Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 29 november 2011, nr. IENM/BSK-2011/161440 tot wijziging van de Regeling bodemkwaliteit (actualisering verwijzingen normdocumenten en technische aanpassingen)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

Gelet op artikel 11.2, zesde lid, van de Wet milieubeheer en de artikelen 1, 9, tweede lid, 11, vierde lid, 17, eerste en tweede lid, 26, eerste en tweede lid, 28, eerste, tweede en vierde lid, 30, eerste lid, 31, tweede lid, 32, vierde lid, 34, eerste lid, 37, tweede lid, 38, eerste, derde, vierde en vijfde lid, 39, 40, eerste lid, 41, 42, vijfde en zesde lid, 46, tweede lid, 47, 55, tweede en derde lid, 57, eerste lid, 58, eerste lid, 59, eerste lid, 60, eerste lid, 63, eerste, tweede en derde lid, en 64, eerste en tweede lid, van het Besluit bodemkwaliteit;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling bodemkwaliteit wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1.1 worden aan het slot, onder vervanging van de punt aan het slot door een puntkomma, de volgende begripsomschrijvingen ingevoegd:

zoet oppervlaktewaterlichaam:

oppervlaktewaterlichaam, niet zijnde een zout oppervlaktewaterlichaam;

zout oppervlaktewaterlichaam:

Zeeuwse Delta, Waddenzee of Noordzee, inclusief de havens die hiermee in open verbinding staan en die geen open verbinding hebben met hun achterland.

B

In artikel 4.2.1, vierde lid, onderdeel b, wordt ‘oppervlaktewaterlichaam dat zoet water bevat’ vervangen door: zoet oppervlaktewaterlichaam.

C

In artikel 4.2.2, tweede lid, wordt ‘oppervlaktewaterlichaam dat zout water bevat’ vervangen door: zout oppervlaktewaterlichaam.

D

In artikel 4.8.3 wordt ‘ in de Noordzee langs de Noordzeekust,’ vervangen door ‘de Noordzee’ en wordt ‘oppervlaktewaterlichaam dat zout water bevat’ vervangen door: zout oppervlaktewaterlichaam.

E

Artikel 4.11.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De tabellen 1 en 2 van bijlage B bevatten de maximale waarden voor:

    • a. het verspreiden van baggerspecie over het aangrenzende perceel,

    • b. het verspreiden van baggerspecie in een zoet oppervlaktewaterlichaam;

    • c. het verspreiden van baggerspecie in een zout oppervlaktewaterlichaam, en

    • d. het tijdelijk opslaan van baggerspecie op percelen gelegen naast de watergang waaruit de baggerspecie afkomstig is.

F

Aan artikel 4.12.1 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Artikel 4.2.1, eerste en derde lid, is van toepassing.

G

In artikel 5.1.9, veertiende lid, wordt ‘Tot en met 31 december 2011’ vervangen door: Tot 1 juli 2013.

H

Bijlage C, behorende bij hoofdstuk 2 komt als volgt te luiden:

BIJLAGE C, BEHORENDE BIJ HOOFDSTUK 2

Werkzaamheden waarvoor personen en instellingen moeten beschikken over een erkenning en de daarbij behorende normdocumenten.

Categorie

Werkzaamheden

Normdocumenten

   

Certificatie- en accreditatierichtlijnen

Onderdelen

1

Aanleg van bodembeschermende voorzieningen, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a

BRL 2319, Nationale Beoordelingsrichtlijn voor het KOMO procescertificaat voor Aanleg vloeistofdichte voorzieningen met prefab verhardingselementen van beton, versie van 1 september 2000, met wijzigingsblad van 17 juli 2009.

 
   

BRL 2362, Nationale Beoordelingsrichtlijn voor het KOMO procescertificaat voor Aanleg vloeistofdichte voorzieningen in ter plaatse gestort beton, versie van 1 september 1998, met wijzigingsblad van 17 juli 2009.

 
   

BRL 2371, Nationale Beoordelingsrichtlijn voor het KOMO procescertificaat voor Vloeistofdicht maken van draagvloeren van beton, versie van 1 april 1998, met wijzigingsblad van 17 juli 2009.

 
   

BRL 2372, Nationale Beoordelingsrichtlijn voor het KOMO procescertificaat voor Aanleg vloeistofdichte voorzieningen in asfalt, versie van 3 december 2003, met wijzigingsblad van 19 augustus 2009.

 
   

BRL K908/02, Beoordelingsrichtlijn voor aanleg van kunststof geomembraanbaksystemen, Kiwa N.V. Certificatie en Keuringen, versie van 1 september 2004.

 
       

2

Afgeven van kwaliteitsverklaringen, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b

BRL 0203 Vrijdragende systeemvloeren van vooraf vervaardigd constructief beton, versie van 1 juni 2006, met wijzigingsblad van 22 juni 2008.

BRL 1004 Kalkzandsteen, versie van 26 augustus 2002, met wijzigingsblad van 20 oktober 2008.

 
   

BRL 1005 Lijmmortels voor baksteen, kalkzandsteen, betonsteen en cellenbeton, versie van 5 juli 1999, met wijzigingsblad van 18 maart 2004.

 
   

BRL 1007 Metselbaksteen, versie van 10 maart 2010.

 
   

BRL 1008 Dragende binnen- en buitenwanden, versie van 16 december 2003, met wijzigingsblad van 1 april 2006.

