Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Openbaar Ministerie (OM) | Staatscourant 2011, 22813 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Openbaar Ministerie (OM) | Staatscourant 2011, 22813 | Besluiten van algemene strekking |
Categorie: opsporing, vervolging, strafvordering
Rechtskarakter: aanwijzing i.d.z.v. artikel 130, lid 4 Wet RO
Afzender: College van procureurs-generaal
Adressaat: Hoofden van de parketten
Registratienummer: 2011A024
Datum vaststelling: 29-11-2011
Datum inwerkingtreding: 01-01-2012
Geldigheidsduur: 31-12-2015
Publicatie in Stcrt.: PM
Vervallen: Aanwijzing maximumconstructiesnelheid brom- en snorfietsen (2009A009)
Relevante beleidsregels OM: Richtlijn voor strafvordering feitgecodeerde misdrijven en overtredingen (2011R020)
Aanwijzing administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (2010A006)
Aanwijzing inbeslagneming (2011A025)
Wetsbepalingen: artikelen 5.6.1, 5.6.8, 5.6.72 en 5.6.76 Regeling voertuigen
Jurisprudentie: –
Bijlage(n): 1
Deze aanwijzing is aangepast aan de wijziging van artikel 5.6.8 van de Regeling voertuigen (RV), die op 1 januari 2012 in werking is getreden. Deze wijziging houdt in dat, voor bromfietsen met een maximumconstructiesnelheid van niet meer dan 25 km/h (snorfietsen), de maximumconstructiesnelheid niet meer mag bedragen dan de in het kentekenbewijs of kentekenregister vermelde maximumconstructiesnelheid vermeerderd met 4 km/h.1 Tevens is door het NMi vastgesteld dat het mogelijk is om, na een aanpassing aan de instelling van de Sneep bromfietsrollentestbanken, de tot nu toe in deze aanwijzing opgenomen extra correctie met 6 km/h te laten vervallen voor rollentestbanken van dit merk die na 1 januari 2012 door het NMi zijn herijkt. Ook is op verzoek van de ministers van Veiligheid en Justitie en Infrastructuur en Milieu de ondergrens van vervolging vervallen.
Deze aanwijzing bevat regels voor het opsporings- en vervolgingsbeleid ten aanzien van de bepalingen betreffende de door de constructie bepaalde maximumsnelheid voor brom- en snorfietsen.
In de definitie van bromfietsen, die is opgenomen in artikel 1.1 van de RV, wordt bepaald dat een voertuig in ieder geval als bromfiets kan worden aangemerkt als dat voertuig volgens het afgegeven kentekenbewijs als bromfiets wordt aangeduid. De vermelding van de status van het voertuig op het kentekenbewijs is daarom bepalend of het voertuig als bromfiets moet worden beschouwd. Het is dus niet noodzakelijk om bij gekentekende brom- en snorfietsen een (technisch) onderzoek naar de status van het voertuig in te stellen.
Daarnaast kan de Minister van Infrastructuur en Milieu sinds 1 januari 2011 bromfietsen met een maximumconstructiesnelheid van niet meer dan 25 km/h aanwijzen tot toelating tot het verkeer op de weg2. De aanwijzing door de Minister is in dit geval bepalend voor de status van het voertuig en derhalve is het eveneens voor de aangewezen bromfiets niet noodzakelijk een onderzoek te doen naar de status van het voertuig.
In artikel 5.6.0 van de RV is bepaald dat bromfietsen moeten voldoen aan de in afdeling 6 opgenomen eisen en in artikel 5.6.72 RV is bepaald dat aangewezen bromfietsen in afwijking van 5.6.0. RV moeten voldoen aan de in afdeling 6 onder paragraaf 13 opgenomen eisen.
Op grond van artikel 5.6.8 lid 1 RV moeten bromfietsen met een maximumconstructiesnelheid van meer dan 25 km/h tot en met 45 km/h bij voortduring blijven voldoen aan de maximumconstructiesnelheid die vermeld is op het kentekenbewijs of in het kentekenregister, vermeerderd met 5 km/h. Voor bromfietsen met een maximumconstructiesnelheid van niet meer dan 25 km/h is in lid 2 bepaald dat de vermelde maximumconstructiesnelheid met 4 km/h vermeerderd moet worden. Deze marges zijn afgeleid van de EG-richtlijn 1995/1. Deze marges zijn noodzakelijk om te voorkomen dat tegen bestuurders van bromfietsen die geheel conform de eisen zijn toegelaten tijdens een controle op de naleving van de permanente eisen verbaliserend wordt opgetreden.
