Vastgesteld bestemmingsplan ‘Malburgen – Dijkzone Oost’

Burgemeester en wethouders maken overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening bekend dat de gemeenteraad op 31 januari 2011 heeft vastgesteld:

het bestemmingsplan ‘Malburgen – Dijkzone Oost’

Met ingang van 10 februari 2011 ligt het bestemmingsplan gedurende een termijn van 6 weken voor eenieder ter inzage in het Stadhuis, loket BWL, Koningstraat 38. Daarnaast is het bestemmingsplan ook te raadplegen op het webadres:

http://www.ruimtelijkeplannen.nl/?planidn=NL.IMRO.0202.738-0301. De digitale bestanden die gezamenlijk het juridisch geldend bestemmingsplan vormen zijn te vinden op het webadres:

http://www.arnhem.nl/ruimtelijkeplannen/indexer.xml?planidn=NL.IMRO.0202.738-0301

Het plangebied ligt in Arnhem-Zuid en wordt begrensd door de Malburgse Bandijk in het noorden, de Stadswaardenlaan en Fanny Blankers-Koenstraat in het oosten, de Veerpolderstraat en Orchislaan in het zuiden en de Nijmeegseweg in het westen.

In het plangebied gelden op dit moment meerdere deels verouderde bestemmingsplannen. De gemeente heeft de wettelijke taak voor 2013 voor de hele stad geactualiseerde en digitale bestemmingsplannen te hebben. In dit kader is dit bestemmingsplan opgesteld.

Daarnaast speelt de ontwikkeling van de dijkzone een grote rol:

  • Het toevoegen van nieuw woningaanbod in de vorm van twee woonclusters, dat bijdraagt aan de differentiatie binnen de wijk en binnen de stad;

  • Het directer verbinden van de structuur van Malburgen met de rivier en dijk;

  • Het zichtbaar maken van Arnhem-Zuid aan de rivier;

  • Het verbeteren van de groene zones tot een hoogwaardig park.

Ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan zijn bij de vaststelling de volgende wijzigingen aangebracht:

Algemeen

De regels en verbeelding zijn aangepast aan de terminologie van de op 1 oktober jongstleden in werking getreden Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

Specifiek

Op de plankaart :

  • De aanduiding ‘geluidzone – industrie’ is op de plankaart opgenomen;

  • De begrenzing van de dubbelbestemming ‘Waterstaat-waterhuishoudkundige functie’ is enigszins naar het zuiden uitgebreid.

In de regels:

  • In Artikel 4 ‘Groen-Park’ komt lid 4.3 te luiden als volgt

    ‘Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 4.2:

    • a. voor het realiseren van uitbouwen, zoals balkons, aan de bebouwing ten behoeve van de noordelijk van de gronden met de bestemming ‘Water’gelegen bestemmingsvlakken met de bestemming ‘Wonen" vanaf een hoogte van minimaal 2 meter boven het maaiveld, met dien verstande dat dit uitsluitend geldt voor de noordelijke zijde van deze bouwvlakken en tot een breedte van maximaal 2 meter loodrecht op de desbetreffende gevel;

    • b. voor het bouwen ten behoeve van de aangrenzende bestemming wonen tot een afstand van maximaal 1 meter vanaf de grens met de bestemming wonen met dien verstande dat:

      • 1. dit uitsluitend geldt voor het bouwen ten behoeve van de noordelijk van de gronden met de bestemming ‘Water’gelegen bestemmingsvlakken met de bestemming ‘Wonen’;

      • 2. bebouwing aansluitend aan de noordelijke grens van de onder 1. genoemde vlakken niet is toegestaan, met uitzondering van het bepaalde in dit lid onder a.

    • c. In aanvulling op het bepaalde onder b1. van dit lid mag bij toepassing hiervan eveneens het bepaalde onder a. van dit lid worden toegepast, voor zover betrekking hebbend op de bouw van balkons met dien verstande dat dit niet geldt voor de zuidelijke grenzen van de bouwvlakken met de bestemming ‘Wonen’.

  • Artikel 15 komt te luiden als volgt:

    ‘Geluidzone – industrie

    In aanvulling op het bepaalde in hoofdstuk 2 van deze regels ten aanzien van het realiseren van geluidgevoelige functies geldt ter plaatse van de gebiedsaanduiding ‘geluidzone – industrie −’ dat er geen nieuwe woningen of andere geluidgevoelige functies mogen worden gebouwd tenzij wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde op grond van de Wet geluidhinder.’

De belanghebbende die tijdig zijn zienswijze bij de gemeenteraad kenbaar heeft gemaakt, alsmede een belanghebbende aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten dat hij niet overeenkomstig artikel 3.8 Wet ruimtelijke ordening en afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht zijn zienswijze bij de gemeenteraad naar voren heeft gebracht, kan gedurende de aangegeven termijn van zes weken na bekendmaking beroep aantekenen bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Voorts kan indien sprake is van spoedeisendheid en indien beroep is ingesteld, een verzoek om voorlopige voorziening worden ingediend bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, postbus 20019, 2500 EA Den Haag.

Ten aanzien van die onderdelen van het bestemmingsplan die bij vaststelling zijn gewijzigd ten opzichte van het ontwerp, komt de bevoegdheid beroep in te stellen ook toe aan de belanghebbende die bezwaar heeft tegen deze wijzigingen.

Arnhem, 9 februari 2011

Naar boven