Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 22 december 2011, nr. 249000, houdende wijziging van de Regeling identificatie en registratie van dieren in verband met wijziging van de tarieven en enkele technische aanpassingen.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gelet op titel I en III, van verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 juli 2000 (PbEG L 204) tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor runderen en inzake de etikettering van rundvlees en rundvleesproducten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 820/97 van de Raad;

Gelet op verordening (EG) nr. 2629/97 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 29 december 1997 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 820/97 van de Raad inzake oormerken, bedrijfsregisters en paspoorten overeenkomstig de identificatie- en registratieregeling voor runderen (PbEG L 354);

Gelet op richtlijn nr. 64/432/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1964, inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautair handelsverkeer in runderen en varkens (PbEG L 121);

Gelet op richtlijn nr. 92/102/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 27 november 1992 met betrekking tot de identificatie en de registratie van dieren (PbEG L 355);

Gelet op beschikking nr. 2000/678/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 23 oktober 2000 houdende vaststelling van uitvoeringsbepalingen inzake de registratie van bedrijven in nationale gegevensbanken voor varkens, zoals bedoeld in Richtlijn 64/432/EEG van de Raad (PbEG L 281);

Gelet op de artikelen 105 en 107 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en op artikel 3 van het Besluit identificatie en registratie van dieren;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling identificatie en registratie van dieren wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, onderdeel ll, wordt ‘artikel 34b’ vervangen door: artikel 38.

B

In artikel 4 wordt na het tweede lid een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Bij wijziging van de locatie van het bedrijf wordt een nieuwe aanmelding als bedoeld in artikel 2 gedaan.

C

Artikel 13, eerste lid, onderdeel c komt te luiden:

  • c. verordening 21/2004 en de artikelen 12e en 34 tot en met 37, indien het schapen en geiten betreft.

D

Artikel 36, derde lid, komt te luiden:

  • 3. In afwijking van het tweede lid, mag de houder bij een schaap dat of een geit die een merk heeft verloren, het andere merk ook verwijderen en het schaap of de geit merken met twee nieuwe merken overeenkomstig artikel 12e.

E

Artikel 38d wordt als volgt gewijzigd:

1. Het zevende lid komt te luiden:

  • 7. De kennisgeving, bedoeld in het tweede tot en met het zesde lid, geschiedt binnen 7 dagen, te rekenen vanaf de dag na de dag waarop de gebeurtenis waarvan kennisgeving wordt gedaan, heeft plaatsgevonden.

2. Na het zevende lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 8. De kennisgeving, bedoeld in het eerste lid, geschiedt binnen 6 maanden na de geboorte, of zoveel eerder als het schaap of de geit wordt afgevoerd of over de openbare weg wordt verplaatst.

F

Artikel 38e, vierde lid, komt te luiden:

  • 4. De kennisgeving, bedoeld in het eerste tot en met het derde lid, geschiedt binnen zeven dagen, te rekenen vanaf de dag na de dag waarop de gebeurtenis waarvan kennisgeving wordt gedaan, heeft plaatsgevonden of zoveel eerder als het schaap of de geit wordt afgevoerd of over de openbare weg wordt verplaatst.

G

Artikel 43a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, onderdeel a, wordt ‘€ 1,64’ vervangen door: € 1,31.

2. In het tweede lid, onderdeel b, wordt ‘€ 0,07’ vervangen door: € 0,05.

3. In het tweede lid, onderdeel c, wordt ‘€ 0,80’ vervangen door: € 0,64.

4. In het derde lid wordt ‘€ 0,07’ vervangen door: € 0,05.

H

In artikel 43l wordt onder vernummering van het tweede lid tot derde lid een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Bij de vaststelling, bedoeld in het eerste lid, kan de minister de ingevolge deze regeling verschuldigde bedragen verrekenen met de werkelijk bij de uitvoering van de in deze regeling bedoelde handelingen gemaakte kosten, indien de gemaakte kosten lager uitvallen dan de verschuldigde bedragen.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker.

TOELICHTING

§ 1. Inleiding

Deze regeling strekt tot wijziging van de Regeling identificatie en registratie van dieren (Regeling I&R). De wijziging ziet in de eerste plaats op de aanpassing van de hoogte van de tarieven die in rekening gebracht worden door Dienst Regelingen van het ministerie in het kader van de uitvoering van de identificatie en registratie van dieren (Artikel I, onderdeel G). Tevens wordt een aantal technische wijzigingen doorgevoerd. De wijzigingen worden hieronder toegelicht.

§ 2. Wijziging tarieven

In verband met de identificatie en registratie van runderen, varkens, schapen en geiten maakt de overheid kosten. Om deze kosten te kunnen omslaan over de gebruikers van het I&R-systeem is er voorzien in een financieringsstelsel. De houder van runderen, varkens, schapen en geiten dient daarbij op grond van de regeling jaarlijks een heffing te betalen. De uitwerking hiervan in het tarievenstelsel verschilt per diersoort, omdat de wijze van identificatie en registratie per diersoort verschilt. Voor de houder van runderen geldt een vast bedrag per aan de houder toegekend Uniek Bedrijfsnummer (UBN). De tarieven van de vaste bedragen per aan de houder toegekend UBN voor 2012 zijn onveranderd ten opzichte van 2011. Verder geldt een tarief afhankelijk van de aantallen runderen die op het bedrijf zijn geboren, zijn aangevoerd vanuit Nederland, of zijn aangevoerd uit het buitenland. Dit tarief wordt met 20% verlaagd. Deze tariefverlaging is mogelijk door de dalende uitvoeringskosten en tevens als gevolg van het feit dat de nog openstaande investeringskosten voor 2012 en 2013, te financieren door de rundveesector, nu reeds zijn afgelost. Hierdoor hoeft de sector niet meer de jaarlijkse 600.000 euro voor de financiering van het identificatie- en registratiesysteem op te brengen.

