Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 5 december 2011, nr. 5717983/11, houdende wijziging van de Regeling DNA-onderzoek in strafzaken

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op de artikelen 4, derde lid, 5, vijfde lid, en 8, derde lid, van het Besluit DNA-onderzoek in strafzaken;

Besluit:

ARTIKEL I

In artikel 7 van de Regeling DNA-onderzoek in strafzaken vervallen de woorden ‘met de opdruk ‘‘NFI, Nederlands Forensisch Instituut, Ministerie van Justitie’’’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten.

TOELICHTING

Het Besluit DNA-onderzoek in strafzaken schrijft voor dat de verpakking met het van verdachten, veroordeelden en derden afgenomen celmateriaal en de verpakking met de inbeslaggenomen voorwerpen met celmateriaal, met behulp waarvan dit celmateriaal naar het Nederlands Forensisch Instituut wordt vervoerd, is afgesloten met een of meer sluitzegels. De artikelen 4, derde lid, 5, vijfde lid, en 8, derde lid, van het Besluit DNA-onderzoek in strafzaken bepalen dat bij ministeriële regeling nadere regels worden gesteld inzake de sluitzegels. In artikel 7 van de Regeling DNA-onderzoek in strafzaken is beschreven aan welke eisen deze zegels dienen te voldoen. Door middel van onderhavige wijzigingsregeling komen deze eisen deels te vervallen. Met deze regeling is niet langer vereist dat het zegel de opdruk ‘NFI, Nederlands Forensisch Instituut, Ministerie van Justitie’, vermeldt. Deze voorwaarde maakte het sluitzegel voor de politie onnodig kostbaar, terwijl deze voorwaarde uit een oogpunt van een betrouwbaar en zorgvuldig vervoer niet nodig is. Dit tekstuele vereiste heeft immers geen meerwaarde voor het doel van het sluitzegel, namelijk het waarborgen van de zogenaamde ‘chain of custody’. In de nieuwe situatie is het daarom voldoende dat de zegel zelfklevend, elastisch en fraudebestendig is. Het vervallen van de opdruk levert daarmee voor de praktijk een aanzienlijke kostenbesparing op.

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten.

Naar boven