Regeling van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 5 december 2011, nr. WJZ / 11170884, tot wijziging van de Tijdelijke regeling stimulering betere dienstverlening aan bedrijven

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZ-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Tijdelijke regeling stimulering betere dienstverlening aan bedrijven wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 1, onderdeel a wordt ‘minister van Financiën’ vervangen door: Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

B

Na artikel 10 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 10a

  • 1. Een gemeente, stadsdeel/deelgemeente of samenwerkingsverband, die nog geen voucher heeft ontvangen, kan een aanvraag voor een voucher als bedoeld in de artikelen 2 en 3 indienen in de periode die aanvangt op het tijdstip waarop dit artikel in werking treedt en eindigt op 31 december 2012. In dezelfde periode kan een gemeente, stadsdeel/deelgemeente of samenwerkingsverband, die al een voucher heeft ontvangen als bedoeld in artikel 2, alsnog een aanvraag indienen voor een voucher als bedoeld in artikel 3.

  • 2. In de in het eerste lid genoemde periode kan een aanvraag voor een voucher als bedoeld in de artikelen 2 en 3 worden ingediend door een provincie, waterschap en ieder samenwerkingsverband als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen.

  • 3. Het verstrekkingsplafond als bedoeld in artikel 10, eerste lid, bedraagt voor vouchers, aangevraagd in de in het eerste lid genoemde periode: € 800.000,-.

  • 4. Een verzoek om uitbetaling van de tegenwaarde van een voucher als bedoeld in artikel 8, vierde lid, dient uiterlijk op 31 december 2013 te zijn ontvangen; de minister beslist afwijzend op een verzoek om uitbetaling van de voucher indien deze na 31 december 2012 is ontvangen.

  • 5. De bepalingen van deze regeling waarvan niet in dit artikel is afgeweken, zijn van overeenkomstige toepassing.

C

In artikel 11 wordt ’31 december 2011’ vervangen door: 1 april 2014.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 30 december 2011.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 5 december 2011

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M.J.M. Verhagen.

TOELICHTING

De reden voor een nieuwe openstelling van de Tijdelijke regeling stimulering betere dienstverlening aan bedrijven is zoveel mogelijk medeoverheden te stimuleren hun dienstverlening aan bedrijven te verbeteren door middel van het instrument Bewijs van Goede Dienst.

Vanwege de nieuwe openstelling van deze regeling voor één jaar is een nieuw artikel 10a toegevoegd.

Gemeenten, stadsdelen/deelgemeenten of samenwerkingsverbanden die onder de vorige openstellingsperiode al de vouchers hebben ontvangen als bedoeld in de artikelen 2 en 3, kunnen niet opnieuw gebruik maken van de nieuwe openstelling van de Tijdelijke regeling stimulering betere dienstverlening aan bedrijven. Gemeenten, stadsdelen/deelgemeenten of samenwerkingsverbanden die onder de vorige openstellingsperiode (alleen) de voucher als bedoeld in artikel 2 hebben ontvangen, kunnen vanwege de hernieuwde openstelling van deze regeling (alsnog) de voucher als bedoeld in artikel 3 aanvragen.

De regeling wordt nu voor het eerst opengesteld voor provincies en waterschappen. Dit biedt, naast gemeenten, ook deze medeoverheden de mogelijkheid om het instrument Bewijs van Goede Dienst in te zetten ten behoeve van de verbetering van de dienstverlening aan bedrijven.

Aangezien de huidige regeling vervalt met ingang van 31 december 2011, moet de wijzigingsregeling in werking treden op 30 december 2011. Een eenmaal vervallen regeling kan immers niet meer worden gewijzigd. In verband hiermee kan niet worden voldaan aan de vereisten van de systematiek van de Vaste Verander Momenten. Afgeweken wordt van de vaste inwerkingtredingdata en de minimale invoeringstermijnen op basis van de uitzonderingsgrond hoge c.q. buitensporige private of publieke kosten van vertragingen of vervroeging.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M.J.M. Verhagen.

Naar boven