Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 2 november 2011 Z/VU-3087349, tot vaststelling per 1 januari 2012 van bedragen krachtens het Besluit maatschappelijke ondersteuning en het Bijdragebesluit zorg

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 4.5 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning en de artikelen 6, eerste lid, onderdeel b, onder 2°, en 19 van het Bijdragebesluit zorg;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. De in artikel 4.1, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit maatschappelijke ondersteuning genoemde bedragen worden achtereenvolgens vastgesteld op: € 18, € 22 905, € 18 en € 22 905.

  • 2. De in artikel 4.1, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit maatschappelijke ondersteuning genoemde bedragen worden achtereenvolgens vastgesteld op: € 18, € 16 007, € 18 en € 16 007.

  • 3. De in artikel 4.1, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit maatschappelijke ondersteuning genoemde bedragen worden achtereenvolgens vastgesteld op: € 25,80, € 28 306, € 25,80 en € 28 306.

  • 4. De in artikel 4.1, eerste lid, onderdeel d, van het Besluit maatschappelijke ondersteuning genoemde bedragen worden achtereenvolgens vastgesteld op: € 25,80, € 22 319, € 25,80 en € 22 319.

  • 5. De in artikel 4.1, tweede lid, van het Besluit maatschappelijke ondersteuning genoemde bedragen worden achtereenvolgens vastgesteld op: € 18 en € 25,80.

Artikel 2

  • 1. Het in artikel 4, tweede lid, van het Bijdragebesluit zorg genoemde bedrag wordt vastgesteld op: € 2 136,40.

  • 2. De in artikel 14, eerste lid, aanhef, van het Bijdragebesluit zorg genoemde bedragen worden achtereenvolgens vastgesteld op: € 148,20 en € 778,60.

  • 3. Het in artikel 16d, eerste lid, van het Bijdragebesluit zorg genoemde bedrag wordt vastgesteld op: € 13,40.

  • 4. De in artikel 16d, tweede lid, onderdeel a, van het Bijdragebesluit zorg genoemde bedragen worden achtereenvolgens vastgesteld op: € 18, € 22 905, € 18 en € 22 905.

  • 5. De in artikel 16d, tweede lid, onderdeel b, van het Bijdragebesluit zorg genoemde bedragen worden achtereenvolgens vastgesteld op: € 18, € 16 007, € 18 en € 16 007.

  • 6. De in artikel 16d, tweede lid, onderdeel c, van het Bijdragebesluit zorg genoemde bedragen worden achtereenvolgens vastgesteld op: € 25,80, € 28 306, € 25,80 en € 28 306.

  • 7. De in artikel 16d, tweede lid, onderdeel d, van het Bijdragebesluit zorg genoemde bedragen worden achtereenvolgens vastgesteld op: € 25,80, € 22 319, € 25,80 en € 22 319.

Artikel 3

De Bijdrageregeling zorg AWBZ wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. Bijdragebesluit:

Bijdragebesluit zorg;

b. bijdrageplichtig inkomen:

het op grond van artikel 6, eerste lid, van het Bijdragebesluit berekende bedrag, vóór aftrek van de posten, genoemd in artikel 6, eerste lid, onderdeel b, subonderdeel 2°, van dat besluit.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 3 446’ vervangen door: € 3 478.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 5 359’ vervangen door: € 5 410.

C

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt ‘€ 1 486,16’ vervangen door ‘€ 1 542,13’, wordt ‘4,8%’ vervangen door ‘4,95%’, wordt ‘€ 2 119,67’ vervangen door ‘€ 2 202,43’ en wordt ‘€ 3 039,87’ vervangen door: € 3 184,98.

2. In het eerste lid, onderdeel b, wordt ‘€ 1 209’ vervangen door ‘€ 1 262’, wordt ‘6,9%’ vervangen door ‘7,05%’, wordt ‘1,069’ vervangen door ‘1,0705’ en wordt ‘€ 3 442,46’ vervangen door: € 3 601,82.

3. In het eerste lid, onderdeel c, wordt ‘€ 1 402,38’ vervangen door ‘€ 1 457,29’, wordt ‘4,8%’ vervangen door ‘4,95%’, wordt ‘€ 1 844,38’ vervangen door ‘€ 1 917,62’ en wordt ‘€ 2 956,09’ vervangen door: € 3 100,14.

4. In het tweede lid, onderdeel a, wordt ‘€ 692’ vervangen door ‘€ 735’ en wordt ‘€ 19 135’ telkens vervangen door: € 19 529.

5. In het tweede lid, onderdeel b, wordt ‘€ 1 461’ vervangen door ‘€ 1 548’ en wordt ‘€ 19 135’ telkens vervangen door: € 19 529.

D

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 678’ vervangen door: € 691.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 1 356’ vervangen door: € 1 382.

E

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 637’ vervangen door: € 623.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 1 069’ vervangen door: € 1 036.

