Richtlijn voor strafvordering telecommunicatiewet

Toelichting:

– De boetebedragen zijn met 20% verhoogd.

– De volgorde van de basisdelicten is gewijzigd.

– Het aantal sanctiepunten voor basisdelict 2 (het voormalige basisdelict 3) is verhoogd.

– Bij basisdelict 3 (het voormalige basisdelict 4) is een basisfactor ‘Omvang van de handel’ opgenomen.

– De bepaling dat onttrekking aan het verkeer dient te worden gevorderd bij basisdelict 1 is gecorrigeerd naar een voorgeschreven verbeurdverklaring.

Categorie: Strafvordering

Rechtskarakter: Aanwijzing i.d.z.v. art. 130 lid 4 Wet RO

Afzender: College van procureurs-generaal

Adressaat: Hoofden van de parketten

Registratienummer: 2011R031

Datum vaststelling: 09-12-2011

Datum inwerkingtreding: 01-01-2012

Geldigheidsduur: 31-12-2015

Publicatie in Stcrt.: PM

Vervallen: Richtlijn voor strafvordering Telecommunicatiewet (2010R025), Aanwijzing kader voor strafvordering (2010A032)

Relevante beleidsregels OM: Aanwijzing Telecommunicatiewet (2007A022)

Wetsbepalingen: Telecommunicatiewet (Stb. 1998, 610), artt. 3.3, 10.1, 10.2, 10.5 t/m 10.7, 10.16, 20.3 en 20.4

Jurisprudentie: –

Bijlage(n): 4

ACHTERGROND

De boetebedragen in deze richtlijn zijn geïndexeerd met 20 procent conform de door de minister voorgestelde verhoging per 1 januari 2012, waarbij de bedragen conform de Aanwijzing kader voor strafvordering zijn afgerond.

Beschrijving

Deze richtlijn ziet op delicten begaan door het overtreden van de Telecommunicatiewet (misdrijven en/of overtredingen). In de richtlijn wordt een aantal basisdelicten genoemd. Hieronder vallen de meeste strafbare feiten ingevolge de Telecommunicatiewet.

Voorzover het basisdelict een misdrijf – (doleus) en een overtredingsvariant (culpoos) kent, is bij het betreffende basisdelict een basispuntenaantal opgenomen dat betrekking heeft op de misdrijfvariant. In geval sprake is van een overtreding kan hiervan worden afgeweken door het puntenaantal naar beneden aan te passen. Indien het basisdelict alleen ziet op een overtreding speelt dit punt uiteraard geen rol.

Aard van de richtlijn

Bijzondere wetten

Wettekst

Telecommunicatiewet (Tw) hoofdstukken 3 en 10

Wet op de economische delicten (WED)

Puntensysteem

In de onderhavige richtlijn voor strafvordering wordt gebruik gemaakt van het Polaris-puntensysteem, zoals beschreven in de Aanwijzing Kader voor strafvordering. Voor de waarde van één sanctiepunt wordt verwezen naar genoemde aanwijzing.

Basisdelicten (overzicht)

  • (1) Het aanleggen, het geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig hebben en/of het gebruik van een radiozendapparaat, bestemd om omroepfrequenties beneden de 108 MHz die in het Nationaal Frequentieplan zijn aangeduid met de hoofdcategorie ‘omroep’ te gebruiken, zonder vergunning ex art. 3.3, lid 1 Tw (etherpiraten)

    (strafbaarstelling: art. 10.9, eerste lid Tw jo. art. 1, sub 1° WED)

  • (2) Het aanleggen, het geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig hebben en/of het gebruik van een radiozendapparaat, bestemd om andere frequentieruimte dan omroepfrequenties beneden de 108 MHz die in het Nationaal Frequentieplan zijn aangeduid met de hoofdcategorie ‘omroep’ te gebruiken, zonder vergunning of registratie ex art. 3.3, eerste lid, jo. 3.4 Tw (niet-etherpiraten)

    (strafbaarstelling: art. 10.9, eerste lid jo. art. 1, sub 1° WED)

  • (3) Het in de handel brengen van uitrusting die niet voldoet aan de eisen ex art. 10.1 of 10.3 onderdeel a,b,c en e TW

    (strafbaarstelling: art. 10.1, eerste lid jo. art. 1, sub 1° WED)

  • (4) Het aanleggen, het geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig hebben en/of het gebruik van een radiozendapparaat dat op een verkeerde frequentie werkt en/of een onjuist vermogen heeft

    (strafbaarstelling: art. 10.9, eerste lid Tw jo. art. 1, sub 1° WED)

OVERGANGSRECHT

Deze richtlijn voor strafvordering is uitsluitend geldig ten aanzien van strafbare feiten gepleegd vanaf de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn.

