De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën;
Gelet op de artikelen 95, eerste lid, 121a en 122 van de Wet financiering sociale verzekeringen;
Besluit:
ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE REGELING WFSV
De Regeling Wfsv wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 5.23 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel b wordt ‘uitgaven’ vervangen door: lasten.
2. Onderdeel c komt te luiden:
- c. overige baten en lasten met betrekking tot het Algemeen Kinderbijslagfonds:
-
de baten verkregen met toepassing van artikel 17a van de AKW, de baten verkregen met toepassing van artikel 17 van de AKW
en de baten en lasten verkregen door interesten en diversen;.
3. Onderdeel f wordt als volgt gewijzigd:
a. ‘overige posten’ wordt vervangen door: overige baten en lasten.
b. ‘ontvangsten met betrekking tot verhaal’ wordt vervangen door: baten.
4. Onderdeel h wordt als volgt gewijzigd:
a. ‘overige posten’ wordt vervangen door: overige baten en lasten.
b. ‘de ontvangsten met betrekking tot de boeten’ wordt vervangen door: de baten.
B
Artikel 5.24 komt te luiden:
Artikel 5.24. Raming baten en lasten
-
1. Voor 1 oktober van elk jaar verstrekt de SVB aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het jaarplan met begroting
een opgave van het totaalbedrag aan de voor het komende jaar geraamde baten en lasten met betrekking tot het Algemeen Kinderbijslagfonds,
uitgesplitst naar uitkeringslasten per maand en uitvoeringskosten per jaar.
-
2. De bedragen in de opgave, bedoeld in het eerste lid, worden gespecificeerd naar het aantal kinderbijslaggerechtigden en het
aantal kinderen naar leeftijdsklassen en naar rangorde uitgesplitst naar toepassing van artikel 12 van de Algemene Kinderbijslagwet.
C
Artikel 5.25 komt te luiden:
Artikel 5.25. Betaling voorschot
-
1. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stort op de rekening-courant, bedoeld in artikel 5.16, onderdeel a, een
periodiek voorschot op het bedrag, bedoeld in artikel 5.24, eerste lid, van:
-
a. geraamde uitkeringslasten met als valutadatum de eerste dag van elke maand, en
-
b. 1/12de deel van de geraamde uitvoeringskosten met als valutadatum de vijftiende dag van elke maand.
-
2. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan, na overleg met de SVB, van de in het eerste lid, onderdelen a en b,
bedoelde bedragen afwijken.
F
Artikel 5.28 komt te luiden:
Artikel 5.28. Afrekening
-
1. In de jaarrekening, bedoeld in artikel 49 van de Wet SUWI, worden de baten en lasten opgenomen, alsmede de ontvangen voorschotten,
bedoeld in artikel 5.25, eerste lid, uitgesplitst naar uitkeringslasten en uitvoeringskosten.
-
2. Na goedkeuring van het besluit tot vaststelling van de jaarrekening, bedoeld in artikel 34, tweede lid, van de Kaderwet zelfstandige
bestuursorganen, rekent de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de baten en lasten, alsmede de ontvangen voorschotten,
met betrekking tot het desbetreffende kalenderjaar af, met als valutadatum 1 juni van het hierop volgende kalenderjaar.
-
3. Voor de afrekening van de kinderbijslagen en de uitvoeringskosten en de vaststelling en afrekening van de rijksbijdrage ten
gunste of ten laste van het Algemeen Kinderbijslagfonds voor het jaar 2011, zijn de artikelen 5.28, respectievelijk 5.29,
zoals die luidden op 31 december 2011, van toepassing.
H
In artikel 5.29a, tweede en derde lid, wordt ‘ter dekking van uitgaven’ vervangen door: ter dekking van lasten.
I
In artikel 5.29b, onderdeel d, wordt ‘overige posten’ telkens vervangen door: overige baten en lasten.
J
Artikel 5.30 komt te luiden:
Artikel 5.30. Raming baten en lasten
-
1. Voor 1 oktober van elk jaar verstrekt het UWV aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het jaarplan met begroting
een opgave van het totaalbedrag aan de voor het komende jaar geraamde baten en lasten met betrekking tot het Toeslagenfonds
en het Wajong-fonds, uitgesplitst naar uitkeringslasten, tegemoetkomingen en toeslagen per maand en uitvoeringskosten per
jaar.
