Burgemeester en Wethouders van Reusel-De Mierden maken als bevoegd gezag, gelet op artikel 7. 27 van de Wet milieubeheer,
het volgende bekend.
Op 2 november 2010 hebben wij van J.F.M. van Gisbergen aan de Gagel 16 in Hooge Mierde een mededeling in het kader van de
m.e.r.-procedure ontvangen. In deze mededeling wordt aangegeven dat het bedrijf van plan is om de varkenshouderij uit te breiden.
Omdat er met meer dan 900 plaatsen voor zeugen wordt uitgebreid, is het opstellen van een milieueffectrapport (MER) verplicht
voordat er een besluit wordt genomen op de aanvraag om omgevingsvergunning. De MER is bedoeld om de gevolgen van de voorgenomen
activiteit en voor het fysieke milieu zichtbaar te maken.
Er is sprake van een toename van ammoniakdepositie. Ondanks deze toename in ammoniakdepositie werd aangenomen dat, indien
voor de gevraagde activiteiten voldaan kon worden aan de Verordening Stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant, een passende beoordeling
in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 niet noodzakelijk was. Op 25 januari 2011 is een aanvulling op de mededeling
ingekomen, waaruit blijkt dat voor de gevraagde activiteiten aan de Verordening Stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant kan
worden voldaan. Op grond van bovenstaande is geconcludeerd dat de beperkte m.e.r.-procedure kon worden gevolgd.
Op 7 september 2011 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State een belangrijke uitspraak gedaan (201003301/1/R2)
omtrent vergunningverlening op grond van de Natuurbeschermingswet 1998. Uit deze uitspraak blijkt dat in het geval waarbij
sprake is van een toename van ammoniakdepositie en zodoende externe saldering benodigd is, altijd een passende beoordeling
in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 gemaakt moet worden. Derhalve wordt alsnog de uitgebreide m.e.r.-procedure
gevolgd.
De mededeling aan het bevoegd gezag is de eerste stap in de m.e.r.-procedure. In deze mededeling geeft de initiatiefnemer
in grote lijnen aan wat hij van plan is. Naar aanleiding van de mededeling en de ingekomen reacties zullen richtlijnen worden
opgesteld die door de initiatiefnemer bij het opstellen van de MER in acht moeten worden genomen.
De mededeling ligt gedurende zes weken ter inzage bij de balie van de afdeling Ruimte van 21 november 2011 tot en met 2 januari
2012.
Gedurende de inzagetermijn kunnen door eenieder schriftelijk zienswijzen naar voren worden gebracht bij het college. Zij moeten
worden gezonden naar het college van burgemeester en wethouders van Reusel-De Mierden, Postbus 11, 5540 AA Reusel. Ook kunnen
in die periode, na telefonische afspraak, mondeling zienswijzen naar voren worden gebracht.
Wij maken u erop attent dat de zienswijzen, conform de Algemene wet bestuursrecht, worden toegezonden aan initiatiefnemer.
Degene die zienswijzen inbrengt kan verzoeken zijn of haar persoonlijke gegevens hierbij niet te vermelden.