BIJLAGEN

BASISDELICT (1)

Het aanleggen, het geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig hebben en/of het gebruik van een radiozendapparaat, bestemd om omroepfrequenties beneden de 108 MHz die in het Nationaal Frequentieplan zijn aangeduid met de hoofdcategorie ‘omroep’ te gebruiken, zonder vergunning ex art. 3.3, lid 1 Tw (strafbaarstelling: art. 10.9, eerste lid Tw jo. art. 1 sub 1° WED) (etherpiraten)

Beschrijving

Dit delict ziet op het aanleggen, het geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig hebben en/of het gebruik van een radiozendapparaat, bestemd om omroepfrequenties beneden de 108 MHz die in het Nationaal Frequentieplan zijn aangeduid met de hoofdcategorie ‘omroep’ te gebruiken, zonder vergunning ex art. 3.3, eerste lid Tw en heeft in hoofdzaak betrekking op etherpiraten. Onderscheid wordt gemaakt tussen lichte of zware overtredingen. Deze richtlijn dient voor de strafvordering van de lichte overtreding. De strafvordering van zware overtredingen valt hierbuiten en vergt maatwerk.

Toepasselijk kader

Aanwijzing kader voor strafvordering

Basispunten

50 punten (naast beslag)

Basisfactoren

Geen

Delictspecifieke factoren
Medeplegen

Er is geen sprake van medeplegen +0 %

Er is sprake van medeplegen +25 %

Wettelijke factoren
Medeplichtigheid

Dader +0 %

Medeplichtige –33 %

Poging

Voltooid delict +0 %

Poging tot plegen n.v.t.

Recidiveregeling
Mate van recidive (5 jaar)

Geen recidive +0 %

1 maal binnen 2 jaar + 50% en naast hogere sanctie

1 maal binnen 2–5 jaar + 50%

Meermalen + 100% + naast hogere sanctie + dagvaarden

Draagkracht

Geen

Maatwerk

Geen

Speciale regelingen

Geen

Bijzonderheden

Gezien de ernst van het feit is in beginsel een taakstraf geïndiceerd.

Bij afdoening middels een strafbeschikking dient, indien het beslag nog niet is afgedaan, de strafbeschikking tevens de aanwijzing ‘afstand’ te bevatten.

In geval van dagvaarden dient altijd verbeurdverklaring gevorderd te worden.

BASISDELICT (2)

Het aanleggen, het geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig hebben en/of het gebruik van een radiozendapparaat, bestemd om andere frequentieruimte dan omroepfrequenties beneden de 108 MHz die in het Nationaal Frequentieplan zijn aangeduid met de hoofdcategorie ‘omroep’ te gebruiken, zonder vergunning of registratie ex art. 3.3, eerste lid, jo. 3.4 Tw (strafbaarstelling: art. 10.9, eerste en tweede lid Tw jo. art. 1, sub 1° WED) (niet-etherpiraten)

Beschrijving

Dit basisdelict ziet op het aanleggen, het geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig hebben en/of het gebruik van een radiozendapparaat, bestemd om andere frequentieruimte dan omroepfrequenties beneden de 108 MHz die in het Nationaal Frequentieplan zijn aangeduid met de hoofdcategorie ‘omroep’ te gebruiken, zonder vergunning of registratie ex art. 3.3, eerste lid jo. 3.4 Tw. Het betreft hier bijvoorbeeld marifoons, mobilofoons of portofoons zonder dat de houder in het bezit is van een vergunning voor gebruik van frequentieruimte ex art. 3.3, eerste lid Tw.

Toepasselijk kader

Aanwijzing kader voor strafvordering

Basispunten

15 punten

Basisfactoren

Geen

Delictspecifieke factoren
Medeplegen

Er is geen sprake van medeplegen +0 %

Er is sprake van medeplegen +25 %

Wettelijke factoren
Medeplichtigheid

Dader +0 %

Medeplichtige –33 %

Poging

Voltooid delict +0 %

Poging tot plegen n.v.t.

Recidiveregeling
Mate van recidive (5 jaar)

Geen recidive +0 %

1 maal binnen 2 jaar + 50% en naast hogere sanctie

1 maal binnen 2–5 jaar + 50%

Meermalen + 100% + naast hogere sanctie + dagvaarden

Draagkracht

Geen

Maatwerk

Geen

Speciale regelingen

Geen

Bijzonderheden

Bij afdoening middels een strafbeschikking dient, indien het beslag nog niet is afgedaan, de strafbeschikking tevens de aanwijzing ‘afstand’ te bevatten.

In geval van dagvaarden dient altijd verbeurdverklaring gevorderd te worden.