 
   

BRL 1010 Drooggeperste keramische wand- en vloertegels, versie van 7 augustus 2008.

 
   

BRL 1103 Daken en gevels met geprofileerde vezelcementplaten, versie van 6 oktober 2005, met wijzigingsblad van 14 november 2008.

 
   

BRL 1104 Bedrijfsvloerplaten van constructief beton, versie van 10 november 2008.

 
   

BRL 1105 Cementgebonden houtspaanplaat, versie van 1 februari 2006, met wijzigingsblad van 15 juni 2009.

 
   

BRL 1328 Buitengevelisolatiesystemen met gepleisterde afwerking, versie van 14 november 2004, met wijzigingsblad van 12 april 2010.

 
   

BRL 1510 Keramische dakpannen, versie van 1 mei 2000, met wijzigingsblad van 18 december 2008.

 
   

BRL 1511/2 Baanvormige dakbedekkingssystemen en dakbanen deel 2: Specifieke bepalingen voor gewapende dakbanen op basis van (gemodificeerd) bitumen, versie van 1 september 2005, met wijzigingsblad van 15 september 2008.

 
   

BRL 1511/ 3 Baanvormige dakbedekkingssystemen en dakbanen deel 3: Specifieke bepalingen voor dakbanen op basis van gewapende kunststof/bitumen compounds, versie van 22 december 2005, met wijzigingsblad van 15 september 2008.

 
   

BRL 1712 Holle palen van staalvezelbeton, versie van 10 november 2008.

 
   

BRL 1721 Betonnen oplangers, versie van 10 november 2008.

 
   

BRL 1801 Betonmortel (stationaire- en mobiele betoncentrales), versie van 30 november 2006, met wijzigingsblad van 20 februari 2008.

 
   

BRL 1904 Droge cementgebonden mortels, versie van 30 november 2006, met wijzigingsblad van 3 februari 2008.

 
   

BRL 1905 Mortels voor metselwerk, versie van 17 januari 2011.

 
   

BRL 2307 AVI-bodemas voor ongebonden toepassing op of in de bodem, in grond- of wegenbouwkundige werken, versie van 27 mei 2008.

 
   

BRL 2310 Groot formaat betontegels, versie van 1 december 1995, met wijzigingsblad van 1 mei 2000.

 
   

BRL 2312 Betonstraatstenen, versie van 1 januari 2005, met wijzigingsblad van 15 december 2008.

 
   

BRL 2313 Betontegels, versie van 1 januari 2005, met wijzigingsblad van 15 december 2008.

 
   

BRL 2314 Betonbanden, versie van 1 januari 2005, met wijzigingsblad van 15 december 2008.

 
   

BRL 2315 Dakterrastegels, versie van 1 september 2006, met wijzigingsblad van 15 december 2008.

 
   

BRL 2316 Prefab verhardingselementen van beton die vloeistofdicht zijn voor motorbrandstoffen en smeermiddelen, versie van 1 december 2006, met wijzigingsblad van 15 december 2008.

 
   

BRL 2340 Bouwblokken en -stenen van beton voor ‘vuil metselwerk’, versie van 1 april 2006, met wijzigingsblad van 15 december 2008.

 
   

BRL 2352 Betonnen heipalen, versie van 10 november 2008.

 
   

BRL 2360 Straatbaksteen, versie van 15 augustus 2008.

 
   

BRL 2368 Niet constructieve betonproducten, versie van 7 juli 2003, met wijzigingsblad van 26 juni 2008.

 
   

BRL 2505 Poederkoolvliegas voor gebruik in mortel en beton, versie van 3 maart 2006, met wijzigingsblad van 18 april 2008.

 
   

BRL 2506 Recyclinggranulaten voor toepassing in de beton, wegenbouw, grondbouw en werken, versie van 25 maart 2008, met wijzigingsblad van 12 november 2010.

 
   

BRL 2811 Ferrocement producten, versie van 1 september 2004, met wijzigingsblad van 26 juni 2008.

 
   

BRL 2812 Agrarische Betonproducten, versie van 20 januari 2009.

 
   

BRL 2813 Bouwelementen van beton, versie van 1 juni 2006, met wijzigingsblad van 26 juni 2008.

 
   

BRL 2817 Cementgebonden afstandhouders, versie van 1 januari 2002, met wijzigingsblad van 26 juni 2008.

 
   

BRL 4101/9 Deel 9: Vlakke vezelcementplaten voor gevelbekleding, versie van 1 juli 2006, met wijzigingsblad van 22 juli 2008.

 
   

BRL 4705 Betonnen dakpannen, versie van 15 februari 1995, met wijzigingsblad van 15 december 2008.

 
   

BRL 5063 Hoge sterkte beton, versie van 1 januari 1996.

 
   

BRL 5068 Cellenbeton voor toepassing in buitenwanden (type B-wanden) in bouwwerken, versie van 5 juli 1999, met wijzigingsblad van 11 november 2008.

 
   

BRL 5070 Vooraf vervaardigde elementen van beton, versie van 31 maart 2008.

 
   

BRL 5071 Elementen van vezelcement, versie van 24 april 2008.

 
   

BRL 5075 Cementbetonverhardingen geproduceerd met in mobiele installaties vervaardigde betonspecie, versie van 1 januari 2009.

 
   

BRL 5076 Elementen van polymeerbeton in contact met regenwater, grondwater en oppervlaktewater, versie van 15 mei 2008.

