Besluit van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 18 november 2011, nr. DL/339620, houdende instelling van een commissie voor de wetenschappelijke begeleiding van de experimenten prestatiebeloning in het onderwijs (Instellingsbesluit wetenschappelijke begeleidingscommissie prestatiebeloning)

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

handelende in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

Gelet op artikel 15 van de Regeling experimenten prestatiebeloning onderwijs;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. Minister:

de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

b. Commissie:

de Wetenschappelijke Begeleidingscommissie Prestatiebeloning, bedoeld in artikel 2;

Artikel 2. Instelling en taak

  • 1. Er is een Wetenschappelijke Begeleidingscommissie Prestatiebeloning (hierna: Commissie).

  • 2. De commissie bewaakt de algemene wetenschappelijke kwaliteit van de experimenten door:

    • ° de Minister te adviseren over de opzet, het verloop en de evaluatie gedurende de gehele experimenteerperiode;

    • ° de individuele projectplannen te beoordelen en de Minister te adviseren over subsidieverlening;

    • ° de tussentijdse resultaten van de experimenten te beoordelen en de Minister te adviseren over continuering van de experimenten;

  • 3. De commissie zal op basis van de uitkomsten van de individuele experimenten een eindrapportage opstellen die zij in het voorjaar van 2015 aanbiedt aan de Minister en openbaar maakt.

  • 4. De commissie documenteert de ervaringen met het doen van experimenten in het onderwijs en biedt dit in een afzonderlijke rapportage aan de Minister aan.

Artikel 3. Samenstelling

  • 1. De commissie bestaat uit:

    • a. een voorzitter, tevens lid,

    • b. vier leden met een staat van dienst in wetenschappelijk onderzoek.

  • 2. De leden worden benoemd en ontslagen door de Minister in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

Artikel 4. Instellingsduur

  • 1. De commissie wordt ingesteld met ingang van 1 november 2011 en wordt opgeheven per 1 oktober 2015.

  • 2. De Minister kan besluiten de periode, bedoeld in het eerste lid, te verlengen of te verkorten.

Artikel 5. Leden

  • 1. Tot leden van de commissie worden benoemd:

    • a. de heer prof. dr. A. H. Borghans, tevens voorzitter,

    • b. de heer prof. dr. S. Karsten

    • c. de heer prof. dr. H. Oosterbeek

    • d. de heer prof. dr. F. Moers

    • e. de heer dr. B. ter Weel

  • 2. De benoeming geschiedt voor de duur van de commissie.

  • 3. Indien een tussentijdse vacature ontstaat, vindt een benoeming voor die vacature plaats voor de resterende duur van de zittingsperiode.

Artikel 6. Werkwijze

  • 1. De commissie stelt haar eigen werkwijze vast.

  • 2. De commissie wordt bijgestaan door het CAOP die naast de begeleidingsactiviteiten ook in het secretariaat van de commissie voorziet.

Artikel 7. Onpartijdigheid

Een lid van de commissie neemt niet deel aan de voorbereiding en vaststelling van een advies indien hij een persoonlijk belang heeft bij het advies.

Artikel 8. Aanwijzing deskundige

De Minister kan een deskundige aanwijzen, die het recht heeft de vergaderingen van de commissie bij te wonen.

Artikel 9. Informatieplicht

De commissie verstrekt aan de Minister desgevraagd alle gewenste inlichtingen.

Artikel 10. Openbaarmaking

Rapporten (tussentijds of bij afsluiting van de experimenten) welke door of namens de Wetenschappelijke Begeleidingscommissie worden vervaardigd zijn openbaar en worden aan de Minister uitgebracht.

Artikel 11. Vergoeding

  • 1. De voorzitter en de andere leden van de commissie ontvangen een vaste vergoeding per jaar.

    • a. De toepasselijke salarisschaal voor de voorzitter is schaal 17, nr. 10, van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984. De arbeidsduurfactor voor de voorzitter is 16 werkuren per maand of 192 werkuren per jaar.

    • b. De toepasselijke salarisschaal voor het in artikel 5.1 onder b genoemde lid is schaal 17, nr. 10, van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984. De arbeidsduurfactor voor dit lid is 8 werkuren per maand of 96 werkuren per jaar.

    • c. De toepasselijke salarisschaal voor het in artikel 5.1 onder c genoemde lid is schaal 17, nr. 10, van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984. De arbeidsduurfactor voor dit lid is 8 werkuren per maand of 96 werkuren per jaar.

    • d. De toepasselijke salarisschaal voor het in artikel 5.1 onder d genoemde lid is schaal 17, nr. 10, van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984. De arbeidsduurfactor voor dit lid is 8 werkuren per maand of 96 werkuren per jaar.

    • e. Het onder e genoemde lid zal, gelet op zijn positie als werknemer bij het Centraal Planbureau geen vergoeding ontvangen.

  • 2. De voorzitter en de andere leden van de commissie ontvangen een vergoeding van reis- en verblijfkosten op de voet van het Reisbesluit binnenland en het Reisbesluit buitenland.

Artikel 12. Archiefbescheiden

De commissie draagt zo spoedig mogelijk na beëindiging van haar werkzaamheden of, zo de omstandigheden daartoe aanleiding geven, zoveel eerder, de bescheiden betreffende die werkzaamheden over aan het archief van de directie Concernondersteuning van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Artikel 13. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 november 2011.

Artikel 14. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit wetenschappelijke begeleidingscommissie prestatiebeloning.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

H. Zijlstra.

Naar boven