Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Openbaar Ministerie (OM) | Staatscourant 2011, 23691 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Openbaar Ministerie (OM) | Staatscourant 2011, 23691 | Besluiten van algemene strekking |
Categorie: strafvordering
Rechtskarakter: aanwijzing i.d.z.v. artikel 130, lid 4 Wet RO
Afzender: College van procureurs-generaal
Adressaat: Hoofden van de parketten
Registratienummer: 2011R036
Datum vaststelling: 29/11/2011
Datum inwerkingtreding: 1/1/2012
Geldigheidsduur: 31/12/2015
Vervallen
Publicatie in Stcrt: p.m.
Relevante beleidsregels OM : richtlijn voor strafvordering sociale zekerheidsfraude
(2010R004) richtlijn voor strafvordering intellectuele eigendomsfraude (2011R025)
Wetsbepalingen art. 326 Wetboek van strafrecht.
Jurisprudentie
Bijlagen 1
Deze richtlijn ziet op de meest voorkomende vormen van oplichting, zoals omschreven in art 326, lid 1 Wetboek van strafrecht, waarbij een of meerdere slachtoffers bewogen wordt/worden tot de afgifte van geld of goederen, danwel tot het verlenen van (een) dienst(en). Het gaat daarbij om oplichting van burgers of bedrijven, niet van de overheid (verticale fraude). Indien tevens valsheid in geschrift is gepleegd (zoals vaak bij verzekeringsfraude) dient het zwaardere misdrijf van artikel 225 ev. Wetboek van strafrecht als uitgangspunt te worden genomen en niet de oplichting.
Indien een oplichting over een langere periode (stelselmatig) plaatsvindt, op professionele wijze is opgezet of meerdere slachtoffers treft, dient dit strafverzwarend te worden beoordeeld. Eveneens dient ingeval er bewust kwetsbare slachtoffers zijn uitgekozen een zwaardere sanctie gehanteerd te worden.
Als uitgangspunt geldt in deze richtlijn dat de schade door de dader is vergoed of wordt vergoed (door middel van een schadevergoedingsmaatregel) en dat wederrechtelijk verkregen voordeel wordt ontnomen.
Categorie economische waarde van de verleende dienst(en)/afgeven goed(eren) of bedrag afgifte
– Tot en met € 50 of onbekend 0 pt
– Van € 50 tot en met € 120 4 pt
– € 120 of meer 4 pt
Indien de economische waarde van de beoogde/afgegeven goederen relatief laag is, bestaat bij een aantal delicten, zoals de winkeldiefstal, in principe de mogelijkheid om een politietransactie/strafbeschikking aan te bieden/op te leggen. Voor die delicten is gekozen voor een stapsgewijze invloed volgens een beperkt aantal schijven. Indien het bedrag echter groter is dan € 120 wordt voor het delict geen transactie/strafbeschikking meer door de politie aangeboden/opgelegd. In dat geval speelt de economische waarde van de beoogde goederen op evenredige wijze mee bij het bepalen van het aantal strafpunten. Ook voor andere delicten waar de economische waarde een rol speelt is gekozen voor deze opbouw.