 
   

BRL 5211 Elementen voor lijnafwatering, versie van 1 januari 2009

 
   

BRL 52230 Keramische buizen voor riolering, versie van 22 oktober 2008.

 
   

BRL 5230 Voorgespannen betonbuizen voor het transport van afvalwater, versie van 1 september 2007, met wijzigingsblad van 13 juni 2008.

 
   

BRL 5231 Buizen en hulpstukken van gewapend beton met plaatstalen kern voor het transport van afvalwater, versie van 1 september 2007, met wijzigingsblad van 13 juni 2008.

 
   

BRL 5251 Betonnen olie-afscheiders en slibvangputten, versie van 29 september 2005, met wijzigingsblad van 13 juni 2008.

 
   

BRL 5252 Betonnen vetafscheiders en slibvangputten, versie van 29 september 2005, met wijzigingsblad van 13 juni 2008.

 
   

BRL 9080 Zetsteen van beton, versie van 11 november 1997, met wijzigingsblad van 15 december 2008.

 
   

BRL 9201 Ronde buizen van ongewapend, gewapend en staalvezelbeton, versie van 1 september 2004, met wijzigingsblad van 13 juni 2008.

 
   

BRL 9202 Putten van ongewapend, gewapend en staalvezelbeton, versie van 1 september 2004, met wijzigingsblad van 13 juni 2008.

 
   

BRL 9203 Afdekkingen voor putten en kolken, versie van 1 februari1996, met wijzigingsblad van 13 juni 2008.

 
   

BRL 9204 Kolken samengesteld uit beton en gietijzer, versie van 1 februari 1996, met wijzigingsblad van 13 juni 2008.

 
   

BRL 9205 Duikerelementen van gewapende beton, versie van 1 juli 1995, met wijzigingsblad van 26 juni 2008.

 
   

BRL 9209 Eivormige buizen van ongewapend beton, versie van 1 september 2004, met wijzigingsblad van 13 juni 2008.

 
   

BRL 9210 Druppelbuizen, versie van 1 juli 2000.

 
   

BRL 9301 Mijnsteen voor GWW-werken, versie van 2 november 2009.

 
   

BRL 9302 E-bodemas voor ongebonden toepassing op of in de bodem in grond- en wegenbouwkundige werken, versie van 10 juli 2008.

 
   

BRL 9304 Fosforslak en fosforslakmengsel voor toepassing in GWW-werken, versie van 18 april 2008

 
   

BRL 9305 Hoogovenslakmengsel voor toepassing in GWW-werken, versie van 18 april 2008.

 
   

BRL 9310 LD-mengsels voor toepassing in de wegenbouw en LD-staalslakken voor toepassing in GWW werken, versie van 18 april 2008.

 
   

BRL 9311 Gerecycled grind voor toepassing op daken, in ongebonden lagen in civiele werken en als toeslagmateriaal voor asfalt, versie van 16 april 2008.

 
   

BRL 9312 Waterbouwsteen voor toepassing in de GWW, versie van 10 juli 2008.

 
   

BRL 9313 Zand uit dynamische wingebieden, versie van 1 januari 2009.

 
   

BRL 9315 De milieuhygiënische kwaliteit van geëxpandeerde kleikorrels voor ongebonden toepassing in werken, versie van 25 maart 2008.

 
   

BRL 9316 Flugsand voor GWW-werken, versie van 15 januari 2009.

 
   

BRL 9317 Lava voor GWW-werken, versie van 15 januari 2009.

 
   

BRL 9319 De milieuhygiënische kwaliteit van drinkwaterreststoffen voor toepassing in grondwerken, versie van 31 augustus 2009.

 
   

BRL 9320 Bitumineus gebonden mengsels, versie van 24 april 2009.

 
   

BRL 9321 Milieuhygiënische kwaliteit van industriezand en -grind, versie van 8 februari 2008, met wijzigingsblad van 9 juli 2008.

 
   

BRL 9322 Cementgebonden minerale reststoffen als gebonden fundering in de GWW, versie van 2 april 2009.

 
   

BRL 9324 Steenslag in ongebonden toepassing, versie van 8 februari 2008, met wijzigingsblad van 9 juli 2008.

 
   

BRL 9326 Schelpen, versie van 1 januari 2009.

 
   

BRL 9327 Milieuhygiënische kwaliteit van bitumineuze afdichtingsmaterialen voor toepassing in waterkerende en waterafdichtingssystemen, versie van 15 september 2008.

BRL 9328 ELO-staalslak voor toepassing in de wegenbouw en kust- en oeverwerken, versie van 24 april 2008.

 
   

BRL 9329 KSP-granulaat in GWW-werken als drainage materiaal en KSP-granulaat in GWW-werken als zand in aanvulling of verhoging, versie van 22 december 2003.

 
   

BRL 9333 Steenachtige producten afkomstig van scheidingsinstallaties voor boorspoeling, versie van 29 januari 2002, met wijzigingsblad van 19 juni 2002.

 
   

BRL 9335 Grond, versie van 17 december 2008, met wijzigingsblad van 17 juni 2010 en de bijbehorende SIKB protocollen 9335-1 en 9335-2, versies van 25 juni 2008 en 9335-4, versie van 17 december 2008.

 
   

BRL 9336 Milieuhygiënische kwaliteit van E-Vliegas in ongebonden toepassing, versie van 8 februari 2008, met wijzigingsblad van 9 juli 2008.

