Regeling houdende wijziging van de Aanwijzingsregeling toezichthoudende ambtenaren en ambtenaren met specifieke uitvoeringstaken op grond van SZW wetgeving

2 februari 2011

Nr. VENW/BSK-2010/215210

De Minister van Infrastructuur en Milieu en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 8:1, derde lid, van de Arbeidstijdenwet;

Besluiten:

ARTIKEL I

In de Aanwijzingsregeling toezichthoudende ambtenaren en ambtenaren met specifieke uitvoeringstaken op grond van SZW wetgeving wordt na artikel 1.2 een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 2 Rijkswaterstaat

Artikel 2.1

De ambtenaren van het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, belast met toezicht, worden mede aangewezen als ambtenaren als bedoeld in artikel 8:1, tweede lid, van de Arbeidstijdenwet, met betrekking tot arbeid als bedoeld in hoofdstuk 5 van het Arbeidstijdenbesluit vervoer.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2011.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Milieu en Infrastructuur,

M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H.G.J. Kamp.

TOELICHTING

Op grond van artikel 40, tweede lid, van de Binnenvaartwet zijn onder meer ambtenaren van het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat van het ministerie van Infrastructuur en Milieu belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens die wet en de Herziene Rijnvaartakte. Onderdeel daarvan vormt de regeling met betrekking tot vaartijden en bemanningssterkte van binnenschepen en rusttijden van de bemanning van binnenschepen.

Het regime met betrekking tot rusttijden van bemanning van binnenschepen is neergelegd in hoofdstuk 5 van het Arbeidstijdenbesluit vervoer. Omdat rusttijden in feite een geheel vormen met de vaartijden- en bemanningssterkteregelgeving is de Inspectie Verkeer en Waterstaat thans reeds mede bevoegd tot toezicht en opsporing van de naleving van het bepaalde in dat hoofdstuk.

Terwille van een adequate en eenduidige handhaving van rusttijdovertredingen is het wenselijk om ook aan ambtenaren van Rijkswaterstaat deze bevoegdheid toe te kennen.

Opgemerkt dient nog te worden dat op grond van de Binnenvaartwet tevens ambtenaren van enkele provincies en gemeenten, alsmede het Gemeentelijk Havenbedrijf te Amsterdam en het Havenbedrijf NV te Rotterdam voor toezicht en opsporing zijn aangewezen.

De onderhavige regeling beperkt zich tot aanwijzing van ambtenaren van Rijkswaterstaat. Deze worden in het eerste kwartaal van 2011 bij voorrang opgeleid voor deze taak.

De Minister van Milieu en Infrastructuur,

M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H.G.J. Kamp.

Naar boven