Besluit van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu tot aanwijzing van ambtenaren die zijn belast met het toezicht op de naleving van de voorschriften van de Waterwet, de Ontgrondingenwet en de Wet beheer rijkswaterstaatswerken (Besluit aanwijzing toezichthouders water- en wegbeheer)

30 november 2011

Nr. IENM/BSK-2011-137896

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op de artikelen 8.3 van de Waterwet, 22 van de Ontgrondingenwet juncto 5.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en 5, eerste lid, van de Wet beheer rijkswaterstaatswerken;

Besluit:

Artikel 1

Met toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Waterwet zijn belast:

  • a. voor zover het rijkswateren betreft, de ambtenaren van de Rijkswaterstaat werkzaam onder verantwoordelijkheid van een hoofdingenieur-directeur van een landelijke of van een regionale dienst;

  • b. voor zover het rijkswateren betreft, de ambtenaren van de Inspectie Verkeer en Waterstaat werkzaam onder verantwoordelijkheid van de inspecteur-generaal;

  • c. voor zover het rijkswateren betreft, de ambtenaren van het Inspectoraat-Generaal VROM werkzaam onder verantwoordelijkheid van de inspecteur-generaal;

  • d. voor zover het een watervergunning met betrekking tot regionale wateren betreft die met toepassing van artikel 6.17 van de Waterwet door het hoogste gezag is verleend, de door de beheerder van de regionale wateren aangewezen toezichthouders;

  • e. voor zover het betreft toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de hoofdstukken 5 en 6 van de Waterwet of krachtens artikel 10.1 van de Waterwet, de ambtenaren van de gemeente Amsterdam werkzaam bij de Nautische Sector van Haven Amsterdam en de ambtenaren van het Havenbedrijf Rotterdam N.V., Divisie Havenmeester, te Rotterdam.

Artikel 2

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Ontgrondingenwet zijn, voor zover het de rijkswateren betreft, belast:

  • a. de ambtenaren van de Rijkswaterstaat werkzaam onder verantwoordelijkheid van een hoofdingenieur-directeur van een landelijke of van een regionale dienst;

  • b. de ambtenaren van de Inspectie Verkeer en Waterstaat werkzaam onder verantwoordelijkheid van de inspecteur-generaal.

Artikel 3

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Wet beheer rijkswaterstaatswerken zijn belast de ambtenaren van de Rijkswaterstaat, werkzaam onder verantwoordelijkheid van een hoofdingenieur-directeur van een regionale dienst.

Artikel 4

Het Besluit aanwijzing toezichthouders waterbeheer wordt ingetrokken.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 6

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit aanwijzing toezichthouders water- en wegbeheer.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

J. Atsma.

TOELICHTING

In dit besluit wordt aangegeven welke toezichthouders bevoegd zijn tot toezicht op de naleving op grond van de Waterwet, de Ontgrondingenwet en de Wet beheer rijkswaterstaatswerken. Voor de duidelijkheid is er voor gekozen het Besluit aanwijzing toezichthouders waterbeheer in te trekken en te vervangen door dit besluit. Het besluit kent namelijk een grotere reikwijdte en ziet ook op toezicht inzake de Wet beheer rijkswaterstaatswerken. Door het vaststellen van een nieuw besluit kan de grotere reikwijdte in de citeertitel van het besluit, gedoeld wordt op ‘wegbeheer’, tot uitdrukking komen, iets wat voor de vindbaarheid van dit besluit in de praktijk gemakkelijk zal zijn. Tevens is in dit besluit een uitbreiding opgenomen ten aanzien van het toezicht op ingevolge artikel 6.17 van de Waterwet door het hoogste bevoegde gezag afgegeven watervergunningen. Door deze aanwijzing zijn ook de door het betrokken waterschap aangewezen toezichthouders ten aanzien van de in beheer zijnde regionale wateren bevoegd wanneer de vergunning namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu als hoogste gezag is verleend. Onder ‘regionale wateren’ worden blijkens de begripsbepalingen van artikel 1.1 van de Waterwet ook de bijbehorende bergingsgebieden, waterkeringen en ondersteunende kunstwerken begrepen. In het besluit is verder een aantal kleine aanpassingen ter bevordering van de uniformiteit van de bepalingen verwerkt.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

J. Atsma.

Naar boven