F

Artikel 6 komt te luiden:

Artikel 6

  • 1. Voor de verzekerden die 65 jaar of ouder zijn, worden de volgende extra vrijlatingen in mindering gebracht:

    • a. indien het bijdrageplichtig inkomen van de ongehuwde verzekerde, na toepassing van de artikelen 2 tot en met 5, minder bedraagt dan € 8 152 doch meer dan € 7 771, het verschil tussen het bijdrageplichtig inkomen en het laatstgenoemde bedrag;

    • b. indien het bijdrageplichtig inkomen van de ongehuwde verzekerde, na toepassing van de artikelen 2 tot en met 5, meer bedraagt dan € 8 152, 25% van het verschil tussen het bijdrageplichtig inkomen en dat bedrag, vermeerderd met een bedrag van € 381;

    • c. indien het bijdrageplichtig inkomen van de gehuwde verzekerden tezamen, na toepassing van de artikelen 2 tot en met 5, minder bedraagt dan € 10 247 doch meer dan € 9 866, het verschil tussen het bijdrageplichtig inkomen en het laatstgenoemde bedrag;

    • d. indien het bijdrageplichtig inkomen van de gehuwde verzekerden tezamen, na toepassing van de artikelen 2 tot en met 5, meer bedraagt dan € 10 247, 25% van het verschil tussen het bijdrageplichtig inkomen en dat bedrag, vermeerderd met een bedrag van € 381;

    • e. de onderdelen c en d zijn ook van toepassing indien een van beide gehuwde verzekerden de leeftijd van 65 jaar nog niet heeft bereikt.

  • 2. Voor de verzekerden die jonger dan 65 jaar zijn, worden de volgende extra vrijlatingen in mindering gebracht:

    • a. indien het bijdrageplichtig inkomen van de ongehuwde verzekerde, na toepassing van de artikelen 2 tot en met 5, minder bedraagt dan € 7 310 doch meer dan € 6 929, het verschil tussen het bijdrageplichtig inkomen en het laatstgenoemde bedrag;

    • b. indien het bijdrageplichtig inkomen van de ongehuwde verzekerde, na toepassing van de artikelen 2 tot en met 5, meer bedraagt dan € 7 310, 25% van het verschil tussen het bijdrageplichtig inkomen en dat bedrag, vermeerderd met een bedrag van € 381;

    • c. indien het bijdrageplichtig inkomen van de gehuwde verzekerden tezamen, na toepassing van de artikelen 2 tot en met 5, minder bedraagt dan € 9 615 doch meer dan € 9 234, het verschil tussen het bijdrageplichtig inkomen en het laatstgenoemde bedrag;

    • d. indien het bijdrageplichtig inkomen van de gehuwde verzekerde tezamen, na toepassing van de artikelen 2 tot en met 5, meer bedraagt dan € 9 615, 25% van het verschil tussen het bijdrageplichtig inkomen en dat bedrag, vermeerderd met een bedrag van € 381.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M.L.L.E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner.

TOELICHTING

Algemeen

Met de onderhavige regeling zijn de bedragen, genoemd in artikel 4.1, eerste en tweede lid, van het Besluit maatschappelijke ondersteuning, de bedragen, genoemd in de artikelen 4, eerste lid, 14 en 16d van het Bijdragebesluit zorg (hierna: Bijdragebesluit) en de bedragen, genoemd in de artikelen 2 tot en met 6 van de Bijdrageregeling zorg AWBZ (hierna: Bijdrageregeling), geïndexeerd. De indexatie is geschied met toepassing van artikel 4.5 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning en artikel 19 van het Bijdragebesluit.

Artikelsgewijs

Artikel 3, onderdelen A en F

De tekst van artikel 6 van de Bijdrageregeling is, naast de nieuwe indexering, tevens redactioneel aangepast. In het Bijdragebesluit wordt het bijdrageplichtig inkomen berekend volgens artikel 6, eerste lid, van dat besluit. Dit houdt in dat sprake is van bijdrageplichtig inkomen, ná aftrek van de posten, genoemd in artikel 6, eerste lid, onderdeel b, van het Bijdragebesluit. Voor de toepassing van artikel 6 van de Bijdrageregeling kan echter niet uit worden gegaan van dat bedrag, omdat de posten van dat artikel (extra vrijlatingen) dan al reeds in mindering zijn gebracht. Met de begripsomschrijving van ‘bijdrageplichtig inkomen’ in het nieuwe artikel 1, onderdeel b, van de Bijdrageregeling wordt deze tegenstrijdigheid gecorrigeerd. Deze begripsomschrijving is alleen van toepassing op de Bijdrageregeling. Voor de toepassing van artikel 6 van de Bijdrageregeling wordt uitgegaan van het bijdrageplichtig inkomen zoals dat berekend is op grond van artikel 6, eerste lid, van het Bijdragebesluit, maar zonder dat de posten van artikel 6, eerste lid, onderdeel b, subonderdeel 2°, van het Bijdragebesluit reeds in mindering zijn gebracht. Omdat het in artikel 6 van de Bijdrageregeling gaat om extra vrijlatingen, worden deze pas in mindering gebracht nadat de andere posten, genoemd in artikel 6, eerste lid, onderdeel b, subonderdeel 2°, van het Bijdragebesluit (uitgewerkt in de artikelen 2 tot en met 5 van de Bijdrageregeling) in mindering zijn gebracht op het bijdrageplichtig inkomen, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Bijdrageregeling.

In de praktijk werd reeds uitgegaan van een juiste toepassing van artikel 6 van de Bijdrageregeling. Dit onderdeel heeft dan ook geen gevolgen voor de uitvoeringspraktijk.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M.L.L.E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner.

Naar boven