§ 3. Administratieve lasten

De wijziging van de hoogte van de tarieven noch de andere inhoudelijke wijzigingen leiden tot een wijziging van de administratieve lasten.

§ 4. Vaste verandermomenten (VVM)

In verband met de systematiek van de Vaste Verandermomenten1 gelden vier vaste inwerkingtredingsdata per jaar, waaronder 1 januari, en geldt een minimale invoeringstermijn van twee maanden. De systematiek van de Vaste Verandermomenten is niet gevolgd ten aanzien van het moment van publicatie. Publicatie twee maanden voorafgaand aan inwerkingtreding was niet mogelijk omdat tariefwijzigingen voor het nieuwe jaar mede worden bepaald op basis van de gegevens van het voorgaande jaar. Deze gegevens zijn pas aan het einde van het jaar bekend.

§ 5. Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

Onderdeel A

Onderdeel ll van artikel 1 verwees naar het (niet bestaande) artikel 34b. Met deze wijziging wordt deze foutieve verwijzing aangepast, zodat er wordt verwezen naar artikel 38, het desbetreffende artikel over ommerken.

Onderdeel B

Een Uniek Bedrijfsnummer (UBN) is locatiegebonden. Er kunnen op grond van artikel 4 van de Regeling I&R wijzigingen worden doorgevoerd in de geregistreerde gegevens, maar een UBN kan niet meeverhuizen met de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een UBN is toegekend. Dit houdt in dat ingeval er een bedrijfsverplaatsing plaatsvindt, er voor de nieuwe locatie een nieuw UBN moet worden aangevraagd, en de benodigde verplaatsingsmeldingen moeten worden gedaan, waarna het oude UBN kan worden beëindigd. In bepaalde gevallen kan het mogelijk zijn om het eerder reeds voor de nieuwe locatie uitgegeven UBN over te nemen. De locatiegebonden aard van het UBN is door een wijziging van artikel 4 van de Regeling I&R verduidelijkt.

Onderdeel C

In artikel 13, eerste lid, onderdeel c, werd abusievelijk niet verwezen naar artikel 12e. Deze omissie is hersteld.

Onderdeel D

De beperking in het derde lid van artikel 36 van de Regeling I&R dat het verwijderen van een overgebleven merk alleen is toegestaan indien het plaatsvindt op het bedrijf waar het dier is geboren, komt te vervallen. Vervanging van twee nieuwe merken is zodoende nu ook toegestaan op een volgend bedrijf. Op grond van artikel 38e dient in de centrale databank melding wordt gemaakt van de vervanging door middel van het koppelen van het oude aan het nieuwe nummer. De melding dient te worden gedaan binnen 7 dagen na het vervangen van de merken of zoveel eerder als het schaap of de geit wordt afgevoerd van bedrijf.

Onderdelen E en F

In artikel 38d van de Regeling I&R is bepaald dat bepaalde gebeurtenissen binnen zeven dagen geregistreerd moeten worden. In het nieuwe achtste lid van artikel 38d wordt bepaald dat de registratie van het schaap of de geit moet hebben plaatsgevonden vóórdat het dier van het bedrijf kan worden afgevoerd. Hierdoor wordt het voor de ontvangende houder mogelijk om de registratie van een schaap of geit te controleren op het moment van aanvoer. Dat was voorheen niet mogelijk, omdat de registratie van het schaap of de geit nog zeven dagen na de gebeurtenis (het afvoeren) kon plaatsvinden. Artikel 38e, betreffende het vervangen van een verloren merk, wordt overeenkomstig aangepast.

Onderdeel H

Gezien het feit dat het bepalen van de I&R tarieven afhankelijk is van een aantal moeilijk voorspelbare factoren, is er behoefte om de definitieve heffing voor de identificatie en registratie achteraf te kunnen vaststellen. Nu wordt voorafgaand aan het jaar van heffing het tarief vastgesteld. Het tarief is afhankelijk van de te verwachte uitvoeringskosten en een schatting van het aantal I&R meldingen. De laatste jaren is gebleken dat er in de praktijk schommelingen optreden in de uitvoeringskosten en aantallen meldingen.

In artikel 43l wordt nu bepaald dat de over het voorgaande jaar op basis van de tarieven verschuldigde bedragen kunnen worden verminderd als de gemaakte kosten lager uitvallen dan de verschuldigde bedragen. Met deze verrekeningssystematiek kan worden voorkomen dat er heffingen worden opgelegd die hoger zijn dan de gemaakte kosten. Indien de kosten hoger uitvallen dan de heffingen opbrengen, dan leidt dit niet tot een hogere afrekening. Wel kunnen het volgende jaar de tarieven worden verhoogd.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker.


X Noot
1

Kamerstukken II 2009-2010, nr. 309.

Naar boven