Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 7 december 2011, AV/PB/2011/21492, tot wijziging van de Regeling betreffende aanvragen op grond van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 in verband met onder meer het formulier representativiteitsgegevens

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 2, vierde lid, 10, tweede lid en 11, zevende lid, van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling betreffende aanvragen op grond van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel c en onderdeel e vervalt ‘op diskette’.

2. Onderdeel h, aanhef, komt te luiden:

  • h. een toelichting op de wijze van de verzameling van de representativiteitsgegevens, bedoeld in onderdeel g, waarbij gebruik kan worden gemaakt van een daarvoor opgesteld formulier representativiteitsgegevens, dat als bijlage bij deze regeling is gevoegd, die in ieder geval het volgende bevat:

B

Artikel 2a komt te luiden:

Artikel 2a. Meerderheid van minder dan 60%

  • 1. Indien op grond van de opgave, bedoeld in artikel 2, onderdeel g, het aantal werknemers in dienst van georganiseerde werkgevers een meerderheid vertegenwoordigt van minder dan 60% van het totale aantal werknemers als bedoeld in dat artikelonderdeel dan wel, indien tegen verplichtstelling ingebrachte zienswijzen daartoe aanleiding geven, wordt de toelichting op de wijze van verzameling van de representativiteitsgegevens, bedoeld in artikel 2, onderdeel h, gegeven aan de hand van het in dat artikelonderdeel bedoelde formulier representativiteitsgegevens.

  • 2. De minister kan naar aanleiding van de opgave, bedoeld in artikel 2, onderdeel g, verlangen dat een nadere rapportage over de juistheid van die opgave van een registeraccountant of een accountant-administratieconsulent die daartoe gecertificeerd is, wordt overgelegd.

C

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel c vervalt ‘op diskette,’.

2. Onderdeel f, aanhef, komt te luiden:

  • f. een toelichting op de wijze van de verzameling van de representativiteitsgegevens, bedoeld in onderdeel e, waarbij gebruik kan worden gemaakt van een daarvoor opgesteld formulier representativiteitsgegevens, dat als bijlage bij deze regeling is gevoegd, die in ieder geval het volgende bevat:

D

Artikel 3a komt te luiden:

Artikel 3a. Meerderheid van minder dan 60%

  • 1. Indien op grond van de opgave, bedoeld in artikel 3, onderdeel e, het aantal werknemers in dienst van georganiseerde werkgevers een meerderheid vertegenwoordigt van minder dan 60% van het totale aantal werknemers als bedoeld in dat artikelonderdeel dan wel, indien tegen wijziging van de verplichtstelling ingebrachte zienswijzen daartoe aanleiding geven, wordt de toelichting op de wijze van verzameling van de representativiteitsgegevens, bedoeld in artikel 3, onderdeel f, gegeven aan de hand van het in dat artikelonderdeel bedoelde formulier representativiteitsgegevens.

  • 2. De minister kan naar aanleiding van de opgave, bedoeld in artikel 3, onderdeel e, verlangen dat een nadere rapportage over de juistheid van die opgave van een registeraccountant of een accountant-administratieconsulent die daartoe gecertificeerd is, wordt overgelegd.

E

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel d, aanhef, komt te luiden:

  • d. een toelichting op de wijze van de verzameling van de representativiteitsgegevens, waarbij gebruik kan worden gemaakt van een daarvoor opgesteld formulier representativiteitsgegevens, dat als bijlage bij deze regeling is gevoegd, die in ieder geval het volgende bevat:

2. In het tweede lid, onderdeel a, vervalt ‘op diskette,’.

F

Artikel 4a komt te luiden:

Artikel 4a. Meerderheid van minder dan 60%

  • 1. Indien op grond van de opgave, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel c, het aantal werknemers in dienst van georganiseerde werkgevers een meerderheid vertegenwoordigt van minder dan 60% van het totale aantal werknemers als bedoeld in dat artikellidonderdeel dan wel, indien tegen intrekking van de verplichtstelling ingebrachte zienswijzen daartoe aanleiding geven, wordt de toelichting op de wijze van verzameling van de representativiteitsgegevens, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel d, gegeven aan de hand van het in dat artikellidonderdeel bedoelde formulier representativiteitsgegevens.

