Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu van 6 december 2011, nr. IENM/BSK-2011/161754 tot intrekking van enkele subsidieregelingen en het laten vervallen van een subsidieprogramma op de beleidsterreinen ruimtelijke ordening en milieu (Intrekking enkele subsidieregelingen en een subsidieprogramma)

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 15.13, eerste en tweede lid, van de Wet milieubeheer, artikel 6.10, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening en de artikelen 6.3.1.5, eerste lid, 6.3.2.1, vierde lid, en 6.3.4.1, vierde lid, van het Besluit ruimtelijke ordening;

Besluit:

ARTIKEL I

1. De volgende regelingen worden ingetrokken:

  • a. de Projectstimuleringsregeling INTERREG IV;

  • b. de RijksCofinancieringsregeling INTERREG IV;

  • c. de Subsidieregeling aanpak zwerfafval;

  • d. de Subsidieregeling dieselmotoren voor binnenvaartschepen;

  • e. de Subsidieregeling maatschappelijke organisaties en milieu 2009, en

  • f. de Subsidieregeling milieugerichte technologie.

2. Paragraaf 2.4 en de bijlagen III, IV-A, IV-B en V van de Subsidieregeling emissieverminderende voorzieningen voor voertuigen vervallen.

ARTIKEL II

De regelingen en de paragraaf, genoemd in artikel I, eerste lid, respectievelijk, tweede lid, zoals zij luidden voor 1 januari 2012, blijven van toepassing op subsidies die voor 1 januari 2012 zijn aangevraagd of verleend op grond van die regelingen of die paragraaf.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2012. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 30 december 2011, treedt zij in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 6 december 2011

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M.H. Schultz van Haegen.

TOELICHTING

Met de onderhavige regeling zijn enkele subsidieregelingen en een subsidieprogramma’s op de beleidsterreinen milieu- en ruimtelijke ordening ingetrokken respectievelijk komen te vervallen. Voor deze subsidieregelingen en -programma is voor 2012 geen budget meer beschikbaar en er kunnen in dat jaar geen subsidieaanvragen worden ingediend.

In het regeerakkoord1 is bepaald dat voor de volgende subsidieregelingen/programma’s vanaf 2012 zullen worden stopgezet:

  • – de Subsidieregeling milieugerichte technologie (vaak aangeduid als ProMT);

  • – subsidies inzake roetfilters (Subsidieregeling emissieverminderende voorzieningen voor voertuigen);

  • – de Subsidieregeling maatschappelijke organisaties en milieu 2009.

Over de Subsidieregeling emissieverminderende voorzieningen voor voertuigen dient vermeld te worden dat met de onderhavige intrekkingsregeling alleen paragraaf 2.4 (Subsidieprogramma retrofit mobiele werktuigen) is komen te vervallen.

De paragrafen 2.1 en 2.2 (Subsidieprogramma’s retrofit lichte respectievelijk zware voertuigen) dienen, ondanks dat er voor 2012 voor die programma’s geen geld meer ter beschikking wordt gesteld, te blijven bestaan omdat daarmee de juridische basis voor de registratie in het kentekenregister van nieuwe retrofit roetfilters in stand wordt gehouden. Paragraaf 2.3, het Subsidieprogramma ongebruikte zware voertuigen, zal naar verwachting in 2012 van toepassing worden op EURO VI vrachtauto’s en bussen en op grond van dat programma kunnen dan nog subsidieaanvragen worden ingediend.

Voor de volgende regelingen was in 2011 al geen budget meer beschikbaar gesteld:

  • – de Projectstimuleringsregeling INTERREG IV;

  • – de RijksCofinancieringsregeling INTERREG IV;

  • – de Subsidieregeling aanpak zwerfafval;

  • – de Subsidieregeling dieselmotoren voor binnenvaartschepen.