Economische waarde van de verleende dienst(en)/afgeven goed(eren) of bedrag afgifte
– Schijf 1: het gedeelte tussen € 120 en € 1.200 bedrag gedeeld door 60 pt
– Schijf 2: het gedeelte tussen € 1.200 en € 5.000 bedrag gedeeld door 250 pt
– Schijf 3: het gedeelte tussen € 5.000 en € 10.000 bedrag gedeeld door 500 pt
– Schijf 4: het gedeelte tussen € 10.000 en € 25.000 bedrag gedeeld door 500 pt (M)
– Schijf 5: het gedeelte tussen € 25.000 en € 100.000 bedrag gedeeld door 750 pt (M)
– Schijf 6: het gedeelte boven € 100.000 bedrag gedeeld door 1000 pt (M)
(M) = maatwerk
Stelselmatigheid
– het betreft een incidentele oplichting 0 pt
– er is sprake van stelselmatige oplichting 60 pt
Aantal slachtoffers
Er is sprake van
Schijf 1: 1 slachtoffer 0 punten
Schijf 2: 2–10 slachtoffers 6 punten per slachtoffer
Schijf 3: 11–25 slachtoffers 1,5 punten per slachtoffer
Schijf 4: vanaf 26 slachtoffers 0,5 punten per slachtoffer
Mate van professionaliteit
– er is geen sprake van een professioneel opgezette oplichting 0 pt
– er is sprake van een professioneel opgezette oplichting 20 pt
Medeplegen
– er is geen sprake van medeplegen +0 %
– er is sprake van medeplegen +25 %
– er is geen sprake van (een) kwetsba(a)r(e) slachtoffer(s) 0 %
– er is sprake van (een) kwetsba(a)r(e) slachtoffer(s) + 25%
Mate van recidive (5 jaar)
– Geen recidive +0 %
– 1 maal binnen 2 jaar +50 % +naast hogere sanctie
– 1 maal binnen 2–5 jaar +50 %
– Meermalen +100 % +naast hogere sanctie +dagvaarden
De regeling afnemend strafnut is niet van toepassing. Het wettelijk strafmaximum voor dit delict is 4 jaar gevangenisstraf. Oplichting is een delict waarbij het opleggen van hoge geldboetes al dan niet in combinatie met een schadevergoedings- of ontnemingsmaatregel geïndiceerd kan zijn. Daarom wordt de mogelijkheid van het opleggen van een geldboete expliciet opengelaten.
Bij het delict oplichting is de economische waarde van de verleende dienst(en) of afgegeven goed(eren) of het door bedrog afgegeven bedrag één van de belangrijkste beoordelingsfactoren. Aan de delicten waarin de waarde relatief laag is een vast puntenaantal toegekend in een beperkt aantal schijven. De hoogste categorie krijgt als gevolg van deze beoordelingsfactor evenveel punten als de voorgaande categorie, maar door de toepassing van de beoordelingsfactor die de waarde van de goederen weegt, is op die manier een aansluiting gerealiseerd zonder sprong.
Ter berekening van de economische waarde dient uitgegaan te worden van de dagwaarde van de (beoogde) goederen. In geval van poging dient de (beoogde) waarde te worden geschat.
Basisfactor
– Tot en met € 50 0 pt
– Van € 50 tot en met € 120 4 pt
– € 120 of meer 4 pt
Tot en met € 50
Geen
– oplichting
Bij delicten als winkeldiefstal, omprijzen en verduistering van winkelgoederen is de economische waarde van de (beoogde) goederen één van de belangrijkste beoordelingsfactoren. Deze, primair op economisch voordeel gerichte delicten, zijn des te ernstiger naarmate de economische waarde groter is.
Indien de economische waarde van de beoogde goederen relatief laag is, bestaat bij een aantal delicten, zoals de winkeldiefstal, in principe de mogelijkheid om een gemandateerde OM-transactie of politiestrafbeschikking aan te bieden. Voor die delicten is gekozen voor een stapsgewijze invloed volgens een beperkt aantal categorieën. De evenredige invloed van de economische waarde, zoals beschreven in deze beoordelingsfactor, speelt alleen dan een rol indien de economische waarde meer dan € 120 bedraagt. Verschillen tussen winkeldiefstal en andere delicten waar de economische waarde een rol bij de beoordeling speelt (bijvoorbeeld heling en oplichting) zijn niet gewenst. Om die reden wordt ook bij die delicten uitgegaan van dezelfde beoordelingsfactoren als bij de winkeldiefstal.
Ter berekening van de economische waarde dient uitgegaan te worden van de dagwaarde van de goederen. In geval van een verleende dienst of poging dient de waarde te worden geschat.
Indien bewogen is tot afgifte van een bedrag of waarde van meer dan € 10.000 wordt nadrukkelijk geadviseerd tot maatwerk, hetgeen betekent dat gemotiveerd kan worden afgeweken van het strafadvies.
