Regeling van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 3 oktober 2011, nr. 2011-2000499158, tot wijziging van de Tijdelijke regeling blok voor blok (verhoging subsidieplafond en maximaal aantal te subsidiëren projecten)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, na overleg met de Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 15.13, eerste tot en met derde lid, van de Wet milieubeheer;

Besluit:

ARTIKEL I

De Tijdelijke regeling blok voor blok wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3 wordt ‘€ 2.500.000,–’ vervangen door: € 4.000.000,–.

B

In artikel 4, tweede lid, wordt ‘vijf’ vervangen door: acht.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 3 oktober 2011

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.P.H. Donner.

TOELICHTING

Binnen de Tijdelijke regeling blok voor blok kunnen vijf projecten worden aangewezen. Gezien de zwaarte c.q. complexiteit van de blok voor blokaanpak was de verwachting dat het aantal te ontvangen subsidieaanvragen beperkt zou zijn. Om die reden was dan ook oorspronkelijk voorzien in het honoreren van een selectie van een vijftal projecten om kennis op te doen, op weg naar een landelijke uitrol.

Boven verwachting is echter een groter aantal aanvragen voor subsidie ingediend. Door de hoge kwaliteit ervan is het maximale aantal projecten die nu kunnen worden ondersteund door de regeling gesteld op acht. Het budget voor de tijdelijke regeling is daarmee aangepast naar € 4.000.000,–. Daardoor ontstaat voor de rijksoverheid een unieke gelegenheid om kennis in aanpak en voorbereiding van opschaling op te doen en daarbij een gewenst groot marktinitiatief te bereiken. De slaagkans van een landelijke uitrol met marktwerking wordt zodoende vergroot.

Vaste verandermomenten

Er is afgeweken van het systeem van vaste verandermomenten, omdat de regeling vereist dat uiterlijk 11 november a.s. de minister de projecten aanwijst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.P.H. Donner.

Naar boven