Intrekking circulaire afbakening tussen politie- en Justitiekosten

Aan: – De Minister van Defensie, t.a.v. de Commandant van het Wapen der Koninklijke Marechaussee

– De Minister van Financiën, t.a.v. FIOD / ECD en Domeinen RZ

– De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, t.a.v. SIOD

– De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, t.a.v. AID-DO en Dienst Regelingen

– De Minister van Infrastructuur en Milieu, t.a.v. IOD

– de Raad voor de rechtspraak

– het College van procureurs-generaal

Onderwerp: Intrekking circulaire afbakening tussen politie- en Justitiekosten

Datum: 15 december 2011

Kenmerk: 5719553/11

Geachte geadresseerden van de circulaire afbakening tussen politie- en justitiekosten,

Met deze brief vraag ik uw aandacht voor het volgende.

De afbakeningscirculaire (laatste versie van 19 december 2006, kenmerk 5459922/06, verlengd bij circulaire van 16 december 2010, kenmerk5678713/10) heeft jaren dienst gedaan om aan te geven welke opsporingskosten, in uitzondering op de hoofdregel, bij het Openbaar Ministerie (OM) konden worden gedeclareerd.

De bedoelde hoofdregel houdt in dat de opsporingsinstanties alle kosten van de opsporing voor hun rekening nemen en het OM de kosten van vervolging. Dat volgt o.a. uit de wijze waarop deze instanties via de begroting aan hun geld komen om hun taken te verrichten. De Wet, het Besluit- en de Ministeriële regeling tarieven in strafzaken 2003 zijn alleen van toepassing op kosten voor werkzaamheden en tijdverzuim in opdracht of verzoek van rechterlijke autoriteiten (dus ook het Openbaar Ministerie) in de gerechtelijke fase gemaakt (zie ook H.R. 27 juni 1986, nr. 12985).

In de laatste versie van de afbakeningscirculaire gold slechts nog één uitzondering, namelijk voor de kosten van het transport door derden van strafrechtelijk inbeslaggenomen voorwerpen. Het gaat hier om de kosten van het transport van een lokatie van de opsporingsinstanties, dan wel van de plaats delict naar de bewaarder of rechtstreeks naar de vernietiger.

In goed overleg met de politie, het Openbaar Ministerie en Domeinen Roerende Zaken (DRZ) (o.a. Aanpak georganiseerde hennepteelt) kan deze laatste uitzondering worden opgeheven. Daarmee zijn er geen uitzonderingen meer op de hoofdregel en is er geen behoefte meer om de afbakeningscirculaire in stand te houden. Met deze brief trek ik daarom die circulaire per 1 januari 2012 in.

DRZ gaat per 1 januari 2012 een coördinerende rol spelen bij het transport van opsporingsinstanties naar bewaarders en vernietigers. Daartoe zal DRZ een aanbesteding doen en een of meer marktpartijen kiezen, die met het transport worden belast. Ook de financiële afwikkeling van deze transporten komt bij DRZ te liggen.

Als er dus een bijzonder transport moet worden geregeld van de locatie van de opsporing of plaats delict naar een bewaarder of vernietiger, zult u dat transport bij DRZ moeten aanvragen. Via de voor u geëigende kanalen kunt u contact opnemen met DRZ. Het is denkbaar dat na de aanbesteding de lijnen naar de transporteur rechtstreeks gaan, maar dat is aan DRZ om daar voor de toekomst afspraken over te maken en u daarover nader te informeren.

Declaraties voor daarvoor in aanmerking komende transporten, geleverd tot 1 januari 2012, kunt u op de gebruikelijke wijze bij het OM indienen. Opdrachten voor transporten die door tussenkomst van DRZ lopen, komen voor rekening van DRZ.

N.B.

Opdrachten voor transport door derden die in 2011 en na 1 januari 2012 rechtstreeks door de opsporingsinstanties aan de transporteur zijn verstrekt, komen niet voor vergoeding door DRZ in aanmerking.

Ik verzoek u de inhoud van deze brief bekend te maken bij de medewerkers die het aangaat en hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

Deze brief zal in de Staatscourant worden gepubliceerd.

Rest mij u prettige feestdagen te wensen en alle goeds voor 2012.

De Minister van Veiligheid en Justitie,

namens deze:

de Directeur-Genraal Rechtspleging en Rechtshandhaving,

voor deze:

R.J.F. Baarends.

Naar boven