Regeling van de directeur externe relaties van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie van 4 november 2011, houdende verlening van ondermandaat aan de afdelingshoofden

De directeur externe relaties van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 3 van de Mandaatregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie, artikel 1, onder a, van de Mandaatregeling DG’s, NCTb en plv. SG Justitie 2005, artikel 1.e van de Mandaatregeling DGRR Veiligheid en Justitie, artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, de Ondermandaatregeling algemeen directeur Nederlands Forensisch Instituut, alsmede de artikelen 10:3, 10:9, eerste lid, en 10:12 Algemene wet bestuursrecht:

Besluit:

Artikel 1

Van het ingevolge artikel 1 van de Ondermandaatregeling algemeen directeur Nederlands Forensisch Instituut aan de directeur externe relaties van het Nederlands Forensisch Instituut verleende ondermandaat, wordt ondermandaat verleend aan alle afdelingshoofden ten aanzien van de personeelsaangelegenheden betreffende plaatsvervangend afdelingshoofden, teamleiders en medewerkers van de rechtstreeks onder hen ressorterende afdelingen, met inachtneming van de bepalingen conform het Algemeen Rijksambtenarenreglement (ARAR) en het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 (BBRA 1984) en voor zover in deze regeling niet afwijkend vastgelegd. De namen van de afdelingen en de desbetreffende afdelingshoofden zijn opgenomen in het te raadplegen Mandaatregister Nederlands Forensisch Instituut.

Artikel 2

Aan de directeur externe relaties blijft in afwijking van artikel 1 voorbehouden:

  • a. het aanstellen van afdelingshoofden;

  • b. de bevoegdheid tot het nemen van besluiten op basis van artikel 69 ARAR, voor zover de schadeloosstelling betrekking heeft op materiële schade boven een bedrag van € 5.000,–.

Artikel 3

De in artikel 1 genoemde afdelingshoofden worden ieder voor zich aangewezen als hoofd van dienst in de zin van artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van het ARAR ten aanzien van plaatsvervangend hoofden, teamleiders en medewerkers van de rechtstreeks onder hen ressorterende afdelingen.

Artikel 4

Van het ingevolge artikel 3 van de Ondermandaatregeling algemeen directeur Nederlands Forensisch Instituut aan de directeur externe relaties verleende ondermandaat, wordt ondermandaat verleend aan de afdelingshoofden, zoals genoemd in artikel 1, ten aanzien van het verrichten en goedkeuren van (financiële) beheershandelingen tot een bedrag van

€ 100.000,- exclusief BTW.

Artikel 5

  • 1. De in artikel 1 bedoelde afdelingshoofden zijn bevoegd om namens de algemeen directeur:

    • a. besluiten te nemen, stukken af te doen, uitgaande brieven te tekenen ten aanzien van alle aangelegenheden, voortvloeiend uit hun taak c.q. waartoe anderszins aan hun de bevoegdheid is verleend.

    • b. privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten, voor zover het rechtshandelingen betreft die voortvloeien uit hun taak c.q. waartoe anderszins aan hun de bevoegdheid is verleend.

    • c. alle overige handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

  • 2. In afwijking van het eerste lid blijft aan de directeur externe relaties voorbehouden, de afhandeling van klachten ingevolge hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 6

De Ondermandaatregeling directeur externe relaties Nederlands Forensisich Instituut 9 mei 2011 wordt ingetrokken.

Artikel 7

Deze regeling treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2011 na publicatie in de Staatscourant.

Artikel 8

Deze reling wordt aangehaald als: ‘Ondermandaatregeling directeur externe relaties Nederlands Forensisch Instituut 4 november 2011’. Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en tevens worden gedeponeerd in het handelsregister van de Kamer van Koophandel.

Den Haag, 4 november 2011

De directeur externe relaties van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie,

A.C. Möhring.

TOELICHTING

In aansluiting op de Mandaatregeling DGRR Veiligheid en Justitie en de Mandaatregeling algemeen directeur Nederlands Forensisch Instituut 4 november 2011 voorziet deze mandaatregeling in het nodige ondermandaat door de directeur externe relaties aan afdelingshoofden. Op basis van de Mandaatregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie kan telkens één niveau lager worden doorgemandateerd. In artikel 2.a is de bevoegdheid tot het aanstellen van afdelingshoofden voorbehouden aan de directeur externe relaties. De afdelingshoofden zijn bevoegd tot het aanstellen van hun plaatsvervanger; dit laat onverlet dat over voorgenomen aanstellingen afstemming met de directie plaatsvindt.

Ingevolge artikel 7 van de Mandaatregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie heeft deze regeling ook betrekking op de doorgifte van de bevoegdheid om privaatrechtelijke rechtshandelingen en andere handelingen (volmacht en machtiging) te verrichten. Indien en voor zover nodig worden nadere volmachten/machtigingen opgesteld, op basis van deze regeling.

Voor een nadere toelichting op de algemene aspecten van deze regeling wordt verwezen naar de toelichting op de Mandaatregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie.

De directeur externe relaties van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie,

A.C. Möhring.

Naar boven