-
2. De bedragen in de opgave, bedoeld in het eerste lid, worden gespecificeerd naar de in artikel 5.29a, derde lid, genoemde
wetten, met uitzondering van onderdeel b.
K
Artikel 5.31 komt te luiden:
Artikel 5.31. Betaling voorschot
-
1. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stort op de rekening-courant, bedoeld in artikel 5.16, onderdeel b, een
periodiek voorschot op het bedrag, bedoeld in artikel 5.30, eerste lid, van:
-
a. geraamde uitkeringslasten, toeslagen en tegemoetkomingen met als valutadatum de tweeëntwintigste dag van elke maand, en
-
b. 1/12de deel van de geraamde uitvoeringskosten met als valutadatum de vijftiende dag van elke maand.
-
2. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan, na overleg met het UWV, van de in het eerste lid, onderdelen a en b,
bedoelde bedragen afwijken.
N
Artikel 5.34 komt te luiden:
Artikel 5.34. Afrekening
-
1. In de jaarrekening, bedoeld in artikel 49 van de Wet SUWI, worden de baten en lasten, alsmede de ontvangen voorschotten,
bedoeld in artikel 5.31, eerste lid, met betrekking tot hetToeslagenfonds en het Wajong-fonds opgenomen, waarbij de gegevens
met betrekking tot het Toeslagenfonds tevens worden gespecificeerd naar de in artikel 5.29a, derde lid, genoemde wetten, met
uitzondering van onderdeel b.
-
2. De overige baten en lasten met betrekking tot het Toeslagenfonds en het Wajong-fonds kunnen in de jaarrekening, bedoeld in
het eerste lid, worden toegerekend aan respectievelijk de Toeslagenwet en de Wet Wajong.
-
3. Na goedkeuring van het besluit tot vaststelling van de jaarrekening, bedoeld in artikel 34, tweede lid, van de Kaderwet zelfstandige
bestuursorganen, rekent de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de baten en lasten, alsmede de ontvangen voorschotten,
met betrekking tot het desbetreffende kalenderjaar af, met als valutadatum 1 juni van het hierop volgende kalenderjaar.
-
4. Voor de afrekening van de toeslagen, de uitkeringen, de tegemoetkomingen, de overige posten en de uitvoeringskosten en de
vaststelling en afrekening van de rijksbijdrage ten gunste of ten laste van het Toeslagenfonds en Wajong-fonds voor het jaar
2011, zijn de artikelen 5.34, respectievelijk 5.35, zoals die luidden op 31 december 2011, van toepassing.
P
Artikel 5.36 komt te luiden:
Artikel 5.36. Raming baten en lasten
-
1. Voor 1 oktober van elk jaar verstrekt het UWV aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het jaarplan met begroting
een opgave van het totaalbedrag aan de voor het komende jaar geraamde baten en lasten met betrekking tot het Arbeidsongeschiktheidsfonds,
op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 2, en artikel 3.30 van de Wet arbeid en zorg, uitgesplitst naar uitkeringslasten
per maand en uitvoeringskosten per jaar.
-
2. In deze paragraaf wordt onder uitkeringen verstaan de uitkeringslasten inclusief de door het UWV over die uitkeringen verschuldigde
premies en vergoedingen, bedoeld in artikel 46 van de Zorgverzekeringswet, die niet op deze uitkeringen in mindering kunnen
worden gebracht.
Q
Artikel 5.37 komt te luiden:
Artikel 5.37. Betaling voorschot
-
1. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stort op de rekening-courant, bedoeld in artikel 5.16, onderdeel b, een
periodiek voorschot op het bedrag, bedoeld in artikel 5.36, eerste lid, van:
-
a. geraamde uitkeringslasten met als valutadatum de tweeëntwintigste dag van elke maand, en
-
b. 1/12de deel van de geraamde uitvoeringskosten met als valutadatum de vijftiende dag van elke maand.
-
2. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan, na overleg met het UWV, van de in het eerste lid, onderdelen a en b,
bedoelde bedragen afwijken.
R
Artikel 5. 37a vervalt.
T
Artikel 5.38 komt te luiden:
Artikel 5.38. Afrekening
-
1. In de jaarrekening, bedoeld in artikel 49 van de Wet SUWI, worden de baten en lasten, alsmede de ontvangen voorschotten,
bedoeld in artikel 5.37, eerste lid, uitgesplitst naar uitkeringslasten en uitvoeringskosten, met betrekking tot hetArbeidsongeschiktheidsfonds
opgenomen.
