Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 21 november 2011, nr. AV/SDA/11/8324 tot wijziging van de Uitvoeringsregels Wet arbeid vreemdelingen behorende bij het Delegatie- en uitvoeringsbesluit Wet arbeid vreemdelingen in verband met een pilot kort verblijf kennismigranten

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 8, derde lid, onder 3º, en 22 van de Wet arbeid vreemdelingen;

Besluit:

ARTIKEL I

Aan paragraaf 19 van de Uitvoeringsregels Wet arbeid vreemdelingen behorende bij het Delegatie- en uitvoeringsbesluit Wet arbeid vreemdelingen wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • h. Pilot kort verblijf kennismigranten

In het kader van de bevordering van internationale handelscontacten kan worden afgeweken van artikel 8, eerste lid, onder a en b, van de Wet arbeid vreemdelingen ten behoeve van vreemdelingen die maximaal 3 maanden binnen een periode van zes maanden arbeid verrichten voor een werkgever die is toegelaten tot de kennismigrantenprocedure en:

  • a. op grond van hun nationaliteit:

    • 1°. geen visum nodig hebben;

    • 2°. een visum voor kort verblijf nodig hebben; of

    • 3°. een visum voor lang verblijf (D-visum) hebben dat is afgegeven door een ander Schengenland;

  • b. van wie het overeengekomen vaste, naar tijdruimte en in geld vastgestelde loon als vergoeding voor zijn arbeid dat hij van de werkgever ontvangt naar rato ten minste overeenkomt met het loon voor de persoon van dertig jaar of ouder, bedoeld in artikel 1d, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen; en

  • c. wie een functie zal bekleden waarvan aangenomen kan worden dat het om een kenniswerker gaat, zoals bijvoorbeeld een specialistische functie, een sleutelfunctie, een wetenschappelijke functie of een leidinggevende functie.

ARTIKEL II

Paragraaf 19, onderdeel h (Pilot kort verblijf kennismigranten), van de Uitvoeringsregels Wet arbeid vreemdelingen behorende bij het Delegatie- en uitvoeringsbesluit Wet arbeid vreemdelingen vervalt met ingang van 30 december 2013.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 21 november 2011

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H.G.J. Kamp.

TOELICHTING

De afgelopen jaren is ingezet op het aantrekkelijker maken van Nederland voor kennismigranten. Via verschillende maatregelen wordt hieraan bijgedragen, zoals bijvoorbeeld het zorgen voor een goed woon- en leefklimaat en het werven van buitenlandse bedrijven naar Nederland. Ook draagt vereenvoudiging van het toelatingsbeleid bij aan het aantrekkelijker maken van Nederland voor kenniswerkers. Voor kennismigranten die voor verblijf langer dan drie maanden naar Nederland komen is in 2004 de Kennismigrantenregeling ingevoerd. Bedrijven die een beroep doen op deze regeling hoeven geen tewerkstellingsvergunning (twv) aan te vragen. Voor een kort verblijf (verblijf korter dan drie maanden) dienen werkgevers van kennismigranten nu wel een twv aan te vragen.

Het ligt in de rede om ook voor kort verblijf te voorzien in een nieuwe en eenvoudige procedure. Dit is aangekondigd in de Notitie Herziening Wav (Kamerstukken II 2009/10, 32 144, nr. 1) en in de ‘Bedrijfslevenbrief’ (Kamerstukken II 2010/2011, 32 637, nr. 15). Deze kennismigranten kunnen niet onder de Kennismigrantenregeling vallen, omdat deze regeling alleen geldt voor verblijf langer dan drie maanden. Daarom wordt nu een pilot gestart, om te bezien of een eenvoudige procedure ook soelaas biedt aan (werkgevers van) kennismigranten die kort in Nederland verblijven. De pilot heeft een duur van twee jaar en vervalt per 30 december 2013. In de tussenliggende periode zal de pilot geëvalueerd worden om te bezien of de regeling wordt voortgezet in een structurele regeling.

