ARTIKEL I
Artikel 3, tweede lid van de Regeling aanmelding tot uitoefening der diergeneeskunde wordt als volgt gewijzigd:
1. De onderdelen e tot en met j worden geletterd f tot en met k.
2. Er wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL II
De Regeling paraveterinairen wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 19, vierde lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. De onderdelen e tot en met j worden geletterd f tot en met k.
2. Er wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
B
Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘embryotransplanteurs en dierenartsassistenten die werkzaam zijn op het gebied van de diergeneeskunde’
vervangen door ‘dierfysiotherapeuten, embryotransplanteurs en dierenartsassistenten die werkzaam zijn op het gebied van de
diergeneeskunde’ en wordt ‘een register van praktiserende embryotransplanteurs, onderscheidenlijk een register van dierenartsassistenten’
vervangen door: een register van praktiserende dierfysiotherapeuten, embryotransplanteurs, onderscheidenlijk dierenartsassistenten.
2. In het tweede lid wordt ‘de bevoegdheid tot de uitoefening van het beroep embryotransplanteur dan wel dierenartsassistent’
vervangen door: de bevoegdheid tot de uitoefening van het beroep dierfysiotherapeut, embryotransplanteur dan wel dierenartsassistent.
3. In het derde lid wordt ‘werkzaam te zijn als embryotransplanteur dan wel dierenartsassistent’ vervangen door: werkzaam te
zijn als dierfysiotherapeut, embryotransplaneur dan wel dierenartsassistent.
ARTIKEL III
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 maart 2012.
TOELICHTING
Inleiding
Met de onderhavige regeling wordt geregeld dat dierenartsen en paraveterinairen bij de aanmelding voor toelating tot de uitoefening
van de diergeneeskunde hun burgerservicenummer dienen te verstrekken. Door de eenmalige verstrekking van het burgerservicenummer
kan door middel van een koppeling met de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (hierna: GBA) het register van
dierenartsen en paraveterinairen op het punt van persoonlijke adresgegevens actueel worden gehouden, zonder dat de geregistreerden
adreswijzigingen zelf door hoeven te geven. Verder wordt bij het overlijden van een geregistreerde dierenarts of paraveterinair
deze persoon automatisch via de GBA afgemeld bij het diergeneeskunderegister.
Het doel van de regeling
Op grond van artikel 3 van de Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde 1990 (hierna: WUD) en de artikelen 2, 6, 9, 12,
13 en 13a van het Besluit paraveterinairen, dienen dierenartsen respectievelijk paraveterinairen te zijn toegelaten tot de
uitoefening van de diergeneeskunde. Na toelating wordt de dierenarts of paraveterinair automatisch opgenomen in het diergeneeskunderegister.
Dit register wordt sinds medio 2010 beheerd door het Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg (CIBG).
Met ingang van 1 maart 2012 wordt het diergeneeskunderegister gekoppeld aan de GBA. De koppeling met de GBA geschiedt via
het burgerservicenummer. Daartoe wordt geregeld dat bij de aanmelding voor toelating ook het burgerservicenummer dient te
worden verstrekt (Artikel I en II, onderdeel A).
Wanneer de koppeling van het diergeneeskunderegister aan de GBA gereed is, kunnen personen die zich willen aanmelden, inloggen
met DigiD. Door het inloggen met DigiD wordt automatisch een koppeling met het burgerservicenummer gemaakt. Hierdoor verschijnen
de persoonlijke gegevens die in de GBA zijn opgenomen automatisch in het inschrijfformulier. Gegevens die niet in de GBA zijn
opgenomen maar wel moeten worden aangeleverd, zoals het praktijkadres, moeten door de dierenarts respectievelijk paraveterinair
in het inschrijfformulier worden opgenomen.
Dierenartsen en paraveterinairen moeten wijzigingen in de bij de aanvraag tot toelating verstrekte gegevens melden bij het
CIBG. Door de koppeling van het diergeneeskunderegister met de GBA worden wijzigingen van persoonlijke gegevens die in de
GBA zijn opgenomen automatisch doorgegeven aan het CIBG. Voor de geregistreerden betekent dit dat zij wijzigingen van deze
gegevens niet meer zelf hoeven door te geven. Wijzigingen van gegevens die niet in de GBA zijn opgenomen, moeten wel actief
door geregistreerden worden doorgegeven. De mogelijkheid wordt gecreëerd om, na inloggen met DigiD, deze gegevens online aan
te passen.
