factor

Basisfactor

Antwoordmogelijkheden

Er is sprake van

Schijf 1: 1 slachtoffer 0 punten

Schijf 2: 2–10 slachtoffers 6 punten per slachtoffer

Schijf 3: 11–25 slachtoffers 1,5 punten per slachtoffer

Schijf 4: vanaf 26 slachtoffers 0,5 punten per slachtoffer

Uitgangspunt indien onbekend

1 slachtoffer

Bijzonderheden

Geen

Zie basisdelicten

  • oplichting

Mate van professionaliteit nr. 3.01.79

Beschrijving

Indien sprake is van op professionele wijze oplichten van personen, dient dit strafverzwarend te worden beoordeeld. Als voorbeeld kan worden genoemd een op professionele wijze opgezette website of een glossy folder.

Soort factor

Basisfactor

Antwoordmogelijkheden

  • er is geen sprake van een professioneel opgezette oplichting 0 pt

  • er is sprake van een professioneel opgezette oplichting 20 pt

Uitgangspunt indien onbekend

Er is geen sprake van een professioneel opgezette oplichting

Bijzonderheden

Geen

Zie basisdelicten

  • oplichting

TOELICHTING: AAN DEZE RICHTLIJN IS EEN NIEUWE DELICTSPECIFIEKE FACTOR TOEGEVOEGD:

Kwetsbaar slachtoffer nr. 3.02.39

Beschrijving

Indien bij oplichting bewust kwetsbare slachtoffers worden uitgekozen dient dit – hoewel niet gebaseerd op wettelijke bepalingen – bij de beoordeling van het feit als strafverzwarend te worden beoordeeld. Te denken valt aan personen die de oplichting verminderd kunnen doorzien, zoals (al dan niet verwarde) bejaarden of kinderen. Kwetsbaarder kunnen ook zijn toeristen of buitenlandse werknemers, omdat ze onbekend zijn met de gebruiken die hier heersen. Tenslotte kan gedacht worden aan personen met een klein inkomen – mits bewust uitgekozen door de dader(s) –, die vaak goedgeloviger zijn en bij wie de oplichting extra hard aankomt.

Soort factor

Delictspecifieke factor

Antwoordmogelijkheden

  • er is geen sprake van (een) kwetsba(a)r(e) slachtoffer(s) 0 %

  • Er is sprake van (een) kwetsba(a)r(e) slachtoffer(s) + 25%

Uitgangspunt indien onbekend

Er is geen sprake van (een) kwetsba(a)r(e) slachtoffer(s)

Bijzonderheden

Geen

Zie basisdelicten

  • oplichting

Naar boven