-
2. Na goedkeuring van het besluit tot vaststelling van de jaarrekening, bedoeld in artikel 34, tweede lid, van de Kaderwet zelfstandige
bestuursorganen, rekent de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de baten en lasten, alsmede de ontvangen voorschotten,
met betrekking tot het desbetreffende kalenderjaar af, met als valutadatum 1 juni van het hierop volgende kalenderjaar.
-
3. Voor de afrekening van de uitkeringslasten en uitvoeringskosten en de vaststelling en afrekening van de rijksbijdrage ten
gunste of ten laste van het Arbeidsongeschiktheidsfonds voor het jaar 2011, zijn de artikelen 5.38, respectievelijk 5.39,
zoals die luidden op 31 december 2011, van toepassing.
U
Artikel 5.43 komt te luiden:
Artikel 5.43. Raming baten en lasten
Voor 1 oktober van elk jaar verstrekt de SVB aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het jaarplan met begroting
een opgave van het totaalbedrag aan de voor het komende jaar geraamde baten en lasten met betrekking tot de toekenning van
AIO, uitgesplitst naar uitkeringslasten per maand en uitvoeringskosten per jaar.
V
Artikel 5.44 komt te luiden:
Artikel 5.44. Betaling voorschot
-
1. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stort op de rekening-courant, bedoeld in artikel 5.16, onderdeel a, een
periodiek voorschot op het bedrag, bedoeld in artikel 5.43, van:
-
a. geraamde uitkeringslasten met als valutadatum de tweeëntwintigste dag van elke maand, en
-
b. 1/12de deel van de geraamde uitvoeringskosten met als valutadatum de vijftiende dag van elke maand.
-
2. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan, na overleg met de SVB, van de in het eerste lid, onderdelen a en b,
bedoelde bedragen afwijken.
Y
Artikel 5.47 komt te luiden:
Artikel 5.47. Afrekening
-
1. In de jaarrekening, bedoeld in artikel 49 van de Wet SUWI, worden de baten en lasten, alsmede de ontvangen voorschotten,
bedoeld in artikel 5.44, eerste lid, uitgesplitst naar uitkeringslasten en uitvoeringskosten, met betrekking tot de toekenning
van AIO opgenomen.
-
2. Na goedkeuring van het besluit tot vaststelling van de jaarrekening, bedoeld in artikel 34, tweede lid, van de Kaderwet zelfstandige
bestuursorganen, rekent de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de baten en lasten, alsmede de ontvangen voorschotten,
met betrekking tot het desbetreffende kalenderjaar af, met als valutadatum 1 juni van het hierop volgende kalenderjaar.
-
3. Voor de afrekening van de uitkeringen en de uitvoeringskosten AIO en de vaststelling en afrekening van de rijksbijdrage ten
gunste of ten laste van de SVB voor het jaar 2011, zijn de artikelen 5.47, respectievelijk 5.48, zoals die luidden op 31 december
2011, van toepassing.
AA
Artikel 5.50 komt te luiden:
Artikel 5.50. Raming baten en lasten
Voor 1 oktober van elk jaar verstrekt de SVB aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het jaarplan met begroting
een opgave van het totaalbedrag aan de voor het komende jaar geraamde baten en lasten met betrekking tot de WKB, uitgesplitst
naar uitkeringslasten per maand en uitvoeringskosten per jaar.
BB
Artikel 5.51 komt te luiden:
Artikel 5.51. Betaling voorschot
-
1. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stort op de rekening-courant, bedoeld in artikel 5.16, onderdeel a, een
periodiek voorschot op het bedrag, bedoeld in artikel 5.50, van:
-
a. geraamde uitkeringslasten met als valutadatum de tweeëntwintigste dag van elke maand, en
-
b. 1/12de deel van de geraamde uitvoeringskosten met als valutadatum de vijftiende dag van elke maand.
-
2. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan, na overleg met de SVB, van de in het eerste lid, onderdelen a en b,
bedoelde bedragen afwijken.
CC
Artikel 5.52 komt te luiden:
Artikel 5.52. Afrekening
-
1. In de jaarrekening, bedoeld in artikel 49 van de Wet SUWI, worden de baten en lasten, alsmede de ontvangen voorschotten,
bedoeld in artikel 5.51, eerste lid, met betrekking tot de WKB opgenomen.