Wordt de op het kentekenbewijs of in het kentekenregister vermelde maximumconstructiesnelheid, vermeerderd met 4 respectievelijk 5 km/h, overschreden, dan is dat een indicatie dat de brom- of snorfiets is opgevoerd.
Ten aanzien van de aangewezen bromfiets wordt in artikel 5.6.76 RV bepaald3 dat deze moet blijven voldoen aan de in artikel 20b van de wet vermelde maximumconstructiesnelheid. In dit artikel is de maximumconstructiesnelheid bepaald op 25 km/h. In afwijking van artikel 5.6.8 RV is voor de aangewezen bromfiets geen marge opgenomen. Er is geen marge opgenomen omdat de EG richtlijn niet van toepassing is op de aangewezen bromfiets en de marge wordt door de minister van IenM als onwenselijk beschouwd omdat er voor deze bromfietsen geen kentekenplicht geldt en de bestuurder niet in het bezit hoeft te zijn van een rijbewijs AM.
Controle van brom- en snorfietsen op de maximumconstructiesnelheid vindt, voor zover de bouw en constructie van de bromfiets dit toelaten, plaats met behulp van een bromfietsrollentestbank die gecertificeerd is conform in hoofdstuk 8, paragraaf 10 RV opgenomen eisen. De meting moet uitgevoerd worden in overeenstemming met de bij de bromfietsrollentestbank behorende handleiding. Door bestuurders van brom- en snorfietsen ter plaatse te bekeuren, worden ze aangespoord hun voertuig te laten voldoen aan de door de constructie bepaalde maximumsnelheid. Bovendien bestaat de kans dat ze binnen korte tijd opnieuw gecontroleerd worden. Vanwege de grote pakkans is het niet noodzakelijk om de brom- of snorfiets in beslag te nemen als niet is voldaan aan de eisen ten aanzien van de maximumconstructiesnelheid. De voor inbeslagneming geldende voorwaarden staan vermeld in paragraaf 6.
Vanaf de ingangsdatum van deze aanwijzing wordt geen ondergrens voor de vervolging meer gehanteerd. Doordat in de RV in artikel 5.6.8 al een marge is opgenomen is het onwenselijk dat de ondergrens in stand blijft. Als op een rollentestbank een overschrijding van de maximumconstructiesnelheid wordt vastgesteld is immers altijd sprake van een moedwillig opgevoerde bromfiets4.
Op grond van artikel 8.4.92 van de RV bedraagt de maximale fout 5 km/h bij een gemeten maximumconstructiesnelheid tot en met 50 km/h. Bij hogere gemeten snelheden bedraagt deze fout 10 procent. De gemeten maximumconstructiesnelheid moet dus met een van deze waarden worden gecorrigeerd.
De vermelde maximale fout is uitgewerkt in onderstaande tabel. De foutcorrectie van 10 procent is in deze tabel op hele km/h naar boven afgerond. De correctie met de maximale fout moet conform deze tabel gebeuren. In de tabel zijn overschrijdingen van de maximumconstructiesnelheid gekoppeld aan de in de Tekstenbundel voor misdrijven, overtredingen en Muldergedragingen opgenomen feitcodes.
Na het uitvoerig testen van de twee merken bromfietsrollentestbanken Sneep en Dynostar, die bij de politie in gebruik zijn, is in 2007 geconstateerd dat met de door Sneep Industries BV geproduceerde bromfietsrollentestbanken over het gehele meetbereik een hoger meetresultaat werd verkregen dan met de door Dynostar BV geproduceerde bromfietsrollentestbanken. Dit verschil liep op tot maximaal 6 km/h. Deze onderlinge afwijking is vanwege de grootte van de maximale fout wettelijk toegestaan en beide merken banken zijn daarom door het Nederlands Meetinstituut (NMi) gecertificeerd. Om ongelijkheid in de strafvervolging te voorkomen, moesten de resultaten van de metingen die met de Sneep bromfietsrollentestbanken zijn verricht, voor de correctie met de maximale fout conform onderstaande tabel, met 6 km/h extra worden gecorrigeerd In 2011 is door het NMi aanvullend onderzoek verricht naar de Sneep bromfietsrollentestbanken. Het NMi heeft geconstateerd dat, als de instelling van dit merk bromfietsrollentestbank wordt gewijzigd, de extra correctie met 6 km/h niet meer noodzakelijk is. Het NMi keurt daarom Sneep bromfietsrollentestbanken die sinds 1 oktober 2011 ter keuring zijn aangeboden goed met de gewijzigde instelling. Overigens heeft deze wijziging aan de instelling van de bromfietsrollentestbank geen gevolgen voor de typegoedkeuring van dit merk rollentestbank, zodat zowel Sneep bromfietsrollentestbanken die voor als na 1 januari 2012 NMi zijn goedgekeurd gebruikt kunnen worden voor het meten van de maximumconstructiesnelheid.
