De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Gelet op artikel 2 van de Wet overige OCW-subsidies;
Besluit:
ARTIKEL I
De Regeling Cultuurkaart voortgezet onderwijs wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 4, vijfde lid, vervalt.
B
Na artikel 4 wordt een artikel ingevoegd dat luidt:
Artikel 4a. Activeren, besteden en vervallen tegoed
-
1. De culturele tegoeden, bedoeld in artikel 4, kunnen klassikaal of individueel worden besteed, en worden per klas toegewezen.
-
2. Beschikbaarstelling van per klas toegewezen culturele tegoeden vindt plaats nadat ten minste 66 procent van de leerlingen
van de betreffende klas vóór 1 april volgend op het jaar waarin de aanvraag door het bevoegde gezag is ingediend, de op naam
gestelde Cultuurkaarten heeft geactiveerd. Activering geschiedt via de daartoe bestemde applicatie op de website van de CJP.
-
3. Indien na het verstrijken van de termijn, bedoeld in het tweede lid, minder dan 66 procent van de leerlingen van een klas
de op naam gestelde Cultuurkaarten heeft geactiveerd, vervallen de aan de betreffende klas toegewezen culturele tegoeden.
-
4. Cultureel tegoed dat met toepassing van het tweede lid beschikbaar is gesteld, vervalt steeds, voor wat betreft:
-
a. klassikaal te besteden tegoeden: op 30 september van het jaar volgend op het jaar waarin de beschikbaarstelling heeft plaatsgevonden;
-
b. individueel te besteden tegoeden: op 31 oktober van het jaar volgend op het jaar waarin de beschikbaarstelling heeft plaatsgevonden.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt
terug tot en met 1 september 2011.
TOELICHTING
1. Inleiding
Met deze regeling is de Regeling Cultuurkaart voortgezet onderwijs op een beperkt aantal punten aangepast. Op basis van de
Regeling Cultuurkaart voortgezet onderwijs komen scholen uit die sector in aanmerking voor subsidie in de vorm van Cultuurkaarten.
Het tegoed daarvan bedraagt € 15 euro per kaart en kan door leerlingen en leerkrachten worden besteed bij culturele organisaties
of individuele kunstenaars die zijn aangemerkt als cultuurkaartacceptanten.
2. Aanpassingen
De aanpassing van de Regeling Cultuurkaart voortgezet onderwijs strekt voornamelijk tot formalisering van de bestaande praktijk.
Een wijziging van die praktijk is dus niet beoogd. Het gaat om de volgende punten:
a. Individueel of klassikaal besteedbaar
In alle gevallen worden de tegoeden steeds per klas toegewezen. Dat laat echter onverlet dat de scholen zelf bepalen of hun
leerlingen het toegewezen culturele tegoed individueel mogen uitgeven, of dat er klassikaal een bestemming aan wordt gegeven.
De budgethouders die de school aanwijzen bepalen of, en zo ja, hoeveel individueel te besteden tegoed op een kaart wordt gezet.
In dit verband wordt voor de volledigheid opgemerkt dat als een leerling een Cultuurkaart heeft geactiveerd, er dus niet altijd
een daadwerkelijk bedrag van € 15 op zijn of haar kaart hoeft te staan. Een deel, of het gehele bedrag, kan immers door de
budgethouder zijn gereserveerd voor een specifieke klassikale besteding.
b. Beschikbaarstelling tegoeden
De aan een klas toegewezen tegoeden zijn pas beschikbaar (en daarmee besteedbaar), nadat ten minste 66 procent van de leerlingen
van de betreffende klas de op naam gestelde kaart heeft geactiveerd via de website van de CJP.
c. Vervallen van tegoeden
De per klas toegewezen tegoeden van Cultuurkaarten vervallen automatisch op de volgende momenten:
-
− op 30 september, voor zover het gaat om klassikaal te besteden tegoeden;
-
− op 31 oktober, voor zover het gaat om individueel te besteden tegoeden.
Tegoeden kunnen daarnaast ook automatisch komen te vervallen, doordat niet op tijd wordt overgegaan tot activatie, dus vóór
1 april en door ten minste 66 procent van de leerlingen van de klas. Dit laatste aspect is nieuw ten opzichte van eerdere
jaren waarin de Cultuurkaarten werden verstrekt, en is ingegeven door de wens om gedurende het begrotingsjaar tijdig een duidelijk
beeld te hebben van de bestedingsgraad van de Cultuurkaarten.
3. Administratieve lasten en uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid
Omdat deze regeling aansluit bij de reeds bestaande praktijk leidt zij niet tot een verhoging van de administratieve lasten.
Om dezelfde reden zijn er ook geen gevolgen voor de uitvoerbaarheid en de handhaafbaarheid.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
H. Zijlstra.