Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 11 november 2011, nr. IENM/BSK-2011/149672 houdende wijziging van de Regeling aanwijzing Nationaal loket inventarisatie broeikasgassen en Protocollen broeikasgassen

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op de artikelen 2, derde lid, en 3 van het Besluit inventarisatie broeikasgassen Wlv;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 2 van de Regeling Nationaal loket inventarisatie broeikasgassen en Protocollen broeikasgassen komt te luiden:

Artikel 2

De protocollen, bedoeld in artikel 3 van het Besluit inventarisatie broeikasgassen Wlv, zijn:

  • – Protocol 11-001. Referentiebenadering, Uitgave IenM maart 2011;

  • – Protocol 11-002. Stationaire bronnen fossiel, Uitgave IenM maart 2011;

  • – Protocol 11-003. Procesemissies fossiel, Uitgave IenM maart 2011;

  • – Protocol 11-004. Mobiele werktuigen, Uitgave IenM maart 2011;

  • – Protocol 11-005. Binnenlandse luchtvaart, Uitgave IenM maart 2011;

  • – Protocol 11-006. Wegtransport CO2, Uitgave IenM maart 2011;

  • – Protocol 11-007. Wegtransport CH4 en N2O, Uitgave IenM maart 2011;

  • – Protocol 11-008. Spoorwegtransport, Uitgave IenM maart 2011;

  • – Protocol 11-009. Binnenlandse scheepvaart, Uitgave IenM maart 2011;

  • – Protocol 11-010. Visserij, Uitgave IenM maart 2011;

  • – Protocol 11-011. Defensie, Uitgave IenM maart 2011;

  • – Protocol 11-012. Olie en gas: productie, Uitgave IenM maart 2011;

  • – Protocol 11-013. Olie en gas: distributie en transport, Uitgave IenM maart 2011;

  • – Protocol 11-014. Procesemissie niet-fossiel, Uitgave IenM maart 2011;

  • – Protocol 11-015. Salpeterzuur, Uitgave IenM maart 2011;

  • – Protocol 11-016. Caprolactam, Uitgave IenM maart 2011;

  • – Protocol 11-017. Aluminiumproductie, Uitgave IenM maart 2011;

  • – Protocol 11-018. Productie HCFK-22, Uitgave IenM maart 2011;

  • – Protocol 11-019. Ompakken HFK, Uitgave IenM maart 2011;

  • – Protocol 11-020. Koeling stationair, Uitgave IenM maart 2011;

  • – Protocol 11-021. Koeling mobiel, Uitgave IenM maart 2011;

  • – Protocol 11-022. Hardschuimen, Uitgave IenM maart 2011;

  • – Protocol 11-023. Aerosolen, Uitgave IenM maart 2011;

  • – Protocol 11-024. Dubbelglas, Uitgave IenM maart 2011;

  • – Protocol 11-025. Halfgeleiders, Uitgave IenM maart 2011;

  • – Protocol 11-026. Sterkstroom, Uitgave IenM maart 2011;

  • – Protocol 11-027. Pensfermentatie, Uitgave IenM maart 2011;

  • – Protocol 11-028. Mest N2O, Uitgave IenM maart 2011;

  • – Protocol 11-029. Mest CH4, Uitgave IenM maart 2011;

  • – Protocol 11-030. Landbouwbodem indirect, Uitgave IenM maart 2011;

  • – Protocol 11-031. Landbouwbodem direct, Uitgave IenM maart 2011;

  • – Protocol 11-032. Bos, Uitgave IenM maart 2011;

  • – Protocol 11-033. Bodem, Uitgave IenM maart 2011;

  • – Protocol 11-034. Stortplaatsen, Uitgave IenM maart 2011;

  • – Protocol 11-035. Afvalwater, Uitgave IenM maart 2011;

  • – Protocol 11-036. Grootschalige compostering, Uitgave IenM maart 2011;

  • – Protocol 11-037. Internationale bunkers, Uitgave IenM maart 2011;

  • – Protocol 11-038. Biomassa, Uitgave IenM maart 2011;

  • – Protocol 11-039. Ontbossing en herbebossing, Uitgave IenM maart 2011.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2011.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 11 november 2011

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

J.J. Atsma.