 
   

BRL 9337 De milieuhygiënische kwaliteit van polymeergebonden steenslag voor toepassing in GWW-werken, versie van 2 november 2009.

 
   

BRL 9338 Betonmortel en andere cementgebonden mortels, versie van 4 november 2009.

 
       

3

Analyse van bouwstoffen, grond of baggerspecie, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c

NEN-EN-ISO/IEC 17025 Algemene eisen voor de bekwaamheid van beproevings- en kalibratielaboratoria, versie van 2005 +C1:2007.

AP 04-A, Accreditatieprogramma voor keuring van partijen grond, bouwstoffen en korrelvormige afvalstoffen, onderdeel Algemeen, versie 6.2, vastgesteld op 5 oktober 2011. Tot 1 januari 2013 is het toegestaan om versie 5, vastgesteld op 1 oktober 2008, toe te passen.

 
   

AP 04-V, Accreditatieprogramma voor keuring van partijen grond, bouwstoffen en korrelvormige afvalstoffen, onderdeel Monstervoorbehandeling, versie 7.1, vastgesteld op 5 oktober 2011. Tot 1 januari 2013 is het toegestaan om versie 6, vastgesteld op 1 oktober 2008, toe te passen.

 
   

AP 04-SG, Accreditatieprogramma voor keuring van partijen grond, bouwstoffen en korrelvormige afvalstoffen, onderdeel Samenstelling grond, versie 9.3, vastgesteld op 5 oktober 2011. Tot 1 januari 2013 is het toegestaan om versie 8, vastgesteld op 1 oktober 2008, toe te passen.

Pakket SG1.

Pakket SG2.

Pakket SG3.

Pakket SG4.

Pakket SG5.

Pakket SG6.

Pakket SG7.

Pakket SG8.

   

AP 04-SB, Accreditatieprogramma voor keuring van partijen grond, bouwstoffen en korrelvormige afvalstoffen, onderdeel Samenstelling bouwstoffen (niet zijnde grond en afvalstoffen), versie 6.3, vastgesteld op 5 oktober 2011. Tot 1 januari 2013 is het toegestaan om versie 5, vastgesteld op 1 oktober 2008, toe te passen.

Pakket SB1.

Pakket SB2.

Pakket SB3.

Pakket SB4.

Pakket SB5.

   

AP 04-U, Accreditatieprogramma voor keuring van partijen grond, bouwstoffen en korrelvormige afvalstoffen, onderdeel Uitloogonderzoek, versie 6.2, vastgesteld op 5 oktober 2011. Tot 1 januari 2013 is het toegestaan om versie 5, vastgesteld op 1 oktober 2008, toe te passen.

Pakket U1.

Pakket U2.

Pakket U3.

   

AP 04-E, Accreditatieprogramma voor keuring van partijen grond, bouwstoffen en korrelvormige afvalstoffen, onderdeel Analyse van eluaten, versie 6.2, vastgesteld op 5 oktober 2011. Tot 1 januari 2013 is het toegestaan om versie 5, vastgesteld op 1 oktober 2008, toe te passen.

 
       

4

Analyse voor milieuhygiënisch bodemonderzoek, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d

NEN-EN-ISO/IEC 17025 Algemene eisen voor de bekwaamheid van beproevings- en kalibratielaboratoria, versie van 2005 +C1:2007.

 
   

AS SIKB 3000, Accreditatieschema Laboratoriumanalyses voor grond-, waterbodem- en grondwateronderzoek, versie 4.3, vastgesteld op 5 oktober 2011. Tot 1 januari 2013 is het toegestaan om versie 3, vastgesteld op 1 oktober 2008, toe te passen.

Protocol 3001, Conserveringsmethoden en conserveringstermijnen voor milieumonsters, versie 3, vastgesteld op 3 september 2009.

     

Protocollen 3010 t/m 3090, Laboratoriumanalyses voor grond-, waterbodem- en grondwateronderzoek, versie 5, vastgesteld op 10 februari 2011. Tot 1 januari 2013 is het toegestaan om versie 4, vastgesteld op 1 oktober 2008, toe te passen.

     

Protocollen 3110 t/m 3190, Laboratoriumanalyses voor grond-, waterbodem- en grondwateronderzoek, versie 4, vastgesteld op 10 februari 2011. Tot 1 januari 2013 is het toegestaan om versie 3, vastgesteld op 1 oktober 2008, toe te passen.

     

Protocollen 3210 t/m 3290, Laboratoriumanalyses voor grond-, waterbodem- en grondwateronderzoek, versie 2, vastgesteld op 10 februari 2011. Tot 1 januari 2013 is het toegestaan om versie 1, vastgesteld op 25 juni 2008, toe te passen.

       

5

Bewerking van verontreinigde grond of baggerspecie, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e

BRL SIKB 7500, Beoordelingsrichtlijn Bewerken van verontreinigde grond en baggerspecie, versie 3.1, vastgesteld op 17 juni 2010.

Protocol 7510, Procesmatige ex situ reiniging van grond en baggerspecie, versie 3.1, vastgesteld op 17 juni 2010.

     

SIKB-protocol 7511, Landfarming, ontwatering, rijping en zandscheiding van baggerspecie, versie 3.0, vastgesteld op 1 oktober 2008.

       

6

Certificering van personen, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f

NEN-EN-ISO/IEC 17024:2003 en een of meerdere normdocumenten die zijn opgenomen in deze tabel met uitzondering van de normdocumenten die zijn opgenomen bij categorie 2.