Naast het feit dat voor hierboven genoemde subsidieregelingen/programma’s in 2012 geen budget meer beschikbaar zal zijn, hangt de intrekking van deze subsidieregelingen en -programma’s samen met de Aanwijzingen voor subsidieverstrekking2. Deze aanwijzingen zijn op 1 januari 2010 in werking getreden. In die aanwijzingen zijn de elementen uit het uniforme subsidiekader neergelegd. Dat kader heeft als doel om te komen tot een eenvoudiger(e) financieel beheer en uitvoering van rijkssubsidies. Daartoe dienen na 31 december 2009 tot stand gekomen subsidieregelingen te voldoen aan die aanwijzingen. Subsidieregelingen die reeds op 31 december 2009 bestonden dienen uiterlijk op 1 januari 2012 aan de aanwijzingen te voldoen. Alleen indien ook na 1 januari 2012 nog subsidies kunnen worden verstrekt op grond van de op 31 december 2009 bestaande regelingen zal een aanpassing daarvan vóór 1 januari 2012 nodig zijn indien de aanwijzingen daartoe aanleiding geven. Op grond van de bovengenoemde subsidieregelingen en -programma’s kunnen in 2012 en daarna geen subsidieaanvragen meer worden ingediend, vandaar dat deze regelingen en programma’s met ingang 1 januari 2012 zijn ingetrokken respectievelijk zijn komen te vervallen.

In artikel II is bepaald dat aanvragen die voor 1 januari 2012 op grond van de genoemde regelingen/programma’s zijn ingediend, worden afgehandeld volgens de subsidieregelingen/programma’s zoals die golden voor 1 januari 2012.

De intrekking van genoemde subsidieregelingen en programma’s levert geen lastenreductie op voor burgers omdat burgers geen doelgroep waren van de ingetrokken regelingen en het programma.

Omdat de administratieve lasten voor het bedrijfsleven verbonden aan de Subsidieregeling dieselmotoren voor binnenvaartschepen en het Subsidieprogramma retrofit mobiele werktuigen gekwantificeerd zijn, kan de reductie ten gevolge van de intrekking van die regeling en dat programma nu eenvoudig worden weergegeven. De lastenreductie bedraagt eenmalig (€ 2647,63 + € 101.660,–) = € 104.307,63.

De reductie van de administratieve lasten verbonden aan de andere regelingen die worden ingetrokken kan niet worden weergegeven omdat voorafgaande aan de inwerkingtreding van die regelingen de lasten niet zijn berekend. Daarbij komt dat voor enkele van die ingetrokken regelingen er al enkele jaren geen subsidieaanvragen meer konden worden ingediend en er dus ook al enkele jaren geen lasten aan die regelingen zijn verbonden.

De intrekking van genoemde subsidieregelingen en programma’s levert geen lastenreductie op voor burgers omdat burgers geen doelgroep waren van de in te trekken regelingen en het programma.

Omdat de administratieve lasten voor het bedrijfsleven verbonden aan de Subsidieregeling dieselmotoren voor binnenvaartschepen en het Subsidieprogramma retrofit mobiele werktuigen gekwantificeerd zijn, kan de reductie ten gevolge van de intrekking van die regeling en dat programma nu eenvoudig worden weergegeven. De lastenreductie bedraagt (€ 2647,63 + € 101.660,–) = € 104.307,63.

De reductie van administratieve lasten verbonden aan de andere regelingen die worden ingetrokken kan niet worden weergegeven omdat voorafgaande aan de inwerkingtreding van die regelingen de lasten destijds bij eerdere metingen niet zijn berekend. Daarbij komt dat voor verschillende van die ingetrokken regelingen er al enkele jaren geen subsidieaanvragen meer konden worden ingediend en er dus ook al enkele jaren geen lasten aan die regelingen zijn verbonden. Mede omdat de administratieve lasten van subsidies niet in de nationale reductiedoelstelling voor bedrijven valt, is het niet efficiënt en nodig om nu alsnog de administratieve lasten te berekenen.

Met de inwerkingtreding van de onderhavige regeling met ingang van 1 januari 2012 is afgeweken van het uitgangspunt van de vaste verandermomenten voor regelgeving, op grond waarvan ten minste twee maanden moeten verstrijken tussen de publicatie en de inwerkingtreding van regelgeving.

Afwijking van dit uitgangspunt wordt acceptabel geacht, omdat met deze regeling slechts subsidieregelingen zijn ingetrokken en subsidieprogramma’s zijn komen te vervallen op grond waarvan na 31 december 2011 geen subsidieaanvragen meer kunnen worden ingediend, omdat er voor die regelingen/programma’s geen geld ter beschikking zal worden gesteld.

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M.H. Schultz van Haegen.

X Noot
1

Bijlage bij regeerakkoord VVD-CDA ‘Vrijheid en verantwoordelijkheid’, p.8. Het in de bijlage voor de komende jaren gereserveerde budget wordt ingezet voor afhandeling van reeds lopende subsidies.

Naar boven