-
2. Na goedkeuring van het besluit tot vaststelling van de jaarrekening, bedoeld in artikel 34, tweede lid, van de Kaderwet zelfstandige
bestuursorganen, rekent de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de baten en lasten, alsmede de ontvangen voorschotten,
met betrekking tot het desbetreffende kalenderjaar af, met als valutadatum 1 juni van het hierop volgende kalenderjaar.
-
3. Voor afrekening van de WKB en de uitvoeringskosten en de vaststelling en afrekening van de rijksbijdrage ten gunste of ten
laste van de SVB voor het jaar 2011, zijn de artikelen 5.52, respectievelijk 5.53, zoals die luidden op 31 december 2011,
van toepassing.
EE
Bijlage 1 als bedoeld in artikel 5.2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel 12. Metaal- en technische bedrijfstakken, onder 8, onderdelen a en b, vervalt telkens: (inclusief banden)
2. In onderdeel 19. Grootwinkelbedrijf wordt ‘€ 5.548.811’ vervangen door: € 5.632.043.
3. Onderdeel 41. Groothandel I, onder 3, komt te luiden:
FF
De bijlagen 8 en 9 vervallen.
ARTIKEL II. WIJZIGING VAN DE REGELING TEGEMOETKOMING ASBESTSLACHTOFFERS
De Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 16 komt te luiden:
Artikel 16. Raming baten en lasten
-
1. Voor 1 oktober van elk jaar verstrekt de SVB aan de Minister in het jaarplan met begroting een opgave van het totaalbedrag
aan de voor het komende jaar geraamde baten en lasten met betrekking tot deze regeling, uitgesplitst naar uitkeringslasten
per maand en uitvoeringskosten per jaar.
-
2. In de opgave van de uitkeringslasten, bedoeld in het eerste lid, wordt rekening gehouden met de posten genoemd in artikel
19, tweede lid.
B
Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het opschrift komt te luiden: Artikel 17. Betaling voorschot.
2. Het tweede lid komt te luiden:
-
2. De Minister stort op de rekening-courant, bedoeld in artikel 5.16, onderdeel a, van de Regeling Wfsv, een periodiek voorschot
op het bedrag, bedoeld in artikel 16, van:
-
a. geraamde uitkeringslasten met als valutadatum de tweeëntwintigste dag van elke maand, en
-
b. 1/12de deel van de geraamde uitvoeringskosten met als valutadatum de vijftiende dag van elke maand.
3. Het derde lid komt te luiden:
-
3. De Minister kan, na overleg met de SVB, van de in het tweede lid, onderdelen a en b, bedoelde bedragen afwijken.
D
Artikel 19 komt te luiden:
Artikel 19. Afrekening
-
1. In de jaarrekening, bedoeld in artikel 49 van de Wet SUWI, worden de baten en lasten, alsmede de ontvangen voorschotten,
bedoeld in artikel 17, tweede lid, uitgesplitst naar uitkeringslasten en uitvoeringskosten, met betrekking tot deze regeling
opgenomen.
-
2. Op de in het eerste lid bedoelde uitkeringslasten komen in mindering:
-
a. de bedragen die op grond van artikel 6a, onderdelen e en f, zijn terugbetaald;
-
b. de eenmalige uitkeringen en voorschotten die op grond van artikel 12 zijn teruggevorderd en zijn terugbetaald.
-
3. Na goedkeuring van het besluit tot vaststelling van de jaarrekening, bedoeld in artikel 34, tweede lid, van de Kaderwet zelfstandige
bestuursorganen, rekent de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de baten en lasten, alsmede de ontvangen voorschotten,
met betrekking tot het desbetreffende kalenderjaar af, met als valutadatum 1 juni van het hierop volgende kalenderjaar.
-
4. Voor de afrekening van de lasten en de uitvoeringskosten van deze regeling en de vaststelling en afrekening van de rijksbijdrage
ten gunste of ten laste van de SVB voor het jaar 2011, is artikel 19, zoals dat luidde op 31 december 2011, van toepassing.
ARTIKEL III. WIJZIGING VAN DE REGELING TEGEMOETKOMING OUDERS VAN THUISWONENDE GEHANDICAPTE KINDEREN
De Regeling tegemoetkoming ouders van thuiswonende gehandicapte kinderen wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 10a komt te luiden:
Artikel 10a. Raming baten en lasten
-
1. Voor 1 oktober van elk jaar verstrekt de SVB aan de Minister van SZW in het jaarplan met begroting een opgave van het totaalbedrag
aan de voor het komende jaar geraamde baten en lasten met betrekking tot deze regeling, uitgesplitst naar uitkeringslasten
per maand en uitvoeringskosten per jaar.
