Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 28 november 2011, nr. 5717874/Justis/11, strekkende tot aanwijzing van buitengewoon opsporingsambtenaren bij het regionale politiekorps Haaglanden

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Gelezen het verzoek van de korpschef van de regiopolitie Haaglanden van 18 november 2011 en de daaropvolgende adviezen van de hoofdofficier van justitie van het Arrondissementsparket Den Haag en de korpschef van de regiopolitie Haaglanden;

Gelet op:

  • artikel 142, eerste lid, aanhef en onder b en derde lid, van het Wetboek van Strafvordering;

  • artikel 8, zevende lid, van de Politiewet 1993;

  • artikel 36, eerste lid, en artikel 41, tweede lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;

  • artikel 17, eerste lid, aanhef en onder 2°, van de Wet op de economische delicten.

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder buitengewoon opsporingsambtenaar: de persoon als bedoeld in artikel 2.

Artikel 2

De personen, werkzaam in de functie van medewerker serviceorganisatie, medewerker HKD, medewerker orde en bewaking, medewerker orde en bewakingsdiensten B, medewerker arrestantenzorg, medewerker frontoffice en rechercheassistent, in dienst van de regiopolitie Haaglanden, zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar.

Artikel 3

  • 1. De buitengewoon opsporingsambtenaar is bevoegd tot het opsporen van de strafbare feiten behorend tot het domein VI Generieke Opsporing, van bijlage A-I van de Circulaire Buitengewoon opsporingsambtenaar.

  • 2. De opsporingsbevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, geldt voor het grondgebied van Nederland, voor zover noodzakelijk voor een goede vervulling van de aan de functie gerelateerde taken.

  • 3. De buitengewoon opsporingsambtenaar vermeldt in zijn processen-verbaal en schriftelijke verslagleggingen het in het eerste lid genoemde domein.

Artikel 4

Op grond van dit besluit kunnen maximaal 1085 personen als buitengewoon opsporingsambtenaar worden beëdigd.

Artikel 5

  • 1. Als toezichthouder als bedoeld in artikel 36 van het Besluit buitengewoonopsporingsambtenaar is aangewezen de hoofdofficier van justitie bij het Arrondissementsparket te Den Haag.

  • 2. Als direct toezichthouder als bedoeld in artikel 36 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de korpschef van de regiopolitie Haaglanden.

Artikel 6

De buitengewoon opsporingsambtenaar kan, zover dit in zijn functie is opgenomen, de in artikel 8, eerste en derde lid, van de Politiewet 1993 omschreven bevoegdheden uitoefenen en daarbij gebruikmaken van handboeien, korte wapenstok, pepperspray en een vuurwapen.

Artikel 7

  • 1. De korpschef van de regiopolitie Haaglanden brengt jaarlijks, voor 1 april, verslag uit over:

    • a. het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren werkzaam in de in artikel 2 genoemde functies;

    • b. de door die buitengewoon opsporingsambtenaren verrichte activiteiten;

    • c. de stand van zaken met betrekking tot de opleiding van die buitengewoon opsporingsambtenaren, waarbij in ieder geval wordt aangegeven hoeveel personen in het verslagjaar zijn aangemeld voor het door de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie goedgekeurde examen en hoeveel personen in dat jaar voor dat examen zijn geslaagd.

  • 2. Dit verslag wordt toegezonden aan de in artikel 5 bedoelde toezichthouders en aan het Ministerie van Veiligheid en Justitie, dienst Justis, afdeling BTR, Postbus 20300, 2500 EH Den Haag.

Artikel 8

De op naam gestelde akten van beëdiging en de overige benoemingsbescheiden, afgegeven mede op basis van het besluit van 8 december 2006, nr. 5457821/06/CBK, worden geacht mede te zijn afgegeven op basis van het onderhavige besluit.

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking met ingang van 17 december 2011 en vervalt op 17 december 2016.

Artikel 10

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar van de regiopolitie Haaglanden 2011.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 28 november 2011

Hoogachtend,

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

namens deze:

J. Gankema,

Teammanager BTR.

Bezwaar maken

Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit bezwaar maken bij de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. U doet dit door schriftelijk een gemotiveerd bezwaarschrift in te dienen binnen zes weken na dagtekening van dit besluit.

U kunt uw bezwaarschrift sturen naar het volgende adres:

Dienst Justis

Team BTR

Postbus 20300

2500 EH Den Haag

U kunt uw bezwaarschrift ook door uw gemachtigde in laten dienen. Als de gemachtigde geen advocaat is, voeg dan een machtiging bij uw bezwaarschrift.

Zorg ervoor dat uw bezwaarschrift in elk geval het volgende bevat:

  • uw naam en adres;

  • de dagtekening;

  • een kopie van het besluit;

  • de gronden van uw bezwaar;

  • uw handtekening of de handtekening van uw gemachtigde.

TOELICHTING

Bij brief van 18 november 2011 heeft de korpschef van de regiopolitie Haaglanden een aanvraag ingediend voor toekenning van een categoriaal besluit voor het domein VI Generieke Opsporing.

Artikel 8 brengt geen wijziging in de resterende looptijd van de afgegeven aktes.

Naar boven