De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Gelet op artikel 98, eerste lid, van de Wet primair onderwijs BES;
Besluit:
ARTIKEL I. WIJZIGING REGELING VASTSTELLING BEDRAGEN MATERIËLE INSTANDHOUDING PRIMAIR ONDERWIJS BES 2011
De Regeling vaststelling bedragen materiële instandhouding primair onderwijs BES 2011 wordt gewijzigd als volgt:
A
In artikel 1 wordt ‘artikel 1 van de Wet primair onderwijs’ vervangen door: artikel 1 van de wet.
B
Na artikel 5 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 5a. Aanvullende bekostiging in verband met afschrijving eerste inrichting
-
1. Het bevoegd gezag van een school ontvangt aanvullende bekostiging voor de afschrijving van de eerste inrichting.
-
2. De aanvullende bekostiging is als volgt opgebouwd:
-
a. een vast bedrag per school van USD 59,106.77;
-
b. vermeerderd met een bedrag per leerling van USD 930.45;
-
c. vermeerderd meteen bedrag van USD 79,184.72 voor het onderwijs in lichamelijke opvoeding;
-
d. verminderd met de kosten voor (remediërend) lesmateriaal dat het bevoegd gezag in 2009 en 2010 heeft ontvangen.
-
3. In verband met de bijzondere leerlingpopulatie van de Skol Watapana te Bonaire is, in afwijking van het tweede lid, de aanvullende
bekostiging aan het bevoegd gezag van deze school als volgt opgebouwd:
-
a. een vast bedrag per school van USD 125,403.35;
-
b. vermeerderd met een bedrag per leerling van USD 962.61;
-
c. vermeerderd meteen bedrag van USD 79,184.72 voor het onderwijs in lichamelijke opvoeding;
-
d. verminderd met de kosten voor (remediërend) lesmateriaal dat het bevoegd gezag in 2009 en 2010 heeft ontvangen.
-
4. De aanvullende bekostiging bedoeld in dit artikel wordt in november 2011 in één termijn betaald.
ARTIKEL II. INWERKINGTREDING
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en
werkt terug tot 1 januari 2011 in Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
TOELICHTING
Inleiding
Bevoegde gezagsorganen ontvangen bij aanvang van de bekostiging van een nieuwe school normaliter een eerste inrichting en
hebben vervolgens de gelegenheid om deze inrichting af te schrijven. Zij bouwen uit de lumpsum een reservering op om de inrichting
te kunnen vervangen als deze is afgeschreven.
De bevoegde gezagsorganen in Caribisch Nederland verkeren in de bijzondere omstandigheid dat zij sinds 10 oktober 2010 onder
het nieuwe stelsel binnen de WPO BES vallen. Bij aanvang van dit nieuwe stelsel hebben zij een volledig afgeschreven inrichting.
Zij hebben echter geen reserve kunnen opbouwen voor vervanging van de inrichting.
In verband met deze bijzondere omstandigheid ontvangen de bevoegde gezagsorganen éénmalig aanvullende bekostiging. Dit is
een inhaalslag voor in het verleden niet ontvangen middelen voor afschrijving. De bevoegde gezagsorganen kunnen deze aanvullende
bekostiging benutten om hun inrichting te vervangen.
Opbouw bedrag aanvullende bekostiging
De aanvullende bekostiging is opgebouwd uit verschillende componenten. Deze componenten worden hieronder nader toegelicht.
Normatief vloeroppervlak
In het Uitvoeringsbesluit voorzieningen in de huisvesting PO/VO BES is in artikel 2 de minimale bruto vloeroppervlakte in het basisonderwijs vastgelegd. Per school geldt een vaste voet van
ten minste 70 m2 plus ten minste 3,5 m2 per gelijktijdig aanwezige leerling.
Voor de berekening van de aanvullende bekostiging is gerekend met de vaste voet van 70 m2 en een oppervlakte van 4,5 m2 per leerling. De norm per leerling is iets ruimer genomen omdat de scholen in de praktijk een groter bruto vloeroppervlakte
hebben dan het minimum dat in het Uitvoeringsbesluit is opgenomen. Bovendien is enige speling genomen in verband met mogelijke
fluctuaties in leerlingaantallen over de jaren heen.
Prijs per vierkante meter
De vierkante meters per school zijn vervolgens omgerekend naar een normatief bedrag per m2. Hiervoor is de modelverordening onderwijshuisvesting van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) als uitgangspunt genomen.
De normatieve bedragen die de VNG hanteert zijn allereerst verminderd met 19% BTW (scholen in Caribisch Nederland hoeven geen
BTW te betalen) en vervolgens vermeerderd met 40% opslag. Deze 40% opslag is bedoeld voor de transportkosten, voor de lokale
belastingen en heffingen (waaronder de ABB) en voor de bijzondere omstandigheden in Caribisch Nederland. Vervolgens zijn de
europrijzen omgerekend naar dollarprijzen op basis van de in de Kortetermijnraming: Kerncijfers (Centraal Planbureau, december
2010) opgenomen Eurokoers (dollar per euro) van 1,39 voor 2011.
Leerlingenaantal
Voor de vaststelling van de hoogte van de aanvullende bekostiging die een school ontvangt, wordt uitgegaan van het aantal
leerlingen op de teldatum 1 oktober 2010.
Bedrag voor sportfaciliteiten
Alle basisscholen moeten ook onderwijs geven in lichamelijke opvoeding. Ook hiervoor hebben de scholen geen reservering kunnen
opbouwen. De VNG hanteert normatieve bedragen voor sportfaciliteiten. De normatieve bedragen die de VNG hanteert zijn allereerst
verminderd met 19% BTW (scholen in Caribisch Nederland hoeven geen BTW te betalen) en vervolgens vermeerderd met 40% opslag.
Deze 40% opslag is bedoeld voor de transportkosten, voor de lokale belastingen en heffingen (waaronder de ABB) en voor de
bijzondere omstandigheden in Caribisch Nederland. Vervolgens zijn de europrijzen omgerekend naar dollarprijzen op basis van
de in de Kortetermijnraming: Kerncijfers (Centraal Planbureau, december 2010) opgenomen Eurokoers (dollar per euro) van 1,39
voor 2011.
Vermindering voor reeds ontvangen lesmaterialen
De bevoegde gezagsorganen in Caribisch Nederland hebben in 2009 en 2010 van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
(remediërend) lesmateriaal ontvangen. Dit is een deel van de eerste inrichting die al eerder aan de scholen is verstrekt.
De kosten van het ontvangen (remediërend) lesmateriaal worden op de aanvullende bekostiging in mindering gebracht.
Afwijkend regime voor de Watapana school
De leerlingpopulatie op de Skol Watapana is zeer afwijkend van de overige basisscholen in Caribisch Nederland. Deze voormalige
school voor ‘bijzonder onderwijs’ heeft veel leerlingen die extra ondersteuning behoeven. Daarom is voor deze school de normatieve
prijs gehanteerd voor het speciaal onderwijs.
Handhaving en uitvoering
Op basis van de uitvoeringstoets van DUO is gebleken dat DUO geen uitvoerings- en handhavingsproblemen voorziet.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.