-
2. De uitkeringslasten in de opgave, bedoeld in het eerste lid, worden gespecificeerd naar tegemoetkomingen als bedoeld in artikel
5, en extra tegemoetkomingen als bedoeld in artikel 5a.
B
Artikel 10b komt te luiden:
Artikel 10b. Betaling voorschot
-
1. De Minister van SZW stort op de rekening-courant, bedoeld in artikel 5.16, onderdeel a, van de Regeling Wfsv, een periodiek
voorschot op het bedrag, bedoeld in artikel 10a, van:
-
a. geraamde uitkeringslasten met als valutadatum de eerste dag van elke maand, en
-
b. 1/12de deel van de geraamde uitvoeringskosten met als valutadatum de vijftiende dag van elke maand.
-
2. De Minister van SZW kan, na overleg met de SVB, van de in het eerste lid, onderdelen a en b, bedoelde bedragen afwijken.
C
Artikel 10e komt te luiden:
Artikel 10e. Afrekening
-
1. In de jaarrekening, bedoeld in artikel 49 van de Wet SUWI, worden de baten en lasten, alsmede de ontvangen voorschotten,
bedoeld in artikel 10b, eerste lid, uitgesplitst naar tegemoetkomingen als bedoeld in artikel 5, en extra tegemoetkomingen
als bedoeld in artikel 5a en uitvoeringskosten, met betrekking tot deze regeling opgenomen.
-
2. Na goedkeuring van het besluit tot vaststelling van de jaarrekening, bedoeld in artikel 34, tweede lid, van de Kaderwet zelfstandige
bestuursorganen, rekent de Minister van SZW de baten en lasten, alsmede de ontvangen voorschotten, met betrekking tot het
desbetreffende kalenderjaar af, met als valutadatum 1 juni van het hierop volgende kalenderjaar.
-
3. Voor de afrekening van de tegemoetkomingen, de extra tegemoetkomingen en de uitvoeringskosten van deze regeling en de vaststelling
en afrekening van de rijksbijdrage ten gunste of ten laste van de SVB voor het jaar 2011, zijn de artikelen 10e respectievelijk
10f, zoals deze luidden op 31 december 2011, van toepassing.
ARTIKEL IV. WIJZIGING VAN DE REGELING BEKOSTIGING KOOPKRACHTTEGEMOETKOMING OUDERE BELASTINGPLICHTIGEN
De Regeling bekostiging koopkrachttegemoetkoming oudere belastingplichtigen wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2 komt te luiden:
Artikel 2. Raming baten en lasten
Voor 1 oktober van elk jaar verstrekt de SVB aan de Minister in het jaarplan met begroting een opgave van het totaalbedrag
aan de voor het komende jaar geraamde baten en lasten met betrekking tot de toekenning van koopkrachttegemoetkomingen, uitgesplitst
naar lasten KOB per maand en uitvoeringskosten per jaar.
B
Artikel 3 komt te luiden:
Artikel 3. Betaling voorschot
-
1. De Minister stort op de rekening-courant, bedoeld in artikel 5.16, onderdeel a, van de Regeling Wfsv, een periodiek voorschot
op het bedrag, bedoeld in artikel 2, van:
-
a. geraamde lasten KOB met als valutadatum de tweeëntwintigste dag van elke maand, en
-
b. 1/12de deel van de geraamde uitvoeringskosten met als valutadatum de vijftiende dag van elke maand.
-
2. De Minister kan, na overleg met de SVB, van de in het eerste lid, onderdelen a en b, bedoelde bedragen afwijken.
C
Artikel 4 komt te luiden:
Artikel 4. Afrekening
-
1. In de jaarrekening, bedoeld in artikel 49 van de Wet SUWI, worden de baten en lasten, alsmede de ontvangen voorschotten,
bedoeld in artikel 3, eerste lid, uitgesplitst naar lasten KOB en uitvoeringskosten van de toekenning van koopkrachttegemoetkomingen
opgenomen.
-
2. Na goedkeuring van het besluit tot vaststelling van de jaarrekening, bedoeld in artikel 34, tweede lid, van de Kaderwet zelfstandige
bestuursorganen, rekent de Minister de baten en lasten, alsmede de ontvangen voorschotten, met betrekking tot het desbetreffende
kalenderjaar af, met als valutadatum 1 juni van het hierop volgende kalenderjaar.