 
       

7

Periodieke inspectie van bodembeschermende voorzieningen, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g

Met ingang van 1 juli 2012:

AS SIKB 6700 -Inspectie bodembeschermende voorzieningen, versie 1.0, vastgesteld op 1 juni 2011.

Tot 1 juli 2013 is het toegestaan NEN-EN-ISO/IEC 17020 CUR/PBV-Aanbeveling 44, Beoordeling vloeistofdichtheid van vloeistofdichte voorzieningen, vierde uitgave, 2005, met wijzigingsblad van 13 mei 2009, toe te passen.

Met ingang van 1 juli 2012:

Protocol 6701 – Visuele inspectie vloeistofdichtheid, versie 1.0, vastgesteld op 1 juni 2011

Met ingang van 1 juli 2012:

Protocol 6702 – Geo-elektrische meting vloeistofdichtheid, versie 1.0, vastgesteld op 1 juni 2011

Met ingang van 1 juli 2012:

Protocol 6703 – Hydrologische meting vloeistofdichtheid, versie 1.0, vastgesteld op 1 juni 2011

Met ingang van 1 juli 2012:

Protocol 6704 – Meten vloeistofdichtheid met luchttestsysteem, versie 1.0, vastgesteld op 1 juni 2011.

Inspectie van vloer, wand en verharding. Inspectie van bedrijfsrioleringen. Inspectie van geomembraanbaksystemen.

       

8

Milieukundige begeleiding, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h

   
       
 

Onderdelen:

   
 

– Verificatie

BRL SIKB 6000, Beoordelingsrichtlijn Milieukundige begeleiding van (water-)bodemsanering en nazorg, versie 3.1, vastgesteld op 10 februari 2011. Tot 1 maart 2012 is het toegestaan om versie 3.0, vastgesteld op 16 april 2009, toe te passen.

VKB-protocol 6001, Milieukundige begeleiding van landbodemsanering met conventionele methoden, versie 3.0, vastgesteld op 16 april 2009.

VKB-protocol 6002, Milieukundige begeleiding van landbodemsanering met in situ methoden, versie 3.0, vastgesteld op 16 april 2009.

Protocol 6003, Milieukundige begeleiding van waterbodemsanering, versie 3.1, vastgesteld op 10 februari 2011. Tot 1 maart 2012 is het toegestaan om versie 3.0, vastgesteld op 25 juni 2008, toe te passen.

       
     

VKB-protocol 6004, Milieukundige begeleiding van nazorg, versie 3.0, vastgesteld op 16 april 2009.

       
 

– Processturing

Hetzelfde document als bij onderdeel verificatie

Dezelfde documenten als bij onderdeel verificatie

   

of

of

   

BRL SIKB 7000- Uitvoering van (water)bodemsaneringen en ingrepen in de waterbodem, versie 4.2, vastgesteld op 16 juni 2011. Tot 1 januari 2013 is het toegestaan versie 4.1, vastgesteld op 6 december 2007, toe te passen.

Protocol 7002 – Uitvoering van landbodemsaneringen met in situ methoden, versie 2.2, vastgesteld op 16 juni 2011. Tot 1 januari 2013 is het toegestaan om versie 2.1, vastgesteld op 6 december 2007, toe te passen.

       

9

Monsterneming bij partijkeuringen, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i

BRL SIKB 1000, Beoordelingsrichtlijn Monsterneming voor partijkeuringen, versie 8.0, vastgesteld op 17 juni 2009.

of

AS SIKB 1000, Accreditatieschema Monsterneming voor partijkeuringen, versie 1.1, vastgesteld op 4 maart 2010.

Protocol 1001, Monsterneming voor partijkeuringen grond en baggerspecie, versie 2.0, vastgesteld op 17 juni 2009

Protocol 1002, Monsterneming voor partijkeuringen niet-vormgegeven bouwstoffen, versie 2.0, vastgesteld op 17 juni 2009.

Protocol 1003, Monsterneming voor partijkeuringen vormgegeven bouwstoffen, versie 2.0, vastgesteld op 17 juni 2009.

       

10

Produceren van bouwstoffen, grond of baggerspecie, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder j

De normdocumenten die bij categorie 2 zijn opgenomen.

 
       

11

Uitvoering van een sanering van de bodem, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder k

BRL SIKB 7000 – Uitvoering van (water)bodemsaneringen en ingrepen in de waterbodem, versie 4.2, vastgesteld op 16 juni 2011. Tot 1 januari 2013 is het toegestaan versie 4.1, vastgesteld op 6 december 2007 toe te passen.

Protocol 7001 – Uitvoering van landbodemsanering met conventionele methoden, versie 4.1, vastgesteld op 16 juni 2011. Tot 1 januari 2013 is het toegestaan om versie 4.0, vastgesteld op 13 maart 2007, toe te passen.

Protocol 7002 – Uitvoering van landbodemsaneringen met in situ methoden, versie 2.2, vastgesteld op 16 juni 2011. Tot 1 januari 2013 is het toegestaan om versie 2.1, vastgesteld op 6 december 2007, toe te passen.

Protocol 7003 – Uitvoering van waterbodemsaneringen en ingrepen in de waterbodem, versie 3.1, vastgesteld op 16 juni 2011. Tot 1 januari 2013 is het toegestaan om versie 3.0, vastgesteld op 25 juni 2008, toe te passen.