De pilot houdt in dat bij aanvraag van de twv voor kort verblijf kennismigranten niet wordt getoetst aan het prioriteitgenietend aanbod, en dat tevens de bijbehorende termijn van ten minste vijf weken voor vacaturemelding niet aan de orde is. Hierdoor is het mogelijk voor het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) om binnen twee weken (streeftermijn) na een complete aanvraag, een twv te verstrekken.

Alleen werkgevers die door de IND zijn toegelaten tot de kennismigrantenprocedure kunnen in aanmerking komen voor deze regeling. Het overzicht van deze werkgevers (een lijst van bedrijven) is te vinden op de website van de IND onder het blokje werkgevers.1De werkgevers die niet op deze lijst staan zijn niet toegelaten tot de kennismigrantenprocedure en kunnen daarom ook geen gebruik maken van de pilot.

Het UWV zal voor het loon van de kort verblijf kennismigrant aansluiting zoeken bij de systematiek van de kennismigrantenregeling. Uitgangspunt is dat ongeacht de leeftijd van de kennismigrant, het salariscriterium van de kennismigrant van 30 jaar en ouder – per 1 januari 2011 € 50.619,– per jaar – naar rato van de gewerkte periode zal worden toegepast, met het wettelijk minimumloon (WML) als ondergrens. De toets aan artikel 8, eerste lid, onder d, van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) geldt onverkort, ongeacht de duur van het kort verblijf. De pilot zal uitwijzen of de gekozen systematiek werkbaar is.

Daarnaast zal het UWV gedurende de pilot ook toetsen welke functie de kennismigrant zal bekleden. Hiermee wordt voorkomen dat vreemdelingen die functies gaan vervullen waarvoor geen tot weinig opleiding nodig is, worden aangemerkt als kenniswerker. Voorbeelden van dergelijke functies zijn vorkheftruckchauffeur, masseur of functies als oogstmedewerker in de land- en tuinbouw.

Het uitgangspunt is dat voor de pilot zoveel mogelijk gewerkt wordt met een werkgeversverklaring om de administratieve belasting voor werkgevers te reduceren. Ten behoeve van de toets aan artikel 8, eerste lid, onder c, onder 1o, van de Wav kan het UWV, in afwijking van paragraaf 13 van deze Uitvoeringsregels, genoegen nemen met een werkgeversverklaring dat een verblijfsvergunning voor het verrichten van arbeid is aangevraagd (dan wel dat de niet-visumplichtige vreemdeling zich zal melden bij het IND-loket). Een nader bewijsstuk (meestal een ontvangstbevestiging van de ambassade in het buitenland dat er een visum is aangevraagd) is dan niet nodig. Wel kan het UWV alsnog om een nader bewijsstuk verzoeken. Dit geldt ook ten aanzien van bijvoorbeeld het aanwezig zijn van diploma’s. Voor de toets aan de functie kan de werkgever volstaan met verklaringen ten aanzien van de functie die de migrant zal bekleden en de daarbij behorende functie- en opleidingseisen. Bewijsstukken hoeven in de regel niet te worden overgelegd. Uiteraard zal het UWV indien achteraf blijkt dat de werkgeversverklaring niet overeenstemt met de werkelijkheid, op basis van artikel 12 van de Wav, de verstrekte twv intrekken.

Wel blijft een bewijsstuk van het loon nodig. Bij de aanvraag dient aangetoond te worden dat het salaris wordt betaald, door de feitelijke werkgever in Nederland, dan wel indien er bijvoorbeeld sprake is van een detachering, door de werkgever in het buitenland. Indien er nog geen arbeidsovereenkomst is, kan ook gewerkt worden met een schriftelijk aanbod van de kant van de werkgever in Nederland met betrekking tot het aangaan van een dienstbetrekking met de vreemdeling waaruit de functie en het loon blijkt.

Groepen die al zijn vrijgesteld van de tewerkstellingsvergunningplicht, zoals gastonderzoekers of onderzoekers met een eigen beurs, vormen geen onderdeel van de pilot.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H.G.J. Kamp.


X Noot
1

http://www.immigratiedienst.nl/Werkgevers/toegelaten-tot-de-kennismigrantenprocedure.aspx

Naar boven