Regeling van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 31 oktober 2011, nr. WJZ /11154967, houdende wijziging van de Subsidieregeling innoveren en van de Regeling openstelling en subsidieplafonds EZ 2011

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gelet op artikelen 4, 5, 16, 19, eerste lid, en 25 van het Kaderbesluit EZ-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling innoveren wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1.1 wordt ‘minister: de Minister van Economische Zaken’ vervangen door:

minister:

de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

B

In artikel 4.2 vervalt het vierde lid, onder vernummering van het vijfde lid tot het vierde lid.

C

Artikel 4.19, onderdeel b, komt te luiden:

  • b. voor activiteiten bedoeld in artikel 4.18, eerste lid, aanhef en onderdeel b, 40 procent van de subsidiabele kosten van de IPC-deelnemer tot een maximum van € 25.000.

D

Artikel 4.22 komt te luiden:

Artikel 4.22

De termijn, bedoeld in artikel 23, onderdeel c, van het Kaderbesluit EZ-subsidies, is twee jaar en wordt gerekend vanaf de aanvang van de activiteiten, bedoeld in artikel 4.18, eerste lid.

E

Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma, worden aan artikel 4.23 twee onderdelen toegevoegd, luidende:

  • c. indien aan een IPC-deelnemer eerder subsidie is verstrekt krachtens dit hoofdstuk of de Subsidieregeling innovatieprestatiecontracten, en

    • 1°. tussen de datum waarop het IPC-project start en de datum waarop het vorige IPC-project is gestart, een periode verstreken is van minder dan drie jaar, of

    • 2°. de IPC-deelnemer toestemming heeft verkregen om het IPC-project in een langere periode dan drie jaar af te ronden, maar binnen die toegestane aanvullende periode een nieuw IPC-project start;

  • d. indien de datum waarop het IPC-project start, meer dan zes maanden na de datum van de ontvangst van de subsidieaanvraag ligt.

ARTIKEL II

Bijlage 4.2 bij de Subsidieregeling innoveren wordt vervangen door de bijlage bij deze regeling.

ARTIKEL III

In de tabel van artikel 2 van de Regeling openstelling en subsidieplafonds EZ 2011 wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

7

Subsidieregeling innoveren (innovatieprestatiecontracten)

4.18

 

22/11/2011–17/1/2012

17.500.000

ARTIKEL IV

Op aanvragen om subsidie, die vóór de inwerkingtreding van de onderdelen B, C, D en E van artikel I zijn ingediend en op subsidies die vóór die datum zijn verstrekt, blijven de artikelen 4.2, vierde lid, 4.19, onderdeel b, 4.22 en 4.23 van de Subsidieregeling innoveren van toepassing, zoals die onmiddellijk vóór dat tijdstip luidden.

ARTIKEL V

Deze regeling treedt in werking met ingang van 22 november 2011.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 31 oktober 2011

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M.J.M. Verhagen.

BIJLAGE BIJ DE REGELING VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE VAN 31 OKTOBER 2011, NR. WJZ / 11154967, HOUDENDE WIJZIGING VAN DE SUBSIDIEREGELING INNOVEREN EN DE REGELING OPENSTELLING EN SUBSIDIEPLAFONDS EZ 2011

Bijlage 4.2

Aanvraag subsidie

Uitvoering IPC-project

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Inleiding

Ingevolge hoofdstuk 4 van de Subsidieregeling innoveren worden subsidies verstrekt voor IPC-projecten.

Met deze wijziging van de Subsidieregeling innoveren en van de Regeling openstelling en subsidieplafonds EZ 2011 worden de volgende wijzigingen doorgevoerd:

  • * het subsidiepercentage voor activiteiten die een IPC-deelnemer uitvoert, wordt verlaagd van 50% naar 40%;

  • * het maximum subsidiebedrag voor activiteiten die een IPC-deelnemer uitvoert, wordt verlaagd van € 30.000 naar € 25.000;

  • * de begrenzing van de periode van drie jaar, thans genoemd in artikel 4.2, vierde lid, van de Subsidieregeling innoveren is aangepast.

Daarnaast wordt de datum voor een nieuwe tender voor IPC-projecten vastgesteld door een wijziging van de Regeling openstelling en subsidieplafonds EZ 2011.

2. Wijziging subsidiepercentage en maximumsubsidiebedrag per aanvrager

Het subsidiepercentage is naar beneden toe aangepast, waardoor ondernemers een hogere eigen bijdrage gaan betalen. Een hogere eigen bijdrage past bij de koers van het huidige kabinet. De overheid geeft ondernemers een belangrijke steun in de rug bij het innoveren, maar laat het grootste aandeel in de investering aan de ondernemer zelf.

Gezien de grote belangstelling die er voor de eerste tender was en het feit dat veel penvoerders op dit moment al bezig zijn met de voorbereiding van voorstellen voor nieuwe IPC-projecten wordt ook voor de tweede tender verwacht dat het aantal aanvragen het beschikbare budget ruim overtreft. Door het maximum subsidiebedrag naar beneden toe bij te stellen, komen bij een gelijkblijvend totaal subsidiebudget meer ondernemers in aanmerking voor subsidie.