Om vergissingen te voorkomen in het al dan niet toepassen van de extra correctie is besloten om geen overgangsregeling te hanteren. Vanaf 1 januari 2012 is het meten van de maximumconstructiesnelheid met een Sneep bromfietsrollentestbanken slechts toegestaan indien deze voorzien is van een vanaf 1 oktober 2011 door het NMi afgegeven certificaat. De met een vanaf 1 oktober 2011gecertificeerde Sneep bromfietsrollentestbank gemeten maximumconstructiesnelheid wordt gelet op het vorenstaande slechts gecorrigeerd conform onderstaande tabel.
De in deze tabel opgenomen koppeling met feitcodes is correct voor zover bij snorfietsen 25 km/h en bij bromfietsen 45 km/h op het kentekenbewijs of in het kentekenregister staat vermeld. Als een afwijkende waarde is vermeld, moet bij het bepalen van de feitcode uiteraard van deze waarde worden uitgegaan. Voor de aangewezen bromfiets moet altijd van de in artikel 20 b van de WVW 1994 opgenomen waarde van 25 km/h worden uitgegaan |
Aangewezen bromfiets (25 km/h conform art. 20b WVW 1994, zie art. 5.6.76 lid 1 RV) NB Van toepassing vanaf 1 april 2012 |
Snorfiets (25 km/h op kentekenbewijs + 4 km/h, zie art. 5.6.8 lid 2 RV) |
Bromfiets (45 km/h op kentekenbewijs + 5 km/h, zie art. 5.6.8 lid 1 RV)) |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Om de lengte van de tabel te beperken zijn in kolom 3 e.v. slechts de tientallen en de waarden opgenomen, waarbij wisseling van feitcodes plaatsvindt. De tussenliggende waarden moeten worden gecorrigeerd conform kolom 1 en 2. |
|||||||
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
7 |
8 |
Gemeten snelheid van/tot |
Correctie rollenbank |
Gemeten snelheid |
Correctie rollenbank |
Gecorrigeerde snelheid |
Feitcode |
Feitcode |
Feitcode |
30 t/m 50 km/h |
5 km/h |
30 km/h |
5 km/h |
25 km/h |
Nvt |
Nvt |
Nvt |
31 km/h |
5 km/h |
26 km/h |
N 086 a |
Nvt |
Nvt |
||
35 km/h |
5 km/h |
30 km/h |
N 086 a |
N 086 a |
Nvt |
||
41 km/h |
5 km/h |
36 km/h |
N 086 b |
N 086 a |
Nvt |
||
45 km/h |
5 km/h |
40 km/h |
N 086 b |
N 086 b |
Nvt |
||
46 km/h |
5 km/h |
41 km/h |
N 086 c |
N 086 b |
Nvt |
||
50 km/h |
5 km/h |
45 km/h |
N 086 c |
N 086 c |
Nvt |
||
Meer dan 50 t/m 60 km/h |
6 km/h (= 10%) |
52 km/h |
6 km/h |
46 km/h |
N 086 d |
N 086 c |
Nvt |
56 km/h |
6 km/h |
50 km/h |
N 086 d |
N 086 d |
Nvt |
||
57 km/h |
6 km/h |
51 km/h |
N 086 e |
N 086 d |
N 083 a |
||
Meer dan 60 t/m 70 km/h |
7 km/h (= 10%) |
62 km/h |
7 km/h |
55 km/h |
N 086 e |
N 086 e |
N 083 a |
67 km/h |
7 km/h |
60 km/h |
N 086 f |
N 086 f |
N 083 a |
||
68 km/h |
7 km/h |
61 km/h |
N 086 f |
N 086 f |
N 083 b |
||
Meer dan 70 t/m 80 km/h |
8 km/h (= 10%) |
74 km/h |
8 km/h |
66 km/h |
N 086 f |
N 086 f |
N 083 c |
79 km/h |
8 km/h |
71 km/h |
N 086 f |
N 086 f |
N 083 d |
||
80 km/h |
8 km/h |
72 km/h |
N 086 f |
N 086 f |
N 083 d |
||
Meer dan 80 t/m 90 km/h |
9 km/h (= 10%) |
85 km/h |
9 km/h |
76 km/h |
N 086 f |
N 086 f |
N 083 e |
90 km/h |
9 km/h |
81 km/h |
N 086 f |
N 086 f |
N 083 f |
||
Meer dan 90 t/m 100 km/h |
10 km/h (= 10%) |
91 km/h |
10 km/h |
81 km/h |
N 086 f |
N 086 f |
N 083 f |
Enz. |
In artikel 5.6.8 lid 3 RV wordt bepaald dat bromfietsen geen voorziening mogen hebben die het kennelijke doel heeft om de controle op de maximumconstructiesnelheid te beïnvloeden.