Protocol 7004 – Tijdelijk uitplaatsen van grond, versie 1.0, vastgesteld op 16 juni 2011.

       

12

Veldwerk, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder l

BRL SIKB 2000, Beoordelingsrichtlijn Veldwerk bij milieuhygiënisch bodem- en waterbodemonderzoek en mechanisch boren, versie 3.2a, vastgesteld op 13 maart 2007.

of

AS SIKB 2000, Accreditatieschema Veldwerk bij Milieuhygiënisch Bodem- en waterbodemonderzoek, versie 2.1, vastgesteld op 17 december 2009. Tot 1 januari 2013 is het toegestaan om versie 1.0, vastgesteld op 13 maart 2007 toe te passen.

VKB-protocol 2001, Plaatsen van handboringen en peilbuizen, maken van boorbeschrijvingen, nemen van grondmonsters en water passen, versie 3.1, vastgesteld op 13 maart 2007.

VKB-protocol 2002, Het nemen van grondwatermonsters, versie 3.2, vastgesteld op 13 maart 2007.

VKB-protocol 2003, Veldwerk bij milieuhygiënisch waterbodemonderzoek, versie 1.0, vastgesteld op 13 februari 2008.

VKB-protocol 2018, Locatie inspectie en monsterneming van asbest in bodem, versie 3, vastgesteld op 10 mei 2007.

       

13

Verwijderen, onklaar maken en installeren ondergrondse opslagtanks, leidingen en appendages, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder m

BRL-K903/07, Beoordelingsrichtlijn voor het Kiwa procescertificaat voor de Regeling Erkenning Installateurs Tankinstallaties, versie van 8 december 2006.

Uitvoeren, installeren en repareren ondergrondse opslagtanks.

Uitvoeren bodemweerstandsmeting. Aanbrengen en herstellen van kathodische bescherming.

   

BRL-K902/03, Beoordelingsrichtlijn voor tanksanering HBO/diesel, Kiwa N.V. Certificatie en Keuringen, versie van maart 1999.

BRL K904/02, Beoordelingsrichtlijn voor tanksaneringen, Kiwa N.V. Certificatie en Keuringen, versie van november 1999.

Verwijderen en onklaar maken van een ondergrondse opslagtank en vullen met inerte vulmassa.

   

BRL K905/02, Beoordelingsrichtlijn voor tankreiniging, Kiwa N.V. Certificatie en Keuringen, versie van november 1999.

Inwendige reiniging van een ondergrondse opslagtank

       

14

Beoordeling en keuring van ondergrondse opslagtanks, leidingen en appendages en daarbij behorende voorzieningen, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder n

Met ingang van 1 juli 2012:

AS SIKB 6800, – Controle en herkeuring tank(opslag)installaties, versie 1.0, vastgesteld op 28 september 2011.

Tot 1 juli 2013 is het toegestaan KC 102/03, Keuringscriteria voor de periodieke controle op de aanwezigheid van water/bezinksel in stalen opslagtanks, Kiwa N.V. Certificatie en Keuringen, versie mei 2003, toe te passen.

Met ingang van 1 juli 2012:

Protocol 6801 – Kathodische bescherming, versie 1.0, vastgesteld op 28 september 2011

Met ingang van 1 juli 2012:

Protocol 6802 – WBM-controle, versie 1.0, vaststeld op 28 september 2011

Met ingang van 1 juli 2012:

Protocol 6803 – Aarding en potentiaalvereffening, versie 1.0, vastgesteld op 28 september 2011

Met ingang van 1 juli 2012:

Protocol 6810 – Herkeuring tank (opslag) installaties, versie 1.0, vastgesteld op 28 september 2011.

Controle op water en bezinksel en elektrische geleidbaarheid en zuurgraad beoordelen

   

Tot 1 juli 2013 is het toegestaan KC 103/02, keuringscriteria voor de controle van ondergrondse uitwendige bekledingen op stalen tanks en leidingen middels een stroomopdrukproef, Kiwa N.V. Certificatie en Keuringen, versie oktober 2003, toe te passen.

Uitvoeren van een stroomopdrukproef

   

Tot 1 juli 2013 is het toegestaan KC 104/03, Keuringscriteria voor de dichtheidsbeproeving van ondergrondse drukloze tank (opslag)installaties (kunststof en staal), Kiwa N.V. Certificatie en Keuringen, versie mei 2003, toe te passen.

Ondergrondse opslagtank op dichtheid controleren

   

Tot 1 juli 2013 is het toegestaan KC 105/03, Keuringscriteria voor de inwendige inspectie van ondergrondse tanks, Kiwa N.V. Certificatie en Keuringen, versie mei 2003, toe te passen.

Inwendige beoordeling ondergrondse opslagtank

   

Tot 1 juli 2013 is het toegestaan KC 106/03, Keuringscriteria voor (her)keuring van ondergrondse drukloze tank(opslag)installaties (kunststof en staal), Kiwa N.V. Certificatie en Keuringen, versie mei 2003, toe te passen.

Keuring ondergrondse opslagtanks

   

Tot 1 juli 2013 is het toegestaan AP 08, Accreditatieprogramma met instructies voor de uitvoering van de controle op de werking van de kathodische bescherming, uitgave oktober 2000, toe te passen.

Controle van kathodische bescherming

       

15

Samenvoegen van verschillende partijen grond of baggerspecie, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder s.