3. Wijziging artikelen 4.2, 4.22 en 4.23

Het is niet de bedoeling dat een ondernemer/IPC-deelnemer tegelijkertijd twee IPC-projecten uitvoert. Het ene IPC-project moet afgerond zijn voordat een ondernemer met een volgend IPC-project start. Daarom was in artikel 4.2, vierde lid, bepaald dat er niet minder dan drie jaar geleden subsidie verstrekt is alvorens de IPC-deelnemer weer in aanmerking komt voor een subsidie voor een volgend project. Om beter aan te sluiten bij de praktijk van de ondernemer is deze voorwaarde zodanig geformuleerd dat met ingang van de tender, bedoeld in artikel III van deze regeling, de periode van drie jaar wordt berekend tussen de datum waarop het eerste IPC-project is begonnen en de datum waarop het daaropvolgende IPC-project aanvangt. De begindatum van een IPC-project moet door de penvoerder in de subsidieaanvraag worden opgegeven, en wordt in de subsidieverleningsbeschikking opgenomen. Dit uitgangspunt voor de berekening van de periode van drie jaar is opgenomen in artikel 4.22. Daarnaast is met de mogelijkheid rekening gehouden dat er in bijzondere gevallen verlenging van de termijn aangevraagd is. In dat geval wordt de vereiste drie jaar na startdatum verlengd met de periode waarvoor toestemming is gegeven.

De voorwaarde van artikel 4.2, vierde lid, is overgebracht naar artikel 4.23, waarin de weigeringsgronden zijn opgenomen. Tevens is in artikel 4.23 een voorschrift opgenomen, waardoor een termijn is gesteld waarbinnen het IPC-project moet zijn begonnen nadat de aanvraag is ontvangen.

4. Wijzigingen in het aanvraagformulier

Vraag c van het model aanvraagformulier voor IPC-projecten is in overeenstemming gebracht met de tekst van de subsidieregeling.

5. Nieuwe tender/ beschikbaar bedrag/ openstelling

De eerste tender voor IPC-projecten heeft ruim 80 aanvragen opgeleverd. Met het budget van € 15 mln. konden circa 30 aanvragen gehonoreerd worden. De verwachting is dat de belangstelling voor de tweede tender ook groot zal zijn. Het oorspronkelijk beschikbare budget voor deze tweede tender van € 9 mln. is opgehoogd met budget uit 2012 tot een totaalbedrag van € 17.5 mln. om meer aanvragen te kunnen honoreren. Openstellingen van de tender is van 22 november 2011 tot 17 januari 2012.

6. Staatssteun

Bij deze wijzigingsregeling is rekening gehouden met de Europese regels betreffende staatssteun. De begunstigden van de te verstrekken subsidie zijn de MKB-ondernemers, die deelnemen in een IPC-verband. Zij ontvangen door de subsidie een financieel voordeel dat selectief uitwerkt. Er is derhalve sprake van staatssteun aan de IPC-deelnemers, maar hierop is de goedkeuring van de Europese Commissie bij beschikking van 15 december 2008, C (2008)8326 (steunmaatregel nr. N312/2008-Nederland), onderdeel 3.6, steun voor innovatieadvies en innovatie-ondersteuning, van toepassing. De verlaging van het maximum subsidiebedrag en van het subsidiepercentage brengt hier geen verandering in.

7. Gevolgen voor ondernemingen

De administratieve lasten nemen toe tot 1,2%. Dit komt doordat ondernemers een lager maximaal subsidiebedrag krijgen, maar hiervoor dezelfde inspanning moeten blijven leveren. De totale administratieve lasten komen voor deze IPC-tender uit op € 209.640.

8. Publicatie en inwerkingtreding (vaste verandermomenten)

Deze wijzigingsregeling wordt in de Staatscourant geplaatst minder dan 2 maanden voor de datum van inwerkingtreding van 22 november 2011, waarmee wordt afgeweken van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten. De reden hiervoor is dat dit in het belang is van de betrokken bedrijven. Bij publicatie van de eerste tender is aangekondigd dat er in het najaar van 2011 een tweede tender volgt. Een groot aantal penvoerders en ondernemers heeft daar rekening mee gehouden en heeft er op geanticipeerd.

II. Artikelen

Artikel I, onderdeel B

Zoals in paragraaf 3 van het algemeen gedeelte wordt toegelicht, wordt de inhoud van het vierde lid van artikel 4.2 niet alleen gewijzigd, maar ook verplaatst naar artikel 4.23, onderdeel c. Het voormalige vijfde lid wordt vernummerd tot vierde lid.

Artikel I, onderdeel D

Artikel 4.22 is zodanig aangepast dat de termijn van twee jaar waarbinnen het project moet zijn afgerond, begint te lopen vanaf de startdatum die de penvoerder voor het IPC-project in de subsidieaanvraag heeft opgegeven.

Artikel I, onderdeel E

In paragraaf 3 van het algemeen gedeelte van deze toelichting is het nieuwe onderdeel c van artikel 4.23 reeds toegelicht. Het is daarnaast gewenst dat IPC-projecten spoedig na de subsidieverlening van start gaan. Daarom is de voorwaarde gesteld dat een nieuw project niet alleen ten minste 3 jaar start nadat het eerdere project is gestart, maar dat de startdatum van het nieuwe project tevens binnen de periode van 6 maanden na de aanvraag van de subsidie voor het nieuwe IPC-project ligt.

Artikel II

Bijlage 4.2, het model aanvraagformulier voor IPC-projecten, wordt opnieuw vastgesteld.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M.J.M. Verhagen.

Naar boven