TOELICHTING

De voorliggende regeling strekt tot wijziging van de Regeling aanwijzing Nationaal loket inventarisatie broeikasgassen en Protocollen broeikasgassen van 16 december 2005 (hierna: de Regeling) in verband met onder meer voortschrijdend inzicht in rekenmethoden en eisen van de United Nations Framework Convention on Climate Change (hierna: UNFCCC).

In Nederland bestaat het nationaal inventarisatiesysteem voor de monitoring van broeikasgassen onder meer uit het geheel van de in artikel 2 van de Regeling genoemde protocollen. Deze protocollen beschrijven de methode, gebruikte activiteitendata en toegepaste emissiefactoren. Ook zijn in de protocollen de rollen, verantwoordelijkheden, taken en werkprocessen uitgewerkt van de organisaties die betrokken zijn bij de inventarisatie van de broeikasgasemissies. Agentschap NL is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de protocollen.

In artikel I van de voorliggende wijzigingsregeling wordt aan de in de Regeling opgenomen lijst protocollen een protocol toegevoegd, namelijk het Protocol ‘Ontbossing en herbebossing’. Daarnaast worden in de wijzigingsregeling de van toepassing verklaarde protocollen vervangen, omdat daarin wijzigingen zijn doorgevoerd. De wijzigingen in de protocollen zijn:

  • – doorgevoerde methodewijzigingen bij de berekening van N2O-emissies in de landbouw, CH4-emissies bij afvalverwerking, CH4- en CO2-emissies van olietransport en CO2-, CH4- en N2O-emissies uit biomassa. De nieuwe berekeningsmethode is al meegenomen in de voorjaarsbrief Kabinetsaanpak Klimaatbeleid (Kamerstukken II, 2010/11, 32 813, nr. 1) en is inmiddels goedgekeurd door de UNFCCC;

  • – een actualisatie van de wetenschappelijke rapporten waar in de protocollen naar wordt verwezen, en

  • – tekstuele en redactionele wijzigingen van ondergeschikte betekenis.

Vaste verandermomenten

Ingevolge het kabinetsbeleid inzake de aanpak van administratieve lasten (Kamerstukken II, 2009/10, 29515, nr. 309), gelden als algemeen uitgangspunt voor de inwerkingtreding van ministeriële regelingen vier vaste data, te weten 1 januari, 1 april, 1 juli en 1 oktober, en een minimale invoeringstermijn van 2 maanden. Deze wijzigingsregeling treedt ingevolge artikel II echter in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2011. Hierbij is gebruik gemaakt van een van de uitzonderingen die in genoemd kabinetsbeleid zijn opgenomen. In het kabinetsbeleid is namelijk reeds aangegeven, dat indien er sprake is van private- of publieke voor- of nadelen van vertragingen of vervroeging van invoering, een uitzondering gemaakt kan worden op de vaste data voor inwerkingtreding en de invoeringstermijn. Daar is in het voorliggende geval sprake van. De protocollen zijn alleen gericht tot de organisatie die belast is met de nationale emissie-inventarisatie, zijnde Agentschap NL. Agentschap NL is gebaat bij een spoedige inwerkingtreding, omdat de doorgevoerde methodewijziging en andere wijzigingen reeds in 2011 moeten worden toegepast.

Administratieve en bestuurlijke lasten

De regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve- en bestuurlijke lasten en inhoudelijke nalevingskosten, aangezien de protocollen uitsluitend zijn gericht tot Agentschap NL en de wijzigingen niet doorwerken in de gegevensaanlevering door bedrijven en burgers.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

J.J. Atsma.

Naar boven