-
3. Voor de afrekening van de KOB en de uitvoeringskosten met betrekking tot deze regeling en de vaststelling en afrekening van
de rijksbijdrage ten gunste of ten laste van de SVB voor het jaar 2011, zijn de artikelen 6 respectievelijk 7, zoals deze
luidden op 31 december 2011, van toepassing.
ARTIKEL V. WIJZIGING VAN DE REGELING FINANCIERING BIJSTAND BUITENLAND
De Regeling financiering bijstand buitenland wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 wordt ‘Onze Minister: Onze’ vervangen door: de minister: de.
B
Artikel 2 komt te luiden:
Artikel 2. Raming baten en lasten
Voor 1 oktober van elk jaar verstrekt de SVB aan de minister in het jaarplan met begroting een opgave van het totaalbedrag
aan de voor het komende jaar geraamde baten en lasten met betrekking tot de toekenning van bijstand, uitgesplitst naar bijstandskosten
per maand en uitvoeringskosten per jaar.
C
Artikel 3 komt te luiden:
Artikel 3. Betaling voorschot
-
1. De minister stort op de rekening-courant, bedoeld in artikel 5.16, onderdeel a, van de Regeling Wfsv, een periodiek voorschot
op het bedrag, bedoeld in artikel 2, van:
-
a. geraamde bijstandskosten met als valutadag de tweeëntwintigste dag van elke maand, en
-
b. 1/12de deel van de geraamde uitvoeringskosten met als valutadatum de vijftiende dag van elke maand.
-
2. De minister kan, na overleg met de SVB, van de in het eerste lid bedoelde bedragen afwijken.
D
Artikel 4 komt te luiden:
Artikel 4. Afrekening
-
1. In de jaarrekening, bedoeld in artikel 49 van de Wet SUWI, worden de baten en lasten, alsmede de ontvangen voorschotten,
bedoeld in artikel 3, eerste lid, uitgesplitst naar bijstandskosten en uitvoeringskosten met betrekking tot deze regeling
opgenomen.
-
2. Na goedkeuring van het besluit tot vaststelling van de jaarrekening, bedoeld in artikel 34, tweede lid, van de Kaderwet zelfstandige
bestuursorganen, rekent de minister de baten en lasten, alsmede de ontvangen voorschotten, met betrekking tot het desbetreffende
kalenderjaar af, met als valutadatum 1 juni van het hierop volgende kalenderjaar.
-
3. Voor de afrekening van de bijstandskosten en de uitvoeringskosten en de vaststelling en afrekening van de rijksbijdrage ten
gunste of ten laste van de SVB voor het jaar 2011, zijn de artikelen 4 respectievelijk 5, zoals deze luidden op 31 december
2011, van toepassing.
ARTIKEL VI. INWERKINGTREDING
-
1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2012, met uitzondering van artikel I, onderdeel EE, onder 2, waarbij:
-
– het in artikel I, onderdeel F, opgenomen artikel 5.28, derde lid,
-
– het in artikel I, onderdeel N, opgenomen artikel 5.34, vierde lid,
-
– het in artikel I, onderdeel T, opgenomen artikel 5.38, derde lid,
-
– het in artikel I, onderdeel Y, opgenomen artikel 5.47, derde lid ,
-
– het in artikel I, onderdeel CC, opgenomen 5.52, derde lid,
-
– het in artikel II, onderdeel D, opgenomen artikel 19, vierde lid,
-
– het in artikel III, onderdeel C, opgenomen artikel 10e,derde lid,
-
– het in artikel IV, onderdeel C, opgenomen artikel 4, derde lid en
-
– het in artikel V, onderdeel D opgenomen artikel 4, derde lid, vervallen met ingang van 1 november 2012.
-
2. Artikel I, onderdeel EE, onder 2, treedt in werking met ingang van 1 januari 2012 en werkt terug tot en met 1 januari 2011.
TOELICHTING
Met deze regeling worden de volgende wijzigingen doorgevoerd:
-
– De bekostiging van de begrotingsgefinancierde wetten en regelingen waarvan de uitvoering is opgedragen aan UWV en SVB zal
plaatsvinden op transactiebasis (waar dit voorheen kasbasis was).