Als bij controle blijkt dat een bromfiets een dergelijke ‘snelheidsbegrenzer’ heeft, dan moet deze begrenzer in beslag worden genomen. Als demontage van de snelheidsbegrenzer binnen 24 uur kan plaatsvinden, kan de inbeslagneming worden beperkt tot dit onderdeel. Is demontage niet mogelijk binnen deze termijn, dan verdient het de voorkeur om het gehele voertuig in beslag te nemen in belang van het onderzoek. (Zie verder de bijlage 2 bij de Aanwijzing inbeslagneming)
Na demontage van de snelheidsbegrenzer wordt de te behalen maximumconstructiesnelheid (opnieuw) gemeten. Als een overschrijding van de maximumconstructiesnelheid wordt geconstateerd, wordt naast het proces-verbaal voor overtreding van artikel 5.6.8 lid 2 RV ook een aankondiging van beschikking uitgereikt of proces-verbaal opgemaakt ter zake overschrijding van de maximumconstructiesnelheid. (Zie ook in paragraaf 6 en onder Vervolging).
In de definitie van bromfietsen (zie paragraaf 1) is de vermelding van de status van het voertuig op het kentekenbewijs bepalend of het voertuig als bromfiets moet worden beschouwd. Daarnaast is voor de op basis van artikel 20 b van de WVW 1994 door de Minister van Infrastructuur en Milieu aangewezen (niet kentekenplichtige) bromfietsen de aanwijzing door de Minister bepalend voor de status van het voertuig. en derhalve is het eveneens voor de aangewezen bromfiets niet noodzakelijk een onderzoek te doen naar de status van het voertuig, Aan de hand van de op het kentekenbewijs of in het kentekenregister vermelde status of de vanwege de aanwijzing door de minister bepaalde status is het mogelijk om voor de meeste gedragingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV), een administratieve sanctie op te leggen, dan wel voor overtredingen een proces-verbaal op te maken.
Als bij het meten van de snelheid met behulp van de bromfietsrollentestbank wordt geconstateerd dat niet bij voortduring wordt voldaan aan de door de constructie bepaalde maximumsnelheid, voor zover van toepassing, vermeerderd met 4 dan wel 5 km/h, kan tot inbeslagneming van het gehele voertuig, worden overgegaan als is voldaan aan de volgende voorwaarden (cumulatief):
1. De geconstateerde maximumconstructiesnelheid van het voertuig bedraagt meer dan de op het kentekenbewijs of in het kentekenregister vermelde maximumconstructiesnelheid, voor zover van toepassing vermeerderd met 4 dan wel 5 km/h, terwijl de overschrijding van de maximumconstructiesnelheid onder het strafrecht valt.
2. De verdachte in kwestie heeft voor de derde keer binnen een tijdbestek van twee jaar een onder het strafrecht vallende overtreding begaan van artikel 5.6.8 en/of 5.6.76 RV.
Aan deze verdachte is (aan het door hem opgegeven adres) bij één van de twee voorafgaande overtredingen van artikel 5.6.8 c.q. 5.6.76 RV een waarschuwingsbrief uitgereikt of toegezonden, waarin het in deze paragraaf geformuleerde beleid over inbeslagneming van brom- en snorfietsen wordt uitgelegd. Een afschrift van deze brief moet als bijlage bij het ter zake opgemaakte proces-verbaal worden gevoegd. Een voorbeeld van deze brief is als bijlage bijgevoegd.