BRL 9335 Grond, versie van 17 december 2008, met wijzigingsblad van 17 juni 2010.

SIKB protocol 9335-1, versie van 25 juni 2008.

SIKB protocol 9335-2, versie van 25 juni 2008.

SIKB protocol 9335-4, versie van 17 december 2008.

   

of

 
   

BRL SIKB 7500, Beoordelingsrichtlijn Bewerken van verontreinigde grond en baggerspecie, versie 3.1, vastgesteld op 17 juni 2010

Protocol 7510, Procesmatige ex situ reiniging van grond en baggerspecie, versie 3.1, vastgesteld op 17 juni 2010.

     

SIKB-protocol 7511, Landfarming, ontwatering, rijping en zandscheiding van baggerspecie, versie 3.0, vastgesteld op 1 oktober 2008.

       

16

Mechanisch uitgevoerde boringen in de bodem, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder t.

BRL SIKB 2100, Beoordelingsrichtlijn Mechanisch boren, versie 2.0, vastgesteld op 16 juni 2011. Tot 1 januari 2013 is het toegestaan om versie 1.0, vastgesteld op 17 juni 2010, toe te passen.

Protocol 2101, Mechanisch boren, versie 2.0, vastgesteld op 16 juni 2011. Tot 1 januari 2013 is het toegestaan om versie 1.0, vastgesteld op 17 juni 2010, toe te passen.

I

In bijlage D wordt de tekst bij het 17e gedachtestreepje beginnend met ‘NEN 7300’ tot en met de tekst bij het 20ste gedachtestreepje vervangen door:

  • NEN 7300 Ontw., Uitloogkarakteristieken van vaste grond- en steenachtige bouwmaterialen en afvalstoffen – Monsterneming – Algemene aanwijzingen, november 1999

  • NVN 7301 Ontw., Uitloogkarakteristieken van vaste grond- en steenachtige bouwmaterialen en afvalstoffen – Monsterneming – Monsterneming van korrelvormige materialen uit materiaalstromen, november 1999

  • NVN 7302 Ontw., Uitloogkarakteristieken van vaste grond- en steenachtige bouwmaterialen en afvalstoffen – Monsterneming – Monsterneming van korrelvormige materialen uit statische partijen, november 1999

  • NVN 7303 Ontw., Uitloogkarakteristieken van vaste grond- en steenachtige bouwmaterialen en afvalstoffen – Monsterneming – Monsterneming van vormgegeven en monolitische materialen, november 1999.

J

Bijlage N wordt als volgt gewijzigd:

1. Bij de somparameter ‘organochloorhoudende bestrijdingsmiddelen (OCB’s) (waterbodem)’ wordt het ‘CAS-nummer’ ‘390-00-2’ na de te sommeren stof aldrin’ vervangen door: 309-00-2.

2. Bij de somparameter ‘organochloorhoudende bestrijdingsmiddelen (OCB’s) (waterbodem)’ wordt het ‘CAS-nummer’ ‘280044-83-9’ na de te sommeren stof trans-heptachloorepoxide’ vervangen door: 28044-83-9.

3. Aan de tabel Definitie van genormeerde somparameters wordt toegevoegd:

Somparameter

Lijst van te sommeren individuele stoffen

CAS-nummer

Asbest

   

Serpentijn

Chrysotiel -Witte asbest

12001-29-5

Amfibool

Actinoliet – groene asbest

77536-66-4

 

Amosiet / Gruneriet -bruine asbest

12172-73-5

 

Anthofylliet -gele asbest

77536-67-5

 

Crocidoliet- blauwe asbest

12001-28-4

 

Tremoliet- grijze asbest

77536-68-6

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2012. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 30 december 2011, treedt zij in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt zij terug tot en met 1 januari 2012.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

J.J. Atsma.

TOELICHTING

Algemeen

Karakter van de wijzigingen en de effecten

Deze regeling betreft een wijziging van de Regeling bodemkwaliteit (Rbk). Deze omvat een actualisering van verwijzingen naar normatieve documenten, technische aanpassingen en verlenging van overgangstermijnen. De inhoudelijke toelichting op de verschillende wijzigingen vindt plaats in het artikelsgewijze deel.

Effecten op de administratieve lasten

De wijzigingen ingevolge deze regeling hebben geen gevolgen voor de administratieve lastendruk voor burgers en bedrijven. De lasten voortvloeiende uit deze regeling voegen niets toe aan de structurele administratieve lasten die in het kader van het Besluit uitvoeringskwaliteit bodembeheer zijn berekend (Stb. 2006, 308). Deze totale structurele administratieve lasten zijn becijferd op circa 3,7 miljoen euro per jaar.

Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid

Voor de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid zijn er positieve gevolgen, doordat de Rbk op een aantal punten wordt verduidelijkt.

Vaste verandermomenten

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2012. Hiermee wordt in het belang van een effectieve uitvoering afgeweken van de vaste verandermomenten die als uitgangspunt gelden voor regelgeving met gevolgen voor het bedrijfsleven. Van het uitgangspunt dat voor alle regelgeving met bedrijfseffecten minimaal twee maanden wordt aangehouden tussen publicatie en inwerkingtreding van regelgeving wordt afgeweken omdat deze regeling voornamelijk ziet op reparaties van wetstechnische en grammaticale onjuistheden en de actualisering van normdocumenten en in verband met de verlenging van uitgestelde werking van een bepaling (artikel I, onderdeel G).

