Regeling van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 15 december 2011, nr. 202867, houdende vaststelling van de schadeloosstelling van de leden van de commissie schadefonds geweldsmisdrijven (Regeling schadeloosstelling leden commissie schadefonds geweldsmisdrijven)

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 14, tweede lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen en artikel 8, zevende lid, van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. BBRA 1984:

Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984;

b. enkelvoudige kamer:

enkelvoudige kamer van de commissie, bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven;

c. leden:

leden van de commissie, bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven;

d. meervoudige kamer:

meervoudige kamer van de commissie, bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven;

e. plaatsvervangend voorzitter:

plaatsvervangend voorzitter van de commissie, bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven;

f. voorzitter:

voorzitter van de commissie, bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven.

Artikel 2

  • 1. De voorzitter ontvangt voor het voorzitten van een plenaire bijeenkomst van de commissie een schadeloosstelling van 4,66% van het maximum van salarisschaal 17 van bijlage B van het BBRA 1984.

  • 2. De overige leden ontvangen voor het deelnemen aan een plenaire bijeenkomst van de commissie een schadeloosstelling van 1,85% van het maximum van salarisschaal 16 van bijlage B van het BBRA 1984.

  • 3. De plaatsvervangend voorzitter ontvangt een schadeloosstelling overeenkomstig het eerste lid, indien hij bij langdurige afwezigheid van de voorzitter een plenaire bijeenkomst voorzit.

Artikel 3

  • 1. De voorzitter en plaatsvervangend voorzitter ontvangen voor het voorzitten van een vergadering van de meervoudige kamer een schadeloosstelling van 1,52% van het maximum van salarisschaal 17 van bijlage B van het BBRA 1984.

  • 2. De overige leden ontvangen voor het deelnemen aan een vergadering van de meervoudige kamer een schadeloosstelling van 1,37% van het maximum van salarisschaal 16 van bijlage B van het BBRA 1984.

Artikel 4

De leden ontvangen voor het voorzitten van een hoorzitting in bezwaarzaken een schadeloosstelling van 4,24% van het maximum van salarisschaal 16 van bijlage B van het BBRA 1984 per zitting.

Artikel 5

Een lid van de enkelvoudige kamer ontvangt voor het afhandelen van bezwaarzaken in de enkelvoudige kamer een schadeloosstelling van 4,24% van het maximum van salarisschaal 16 van bijlage B van het BBRA 1984 per tien afgehandelde bezwaarzaken.

Artikel 6

De leden ontvangen een vergoeding voor reis- en verblijfkosten overeenkomstig de bepalingen die terzake voor burgerlijke rijksambtenaren gelden.

Artikel 7

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.

Artikel 8

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling schadeloosstelling leden commissie schadefonds geweldsmisdrijven.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

F. Teeven.

TOELICHTING

Algemeen

Deze regeling voorziet in een schadeloosstelling van de leden van de commissie schadefonds geweldmisdrijven (hierna: de commissie). Thans is de vergoeding van de leden geregeld in het Besluit van 18 april 1994, houdende regeling van de rechtspositie van de leden van de commissie belast met het beheer van het schadefonds geweldsmisdrijven (Stb. 1994, 505) (hierna: Besluit van de rechtspositie van de leden van de commissie belast met het beheer van het schadefonds geweldsmisdrijven) en het Besluit van de Minister van Justitie van 14 oktober 2008, nr. 08/DSP, houdende vaststelling van de bedragen die de leden van de commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven ontvangen in het kader van het Besluit regeling van de rechtspositie van de leden van de commissie belast met het beheer van het Schadefonds Geweldsmisdrijven (Stcrt. 2008, 209) (hierna: Besluit vaststelling bedragen commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven). Als gevolg van de Wet van 6 juni 2011 tot aanpassing van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven in verband met uitbreiding van de categorieën van personen die recht hebben op een uitkering uit het fonds en verruiming van de gevallen waarin men aanspraak kan maken op een dergelijke uitkering, aanpassing aan de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen en enkele andere aanpassingen (Stb. 2011, 276) (hierna: de Wijzigingswet) wordt de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen op de commissie van toepassing en vervallen het Besluit regeling van de rechtspositie van de leden van de commissie belast met het beheer van het schadefonds geweldsmisdrijven en het Besluit vaststelling bedragen commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven van rechtswege. Ingevolge artikel 14, tweede lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen dient de Minister van Veiligheid en Justitie een bezoldiging of schadeloosstelling voor de leden van de commissie vast te stellen. Onderhavige regeling geeft hieraan uitvoering.

Bij de opstelling van de regeling is de thans geldende regelgeving als uitgangspunt genomen. Artikel 14 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen noopt echter tot een aantal aanpassingen. De rechtspositionele bepalingen voor de leden van een enkelvoudige kamer in het Besluit regeling van de rechtspositie van de leden van de commissie belast met het beheer van het schadefonds geweldsmisdrijven zijn niet overgenomen. Deze bepalingen hingen samen met het feit dat het lidmaatschap van de enkelvoudige kamer aanvankelijk een volledige dagtaak in beslag nam. In de praktijk is hiervan inmiddels geen sprake meer. Aan de specifieke rechtspositionele bepalingen bestaat derhalve geen behoefte meer. Verder is van de gelegenheid gebruik gemaakt om de formulering van enkele bepalingen aan te passen.