  • 2. De minister kan naar aanleiding van de opgave, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel c, verlangen dat een nadere rapportage over de juistheid van die opgave van een registeraccountant of een accountant-administratieconsulent die daartoe gecertificeerd is, wordt overgelegd.

G

Artikel 6a, derde lid, komt te luiden:

  • 3. Indien verzoekende partijen niet of niet volledig binnen zes weken reageren op een verzoek van de minister of de Nederlandsche Bank om aanvullende informatie dan wel binnen acht weken in geval van een verzoek van de Nederlandsche Bank om wijziging van statuten of reglementen, krijgen zij vier weken om alsnog te reageren. Indien ook na deze periode niet of niet volledig is gereageerd wordt de aanvraag, bedoeld in artikel 2, 3 of 4, niet verder behandeld. Hiervan wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst, met uitzondering van de bijlage, bedoeld in de artikelen 2, onderdeel h, 3, onderdeel f en 4, eerste lid, onderdeel d, die ter inzage wordt gelegd bij de directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving (UAW) van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en tevens wordt geplaatst op de website szw.cao.nl.

Den Haag, 7 december 2011

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H.G.J. Kamp.

TOELICHTING

De wijziging van met name de artikelen 2a, 3a en 4a van de Regeling betreffende aanvragen op grond van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 komt voort uit de wijziging van het Besluit aanmelding van collectieve arbeidsovereenkomsten en het aanvragen van algemeen verbindend verklaring, waar het de nadere toelichting betreft op de wijze waarop de representativiteitsgegevens zijn verzameld. Gebleken is dat de gegeven toelichting op de representativiteitsgegevens door aanvragers niet altijd afdoende is, met als gevolg dat daardoor de procedure wordt vertraagd. Teneinde op een meer gestructureerde wijze de vereiste toelichting te leveren kan gebruik gemaakt worden van een daarvoor opgesteld formulier Representativiteitsgegevens. Dit formulier en de daarbij behorende toelichting is te vinden op cao.szw.nl en kan eventueel ook telefonisch worden aangevraagd bij de Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en ligt daar ter inzage. Het gebruik maken van het formulier leidt tot een gestructureerde toelichting die voldoende waarborgen bevat om direct een oordeel te kunnen geven over de kwaliteit van de representativiteitsgegevens. Aan de hand van deze toelichting zal kunnen worden beoordeeld of de toegepaste onderzoeksmethode voldoet aan de vereisten van zorgvuldigheid en reproduceerbaarheid. Ook de specifieke omstandigheden in de bedrijfstak(ken) die het betreft worden in de beoordeling meegenomen. Gebruik maken van het formulier Representativiteitsgegevens is vereist in geval van een percentage representativiteit onder de 60% en in geval beargumenteerde zienswijzen tegen de representativiteit daartoe aanleiding geven. Hierdoor kan de verplichting vervallen dat de representativiteitsgegevens in deze gevallen altijd geverifieerd moeten worden door een accountant. Naast een kostenreductie in verband met de accountantskosten kan dit ook een versnelling in de desbetreffende verplichtstellingsprocedures opleveren. Voor meer specifieke gevallen blijft de mogelijkheid bestaan om een nadere rapportage van een accountant te verlangen. Dit gebeurt bijvoorbeeld indien, naar aanleiding van beargumenteerde zienswijzen tegen de representativiteit, de gerede twijfel aan de deugdelijkheid van het onderliggende bronmateriaal niet door de toelichting van de om verplichtstelling verzoekende partijen wordt weggenomen. In een dergelijk geval kan een assurancerapport worden verlangd waarin wordt verklaard dat de opgegeven aantallen juist zijn en dat bij de totstandkoming ervan rekening is gehouden met alle relevante aspecten genoemd in het formulier Representativiteitsgegevens.

Verder is in de artikelen 2, 3 en 4, daar waar sprake is van het digitaal aanleveren van werkingssferen en/of statuten en/of reglementen op diskette, de verplichting om voor de digitale aanlevering een diskette te gebruiken, vervallen.

Tenslotte is in artikel 6a in geval van verzoeken aan partijen betrokken bij de aanvraag om binnen 6 weken te komen met aanvullende informatie geregeld dat partijen een uitstel van 4 weken krijgen, indien zij niet of niet voldoende reageren.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H.G.J. Kamp.

Naar boven