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A (wijziging artikel 1.1 Rbk)

De Regeling bodemkwaliteit kent specifieke maximale waarden voor het verspreiden van baggerspecie in oppervlaktewaterlichamen die zout water bevatten. Ten behoeve van de begrenzing van deze ‘zoute’ gebieden is met inwerkingtreding van het Besluit bodemkwaliteit (Bbk) aansluiting gezocht bij de zoute gebieden van de voormalige Wet verontreiniging oppervlaktewateren (de zogenaamde Wvo-gebieden), te weten Zeeuwse Delta, Noordzee (m.n. de kust) en Waddenzee. Deze specifieke maximale waarden voor het verspreiden in zoute gebieden gelden dus niet voor de wateren gelegen buiten de Zeeuwse Delta, Noordzee en Waddenzee. In de praktijk is het echter vaak onduidelijk waar bij havens gelegen aan de Zeeuwse Delta, de Noordzee en de Waddenzee de grens van de zoute gebieden is gelegen. Met de introductie van een definitie van een ‘zout oppervlaktewaterlichaam’ en het laten vervallen van de termen ‘oppervlaktewaterlichaam dat zout water bevat’ en ‘zout water’ wordt beoogd een voor de praktijk duidelijkere begrenzing vast te leggen, die overigens overeenkomt met de huidige uitvoeringspraktijk. Deze begrenzing houdt in dat de maximale waarden voor verspreiden in een zout oppervlaktewaterlichaam gelden voor de Zeeuwse Delta, de Waddenzee en de Noordzee, inclusief de havens die hiermee in open verbinding staan en die geen open verbinding hebben met hun achterland. In deze havens loopt de begrenzing van het zoute oppervlaktewaterlichaam dan, vanuit het zoute gebied gezien, over de eerste, doorgaande, in dagelijks bedrijf gesloten hoogwaterkering, zoals een dijk of schutsluis. Een stormvloedkering zoals de Maeslantkering voldoet in deze niet aan het gestelde van ‘in dagelijks bedrijf gesloten hoogwaterkering’. Ook de Haven Rotterdam valt buiten de begrenzing van de zoute gebieden daar deze in open verbinding staat met het achterland. In verband hiermee is tevens, ter onderscheiding van de zoute oppervlaktewaterlichamen, een begripsomschrijving voor zoet oppervlaktewaterlichaam opgenomen.

In verband met de afbakening van de Noordzee is van belang dat de begrenzing daarvan aan de landzijde wordt gevormd door de duinvoet, voor zover de Noordzee niet overgaat in andere oppervlaktewaterlichamen in beheer bij het Rijk (artikel 3.4, tweede lid, Waterregeling). Krachtens artikel 35, onderdeel g, Bbk, is verspreiding op het strand niet toegestaan.

Onderdelen B, C, D, E (wijziging artikelen 4.2.1, vierde lid, onder b, 4.2.2, tweede lid, 4.8.3, 4.11.1 Rbk)

Deze wijzigingen hangen samen met de verduidelijking en harmonisatie van de begrippen zout en zoet oppervlaktewaterlichaam (zie de toelichting op onderdeel A, hiervoor).

Onderdeel E (wijziging artikel 4.11.1 Rbk)

Dit onderdeel herstelt een foutieve verwijzing.

Onderdeel F (wijziging artikel 4.12.1 Rbk)

Door deze wijziging wordt geëxpliciteerd dat de correcties voor gemeten gehalten lutum en organische stof van artikel 4.2.1, eerste en derde lid, van toepassing zijn op de toetsing van de emissietoetswaarden bij grootschalige toepassingen als bedoeld in artikel 63 van het Bbk.

Onderdeel G (wijziging artikel 5.1.9 Rbk)

In artikel 2.1, eerste lid, onderdelen o tot en met r, van de Rbk zijn de werkzaamheden aangewezen betreffende ontwerp, aanbrengen en monitoren van IBC-bouwstoffen. De uitgestelde werking van het verbod om deze werkzaamheden uit te voeren zonder erkenning is verlengd tot 1 juli 2013. Momenteel wordt gewerkt aan het vaststellen van normdocumenten voor deze werkzaamheden.

Onderdeel H (wijziging bijlage C Rbk)

Van een aantal normdocumenten zijn nieuwe versies beschikbaar. Met de wijzigingen in dit onderdeel worden de verwijzingen in bijlage C naar normdocumenten geactualiseerd. Om praktische redenen is de tekst van bijlage C opnieuw vastgesteld.

Onderdeel I (wijziging bijlage D Rbk)

Dit betreft een technische correctie.

Onderdeel J (wijziging bijlage N Rbk)
Subonderdelen 1 en 2:

De CAS-nummers voor de stoffen aldrin en trans-heptachloorepoxide waren niet correct weergegeven. Dit onderdeel herstelt deze foutieve verwijzingen.

Subonderdeel 3:

Met deze wijziging wordt verduidelijkt welke asbestsoorten behoren tot de groep serpentijnasbest en de groep amfiboolasbest De maximale waarde asbest bedraagt 100 mg asbest per kg droge stof. Dit is een gewogen norm, waarbij de concentratie serpentijnasbest (ook wel chrysotiel of witte asbest genoemd) en tienmaal de concentratie amfiboolasbest (overige asbestsoorten) worden opgeteld.

Artikel II

Zoals in het algemeen deel toegelicht wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

J.J. Atsma.

Naar boven