In deze regeling is gekozen voor een schadeloosstelling voor vier typen werkzaamheden, te weten: het voorzitten van en deelnemen aan plenaire bijeenkomsten, het voorzitten van en deelnemen aan vergaderingen van de meervoudige kamer, het voorzitten van hoorzittingen in bezwaarzaken en het afhandelen van bezwaarzaken in de enkelvoudige kamer. In artikel 2 van het Besluit vaststelling bedragen commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven was geregeld dat de voorzitter en de overige leden een vergoeding voor het bijwonen van een vergadering ontvingen. Deze omvatte in de praktijk een plenair deel, waarin de voltallige commissie organisatorische zaken en beleid besprak en een vergadering van de meervoudige kamer, waarin op basis van schriftelijke stukken en de hoorzittingen, bezwaarzaken behandeld werden. In deze regeling wordt dit gesplitst in een schadeloosstelling voor het voorzitten van en deelnemen aan een plenaire bijeenkomst van de commissie en een schadeloosstelling voor het voorzitten van en deelnemen aan een vergadering van de meervoudige kamer. Door deze splitsing wordt inzichtelijk welke schadeloosstelling de voorzitter en de overige leden voor beide typen werkzaamheden ontvangen. Deze splitsing is in het bijzonder van belang, omdat in de praktijk gedurende het jaar extra vergaderingen van de meervoudige kamers plaatsvinden, waaraan géén plenaire bijeenkomst is verbonden.

In afwijking van het Besluit vaststelling bedragen commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven is ervoor gekozen de schadeloosstelling uit te drukken in een percentage van de in bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 genoemde toepasselijke salarisschaal. Dit heeft als voordeel dat de vergoedingen automatisch worden gewijzigd als de salarissen van het burgerlijk rijkspersoneel daartoe aanleiding geven. Bovendien biedt dit meer transparantie over de hoogte van de schadeloosstelling in verhouding tot de salariëring van het burgerlijk rijkspersoneel. De hoogte van de schadeloosstelling voor de verschillende typen werkzaamheden is in lijn met de vergoeding die de voorzitter en de overige leden van de commissie tot op heden ontvingen. Gelet op het aantal vergaderingen zal de totale schadeloosstelling van de voorzitter en de overige leden van de commissie niet het maximum van de norm, die gebaseerd is op de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens, overschrijden.

Artikelsgewijs

Artikel 2

Dit artikel regelt de schadeloosstelling van de voorzitter en overige leden van de commissie voor het voorzitten van en deelnemen aan een plenaire bijeenkomst van de commissie. Zoals in het algemene deel opgemerkt, worden tijdens een plenaire bijeenkomst het beleid en organisatorische zaken van de commissie besproken. Thans is in artikel 1 van het Besluit vaststelling bedragen commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven bepaald dat de voorzitter een vaste vergoeding per jaar voor zijn voorzitterschap ontvangt. Deze vergoeding was met name gebaseerd op de voorbereidende werkzaamheden die het voorzitten van de plenaire bijeenkomsten met zich meebrengt. Er is voor gekozen deze vaste jaarlijkse vergoeding te verdisconteren in de hoogte van de schadeloosstelling voor het voorzitten van een plenaire bijeenkomst van de commissie. De plaatsvervangend voorzitter ontvangt eenzelfde schadeloosstelling als de voorzitter, indien hij bij langdurige afwezigheid van de voorzitter, de voorbereidende werkzaamheden die samenhangen met het voorzitten van een plenaire bijeenkomst van de voorzitter moet overnemen.

Artikel 3

Dit artikel regelt de schadeloosstelling van de voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter en de overige leden van de commissie voor het voorzitten van en deelnemen aan een vergadering van de meervoudige kamer. Zoals in het algemene deel opgemerkt, worden tijdens deze vergaderingen bezwaarzaken behandeld, op basis van schriftelijke stukken en de hoorzittingen. De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter zitten beiden vergaderingen van de meervoudige kamer voor.

Artikel 4

Dit artikel regelt de schadeloosstelling van de leden van de commissie voor het voorzitten van een hoorzitting in bezwaarzaken. Het horen in bezwaarzaken geschiedt door één van de leden van de meervoudige kamer, die wordt bijgestaan door een medewerker van het secretariaat. Een hoorzitting omvat één of meer bezwaarzaken gedurende één dagdeel.

Artikel 5

Dit artikel regelt de schadeloosstelling van een lid van de enkelvoudige kamer voor het afhandelen van bezwaarzaken in de enkelvoudige kamer. Een lid van de enkelvoudige kamer doet eenvoudige bezwaarzaken af. Een lid van de enkelvoudige kamer ontvangt een schadeloosstelling per tien afgehandelde bezwaarzaken.

Artikel 6

Dit artikel komt overeen met artikel 6, eerste lid, van het Besluit regeling van de rechtspositie van de leden van de commissie belast met het beheer van het schadefonds geweldsmisdrijven.

Artikel 7

De inwerkingtreding van de onderhavige regeling is gekoppeld aan de inwerkingtreding van de Wijzigingswet die geschiedt op 1 januari 2012. Ingevolge de systematiek van de vaste verandermomenten geldt voor ministeriële regelingen een invoeringstermijn van minimaal twee maanden. Daarvan kan worden afgeweken in verband met publieke en private belangen. In dit geval wordt een afwijking gerechtvaardigd geacht, omdat de huidige besluiten van rechtswege vervallen met ingang van 1 januari 2012. De doelgroep is derhalve gebaat bij een spoedige inwerkingtreding van de onderhavige regeling.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

F. Teeven.

Naar boven