Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 15 december 2011, nr. 2011-2000571698, tot wijziging van de Regeling inburgering in verband met de vaststelling van het rentepercentage voor 2012 van leningen op grond van artikel 16 van de Wet inburgering en de vervanging van het in bijlage 6 bij artikel 3.3 opgenomen model van het inburgeringsdiploma

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 14, derde lid, van de Wet inburgering en artikel 4.5, eerste lid, van het Besluit inburgering;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling inburgering wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 4.3 wordt ‘het jaar 2011: 2,58 procent’ vervangen door: het jaar 2012: 2,46 procent.

B

Bijlage 6 wordt vervangen door de in de bijlage bij deze regeling opgenomen bijlage.

ARTIKEL II

Inburgeringsdiploma’s die vanaf 19 september 2011 tot de inwerkingtreding van deze regeling namens de hoofddirectie van de Dienst Uitvoering Onderwijs zijn ondertekend, worden aangemerkt als inburgeringsdiploma’s die namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zijn ondertekend.

ARTIKEL III

  • 1. Artikel I, onderdeel A, treedt in werking met ingang van 1 januari 2012. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2011, treedt artikel I, onderdeel A, in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst en werkt het terug tot en met 1 januari 2012.

  • 2. Artikel I, onderdeel B, en artikel II treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst. Artikel I, onderdeel B, werkt terug tot en met 19 september 2011.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 15 december 2011

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.P.H. Donner.

BIJLAGE 6 BIJ ARTIKEL 3.3 VAN DE REGELING INBURGERING (MODEL INBURGERINGSDIPLOMA)

Model Inburgeringsdiploma

TOELICHTING

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (de minister) dient jaarlijks het rentepercentage vast te stellen dat gehanteerd wordt voor de leningen die zijn verstrekt op grond van artikel 16, eerste lid, van de Wet inburgering voor het volgen van inburgeringscursussen. In artikel I, onderdeel A, is het rentepercentage voor 2012 vastgesteld.

In artikel I, onderdeel B, wordt een nieuw model van het inburgeringsdiploma, zoals opgenomen in bijlage 6 bij artikel 3.3 van de Regeling inburgering, vastgesteld. Bij de onderdelen ‘Elektronisch praktijkexamen’ en ‘Praktijkdeel’ (het decentrale examen) wordt in het vervolg vermeld of deze examens op het taalniveau A1 of A2 zijn afgelegd. Op het oude model van het inburgeringsdiploma werd alleen aangetekend of bovengenoemde examens op taalniveau A1 waren afgelegd. Omdat deze weergave in de praktijk tot onduidelijkheid leidde, is een wijziging in het model aangebracht. Tevens is de ondertekening van het diploma aangepast in verband met de overgang van de verantwoordelijkheid voor de Wet inburgering naar de minister. Het model van het inburgeringsdiploma wordt reeds vanaf 19 september 2011 gebruikt door de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO), die gemandateerd is om namens de minister de diploma’s te ondertekenen. Daarbij is echter niet vermeld dat deze namens de minister zijn ondertekend.

Om hierover geen misverstand te doen ontstaan, is in artikel II bepaald dat deze inburgeringsdiploma’s worden aangemerkt als te zijn ondertekend namens de minister.

In artikel III, eerste lid, is de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel A, geregeld. Artikel I, onderdeel A, treedt in overeenstemming met het systeem van vaste verandermomenten op 1 januari 2012 in werking. Indien de regeling na 31 december 2011 in de Staatscourant wordt geplaatst, treedt dit artikelonderdeel in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin de regeling wordt geplaatst en werkt het terug tot en met 1 januari 2012.

In het tweede lid van artikel III is de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel B, en artikel II geregeld. De terugwerkende kracht van artikel I, onderdeel B, is nodig omdat DUO vanaf deze datum diploma’s uitgeeft op basis van het nieuwe model. Om deze reden wordt ook afgeweken van het systeem van vaste verandermomenten.

Deze regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor burgers en bedrijven.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.P.H. Donner.

Naar boven