Bij inbeslagneming moet een schatting van de waarde van het in beslag genomen voertuig op het beslagformulier worden vermeld. De officier van justitie moet over deze informatie beschikken als hij de rechter om een verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer van de brom- of snorfiets verzoekt. (Zie voor inbeslagname snelheidsbegrenzer paragraaf 6 onder a).
Bij het controleren van brom- en snorfietsen kunnen meerdere gedragingen en overtredingen worden geconstateerd. Omdat voor de betrokkene / verdachte afdoening van één gebeurtenis langs zowel administratiefrechtelijke als strafrechtelijke weg tot grote onduidelijkheid kan leiden, moet afdoening langs één traject het uitgangspunt zijn. Om een ongewenste cumulatie van sancties te voorkomen wordt per gebeurtenis aan de betrokkene voor ten hoogste drie gedragingen een sanctie opgelegd. Als een gebeurtenis uit gedragingen en strafbare feiten bestaat, wordt tegen de betrokkene / verdachte voor ten hoogste drie feiten een sanctie opgelegd / proces-verbaal opgemaakt. In het proces-verbaal moet dan melding worden gemaakt van de opgelegde sanctie(s) en op de aankondiging van beschikking van het / de opgemaakte proces(sen)-verbaal. Van deze mogelijkheid dient slechts in uitzonderlijke gevallen gebruik te worden gemaakt.
Op brom- en snorfietsen die zijn voorzien van een kenteken en die niet in beslag genomen zijn, is bij de invordering van het kentekenbewijs de zogenoemde ‘vier-wekenregeling’ van toepassing. Deze is gebaseerd op artikel 60 van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 39 van het Kentekenreglement.
Om het aantal invorderingen van deel Ia van het kentekenbewijs van brom- en snorfietsen te limiteren wordt dit deel van het kentekenbewijs slechts ingevorderd als een onder het strafrecht vallende overtreding van de maximumconstructiesnelheid wordt geconstateerd.
<gegevens politieregio> |
AAN: |
<naam> |
<adres> |
||
<postcode> |
||
<woonplaats> |
||
Telefoon: |
||
Kenmerk: |
||
Onderwerp: Waarschuwing vanwege het rijden met een opgevoerde brom- of snorfiets |
||
<Plaats>, <datum> |
Geachte <naam verdachte>,
U bent op <datum> door een ambtenaar van de politieregio <naam regio> bekeurd, omdat u met een opgevoerde brom- of snorfiets, met het kenteken <kenteken> reed.
Ik wil u erop wijzen dat het Openbaar Ministerie landelijk beleid over het rijden met opgevoerde brom- of snorfietsen heeft vastgesteld. Hierin is bepaald dat een brom- of snorfiets in beslag kan worden genomen als binnen twee jaar na de eerste bekeuring nog twee keer wordt bekeurd voor opgevoerd rijden. Dit geldt als is bekeurd voor een overschrijding van de constructiesnelheid met meer dan 15 km/h.
U bent nu één keer bekeurd. Als u binnen twee jaar na deze bekeuring nog tweemaal door de politie wordt bekeurd omdat u met een opgevoerde brom- of snorfiets heeft gereden, wordt de op dat moment door u bestuurde brom- of snorfiets direct inbeslaggenomen. Ook als een ander eigenaar is.
De officier van justitie zal daarna een beslissing nemen over de brom- of snorfiets. U moet er rekening mee houden dat de brom- of snorfiets aan het verkeer kan worden onttrokken. Dit betekent dat u het voertuig niet terugkrijgt en dat het zal worden vernietigd.
Hoogachtend,
<Naam>
<Functie>
Naar aanleiding van de gesprekken die zijn gevoerd door de Minister van IenM met de Tweede Kamer hebben de Ministers van IenM en Veiligheid en Justitie in een brief aan de Kamer (kamerstuk 29 398 nr. 271) toegezegd dat het OM de Aanwijzing maximumconstructiesnelheid brom- en snorfietsen zal aanpassen, zodat vanaf 1 januari 2012 geen ondergrens voor de vervolging meer is opgenomen in deze aanwijzing.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2011-22813.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.