Overigens blijft de mogelijkheid bestaan om naast de digitale aanmelding gebruik te maken van een telefonische aanmelding.
Ook in dat geval dient het burgerservicenummer verstrekt te worden zodat een koppeling met de GBA kan worden gemaakt. Hetzelfde
geldt voor het doorgeven van wijzigingen.
Naast voornoemde wijziging wordt er ook een wijzing aangebracht in artikel 20 van de Regeling paraveterinairen. In dit artikel
is bepaald dat toegelaten paraveterinairen in het diergeneeskunderegister worden ingeschreven. Abusievelijk ziet dit artikel
slechts op inschrijving van embryotransplanteurs en dierenartsassistenten en niet op de inschrijving van dierfysiotherapeuten.
Dit wordt thans hersteld (artikel II, onderdeel b).
Overgang
De koppeling van het register aan de GBA is vanaf 1 maart 2012 gerealiseerd. Bij nieuwe aanmeldingen moet vanaf 1 maart 2012
het burgerservicenummer worden verstrekt, opdat de gegevens van de nieuwe registratie kunnen worden gekoppeld aan de gegevens
in de GBA. De al geregistreerde dierenartsen en paraveterinairen hoeven niet hun burgerservicenummer door te geven aan het
CIBG. Het CIBG vult zelf het register aan met de burgerservicenummers van de reeds geregistreerde dierenartsen en paraveterinairen.
Administratieve lasten
Deze regeling leidt tot een beperkte verlaging van de administratieve lasten (minder dan € 1000,–).
Bij een eerste inschrijving is het niet meer nodig zijn om zelf de persoonlijke gegevens, die in de GBA zijn opgenomen, in
te voeren aangezien deze automatisch in het inschrijfformulier verschijnen. Voor naar schatting 400 nieuwe inschrijvingen
per jaar levert dit een tijdsbesparing van ongeveer 1 minuut per inschrijving op. Daartegenover staat een toename als gevolg
van het inloggen met DigiD.
Wijzigingen in de geregistreerde gegevens moet de dierenarts of paraveterinair doorgeven aan het CIBG. Door de koppeling met
de GBA is dit voor persoonlijke gegevens, die in de GBA zijn opgenomen, niet meer nodig. Omdat wijzigingen naast schriftelijk
ook al per e-mail of per telefoon konden worden doorgegeven, is de tijdsbesparing als gevolg van de koppeling aan de GBA beperkt
en is er sprake van een kleine vermindering van administratieve lasten. Voor naar schatting 100 mutaties per jaar waarbij
persoonlijke gegevens wijzigen levert de koppeling aan de GBA een tijdsbesparing van ongeveer 1 minuut per mutatie op.
Vaste verandermomenten
In verband met de systematiek van de Vaste Verandermomenten1 gelden vier vaste inwerkingtredingsdata per jaar, waaronder 1 januari en 1 april, en geldt een minimale invoeringstermijn
van twee maanden. Aansluiting op de GBA kan echter slechts op enkele vast bepaalde momenten per jaar plaatsvinden, die niet
samenvallen met de Vaste Verandermomenten. Afwijking van de systematiek van Vaste Verandermomenten is toegestaan indien er
private of publieke voor- of nadelen van vertraging of vervroeging van invoering zijn. In casu is zijn dierenartsen en paraveterinairen
gebaat bij een spoedige inwerkingtreding van de regeling. Vanaf het moment van inwerkingtreding kan het diergeneeskunderegister
immers aan de GBA worden gekoppeld en hoeven gegevens die in de GBA zijn opgenomen niet meer afzonderlijk door dierenartsen
en paraveterinairen te worden aangeleverd. Eerstvolgend moment waarop het diergeneeskunderegister op de GBA kan worden aangesloten
is 1 maart 2012. Daarom treedt deze regeling met ingang van die datum in werking. De regeling is overeenkomstig de systematiek
van de Vaste Verandermomenten ten minste twee maanden voor de inwerkingtreding gepubliceerd.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
H. Bleker.