BASISDELICT (3)

Het in de handel brengen van uitrusting die niet voldoet aan de eisen ex artt. 10.1 of 10.3 Tw (strafbaarstelling: art. 10.1, eerste lid Tw jo. art. 1, sub 1° WED)

Beschrijving

Dit basisdelict ziet op het in de handel brengen van uitrusting die niet voldoet aan de eisen ex art. 10.1 of 10.3 Tw. Dit verbod is gericht tot fabrikanten en importeurs. Zij dienen zich ervan te vergewissen dat de apparaten voldoen aan de voorschriften.

Toepasselijk kader

Aanwijzing kader voor strafvordering

Basispunten

15 punten

Basisfactoren

Omvang van de handel

Particulieren + 0 pt

Bedrijven tot 10 werknemers + 25 pt

Bedrijven van 10 t/m 49 werknemers + 50 pt (DV)

Bedrijven van 50 of meer werknemers + 85 pt (DV)

DV = dagvaarden

Delictspecifieke factoren
Medeplegen

Er is geen sprake van medeplegen +0 %

Er is sprake van medeplegen +25 %

Wettelijke factoren
Medeplichtigheid

Dader +0 %

Medeplichtige –33 %

Poging

Voltooid delict +0 %

Poging tot plegen –33 %

Recidiveregeling
Mate van recidive (5 jaar)

Geen recidive +0 %

1 maal binnen 2 jaar + 50% en naast hogere sanctie

1 maal binnen 2–5 jaar + 50%

Meermalen + 100% + naast hogere sanctie + dagvaarden

Draagkracht

Geen

Maatwerk

Geen

Speciale regelingen

Geen

Bijzonderheden

Bij afdoening middels een strafbeschikking wordt in beginsel een geldboete opgelegd en dient, indien het beslag nog niet is afgedaan, de strafbeschikking tevens de aanwijzing ‘afstand’ te bevatten.

In geval van dagvaarden dient onttrekking aan het verkeer gevorderd te worden en in beginsel een geldboete geëist te worden.

Indien de omstandigheden van het delict daartoe aanleiding geven zal tevens gedacht kunnen worden aan toepassing van art. 140 Sr (deelneming aan een criminele organisatie); art. 74, lid 2, sub d Sr (ontnemingsschikking) en art. 36c Sr (ontnemingsvordering).

BASISDELICT (4)

Het aanleggen, het geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig hebben en/of het gebruik van een radiozendapparaat dat op een verkeerde frequentie werkt en/of een onjuist vermogen heeft (strafbaarstelling: art. 10.9, eerste lid Tw jo. art. 1, sub 1° WED)

Beschrijving

Dit basisdelict ziet op het aanleggen, het geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig hebben en/of het gebruik van een radiozendapparaat dat op een verkeerde frequentie werkt en/of een onjuist vermogen heeft. Het betreft hier apparaten waarvoor geen vergunning voor frequentieruimte is vereist die vallen onder de uitzonderingsbepaling van artikel 3.4 Tw (Deze apparaten zijn opgenomen in de Regeling gebruik van frequentieruimte zonder vergunning). Indien een radiozendapparaat niet (meer) voldoet aan het bepaalde in genoemde regeling is de uitzonderingsbepaling artikel 3.4 Tw niet meer van toepassing en geldt voor het apparaat het vergunningvereiste als bedoeld in artikel 3.3 TW. Onder deze categorie vallen onder meer koordloze of mobiele telefoons, draadloze microfoons, babyfoons, apparaten met modelbesturing, gemodificeerde 27 MHz-apparatuur.

Toepasselijk kader

Aanwijzing kader voor strafvordering

Basispunten

15 punten (naast beslag)

Basisfactoren

Geen

Delictspecifieke factoren
Medeplegen

Er is geen sprake van medeplegen +0 %

Er is sprake van medeplegen +25 %

Wettelijke factoren
Medeplichtigheid

Dader +0 %

Medeplichtige –33 %

Poging

Voltooid delict +0 %

Poging tot plegen n.v.t.

Recidiveregeling
Mate van recidive (5 jaar)

Geen recidive +0 %

1 maal binnen 2 jaar + 50% en naast hogere sanctie

1 maal binnen 2–5 jaar + 50%

Meermalen + 100% + naast hogere sanctie + dagvaarden

Draagkracht

Geen

Maatwerk

Geen

Speciale regelingen

Geen

Bijzonderheden

Bij afdoening middels een strafbeschikking dient, indien het beslag nog niet is afgedaan, de strafbeschikking tevens de aanwijzing ‘afstand’ te bevatten.

In geval van dagvaarden dient bij radiozendapparaten die op een verkeerde frequentie werken altijd onttrekking aan het verkeer gevorderd te worden en bij radiozendapparaten die een onjuist vermogen hebben verbeurdverklaring.

Naar boven