Basisfactor
Indien de economische waarde van de beoogde/afgegeven goederen relatief laag is, bestaat bij een aantal delicten, zoals de winkeldiefstal, in principe de mogelijkheid om een politietransactie/strafbeschikking aan te bieden/op te leggen. Voor die delicten is gekozen voor een stapsgewijze invloed volgens een beperkt aantal schijven. Indien het bedrag echter groter is dan € 120 wordt voor het delict geen transactie/stafbeschikking meer door de politie aangeboden. In dat geval speelt de economische waarde van de beoogde goederen op evenredige wijze mee bij het bepalen van het aantal strafpunten. Ook voor andere delicten waar de economische waarde een rol speelt is gekozen voor deze opbouw.
– Schijf 1: het gedeelte tussen € 120 en € 1.200 bedrag gedeeld door 60 pt
– Schijf 2: het gedeelte tussen € 1.200 en € 5.000 bedrag gedeeld door 250 pt
– Schijf 3: het gedeelte tussen € 5.000 en € 10.000 bedrag gedeeld door 500 pt
– Schijf 4: het gedeelte tussen € 10.000 en € 25.000 bedrag gedeeld door 500 pt (M)
– Schijf 5: het gedeelte tussen € 25.000 en € 100.000 bedrag gedeeld door 750 pt (M)
– Schijf 6: het gedeelte boven € 100.000 bedrag gedeeld door 1000 pt (M)
(M) = maatwerk
120 euro
Geen
– oplichting
Of er sprake is van incidentele of stelselmatige oplichting dient per feit te worden beoordeeld.
Tegen verdachten die zich gedurende langere tijd hebben schuldig gemaakt aan oplichting behoort een hogere straf te worden geëist dan tegen degene die eenmaal oplicht. Bij stelselmatige oplichting kan het gaan om meerdere slachtoffers die gedurende een periode zijn opgelicht, mits dit in één feit is tenlastegelegd. Het kan echter ook gaan om één slachtoffer dat gedurende enkele maanden bewogen wordt tot afgifte van meerdere bedragen.
Indien er sprake is van bijvoorbeeld drie oplichtingen (drie feiten op de telastelegging), dient in beginsel per feit te worden uitgegaan van een incidentele oplichting.
Basisfactor
– het betreft een incidentele oplichting 0 pt
– er is sprake van stelselmatige oplichting 60 pt
Het betreft een incidentele oplichting
Geen
– oplichting
Indien het gaat om een feit (één wilsbesluit, bijvoorbeeld een oplichtingsmail) waarin meerdere personen het slachtoffer zijn dient een strafverzwaring te worden doorberekend.
Basisfactor
Er is sprake van
Schijf 1: 1 slachtoffer 0 punten
Schijf 2: 2–10 slachtoffers 6 punten per slachtoffer
Schijf 3: 11–25 slachtoffers 1,5 punten per slachtoffer
Schijf 4: vanaf 26 slachtoffers 0,5 punten per slachtoffer
1 slachtoffer
Geen
– oplichting
Indien sprake is van op professionele wijze oplichten van personen, dient dit strafverzwarend te worden beoordeeld. Als voorbeeld kan worden genoemd een op professionele wijze opgezette website of een glossy folder.
Basisfactor
– er is geen sprake van een professioneel opgezette oplichting 0 pt
– er is sprake van een professioneel opgezette oplichting 20 pt
Er is geen sprake van een professioneel opgezette oplichting
Geen
– oplichting
Indien bij oplichting bewust kwetsbare slachtoffers worden uitgekozen dient dit – hoewel niet gebaseerd op wettelijke bepalingen – bij de beoordeling van het feit als strafverzwarend te worden beoordeeld. Te denken valt aan personen die de oplichting verminderd kunnen doorzien, zoals (al dan niet verwarde) bejaarden of kinderen. Kwetsbaarder kunnen ook zijn toeristen of buitenlandse werknemers, omdat ze onbekend zijn met de gebruiken die hier heersen. Tenslotte kan gedacht worden aan personen met een klein inkomen – mits bewust uitgekozen door de dader(s) –, die vaak goedgeloviger zijn en bij wie de oplichting extra hard aankomt.
Delictspecifieke factor
– er is geen sprake van (een) kwetsba(a)r(e) slachtoffer(s) 0 %
– Er is sprake van (een) kwetsba(a)r(e) slachtoffer(s) + 25%
Er is geen sprake van (een) kwetsba(a)r(e) slachtoffer(s)
Geen
– oplichting
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2011-23691.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.