-
– Er wordt één valutadatum voor de bevoorschotting van begrotingsgefinancierde uitvoeringskosten van UWV en SVB vastgesteld.
-
– In overleg met de SVB en het UWV worden de wijzigingen ingevoerd per 1 januari 2012. In verband hiermee zijn in de artikelen
over de afrekening overgangsbepalingen opgenomen die met ingang van 1 november 2012 vervallen.
Daarnaast worden twee technische wijzigingen in de sectorindeling van bedrijven aangebracht, die eveneens per 1 januari 2012
ingaan en wordt de loongrens voor de sector Grootwinkelbedrijf met terugwerkende kracht per 1 januari 2011 geïndexeerd.
Bekostiging op transactiebasis
Het jaarplan en de jaarrekening worden door UWV en SVB op transactiebasis opgesteld. De bevoorschotting en afrekening door
SZW van begrotingsgefinancierde uitkeringslasten en uitvoeringskosten geschiedt tot nu toe op kasbasis. Hierdoor was het nodig
een vertaalslag te maken om vanuit het jaarplan en de jaarrekening op transactiebasis te komen tot bevoorschotting en afrekening
op kasbasis. Om beter aan te sluiten bij de ZBO-cyclus en administratie vinden vanaf 2012 bevoorschotting en afrekening door
SZW plaats op transactiebasis.
De betaling van het voorschot vindt plaats op basis van de raming van de lasten in het jaarplan en begroting. In de jaarplannen
van UWV en SVB zullen daartoe de ramingen voor het jaar t+1 voor de begrotingsgefinancierde uitkeringslasten en uitvoeringskosten
per wet en regeling worden opgenomen. Ook de bijlagen 6 en 8 bij de regeling SUWI zullen worden aangepast naar de praktijk
van bekostiging op transactiebasis.
In de jaarrekening zal een overzicht worden opgenomen van de realisatie van de begrotingsgefinancierde uitkeringslasten en
uitvoeringskosten per wet/regeling op basis van baten en lasten. Ook het bedrag dat reeds is bevoorschot wordt vermeld, zodat
SZW op eenvoudige wijze de afrekening kan bepalen. Het overzicht wordt hiermee onder de controleverklaring bij de jaarrekening
gebracht.
Doordat bekostiging op transactiebasis geschiedt, hoeft geen aparte vaststelling van de rijksbijdrage meer plaats te vinden.
De omvang van de rijksbijdragen worden door UWV en SVB vastgesteld conform de jaarrekening. De instemming van de Minister
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid blijkt uit de goedkeuring van het besluit van de raden van bestuur van UWV en SVB tot
vaststelling van de jaarrekeningen.
De afrekening over het jaar 2011 zal overigens nog plaatsvinden op kasbasis. De bepalingen die dit regelen vervallen met ingang
van 1 november 2012.
Valutadatum uitvoeringskosten
In het kader van vereenvoudiging van de bekostiging heb ik besloten om voor de vergoeding van uitvoeringskosten van alle begrotingsgefinancierde
uitgaven van UWV en SVB één vaste valutadag per maand te kiezen. Voorheen was sprake van verschillende valutadata.
Aangezien de uitvoeringskosten verspreid over de maand worden gemaakt, is als valutadag de 15de van elke maand gekozen.
Wijzigingen sectorindeling
Artikel I, onderdeel EE
Met artikel I, onderdeel EE, wordt een tweetal wijzigingen aangebracht in Bijlage 1 bij de Regeling Wfsv (sectorindeling).
De eerste wijziging (onder 1 en 3) betreft de aanpassing van sector 12 en sector 41 waarmee een al jaren bestaande sectorindeling
wordt geregeld. Als gevolg van de wijziging wordt de bandenbranche ondergebracht bij sector 41, waardoor de verkoop van banden
aan het publiek door een bandenservicebedrijf ook tot de bandengroothandel wordt gerekend.
De tweede wijziging (onder 2) betreft de jaarlijkse indexering van de loongrens voor de sector Grootwinkelbedrijf aan de hand
van de gemiddelde contractloonontwikkeling in de Macro Economische Verkenning van het Centraal Planbureau (CPB). De loongrens
wordt met terugwerkende kracht per 1 januari 2011 gewijzigd op basis van de gemiddelde contractloonontwikkeling van bedrijven over 2011 van 1,50%, zoals
die in de Macro Economische Verkenning 2011 van het CPB is opgenomen.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
H.G.J. Kamp.