De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
Gelet op richtlijn 2009/43 van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 betreffende de vereenvoudiging van de voorwaarden
voor de overdracht van defensiegerelateerde producten binnen de Gemeenschap (PbEU L 146) en de artikelen 20, eerste lid, 25,
tweede lid, en 26, tweede lid, van het Besluit strategische goederen;
Besluit:
TOELICHTING
I. ALGEMEEN
1. Inleiding
Deze regeling stelt een algemene overdrachtsvergunning zoals bedoeld in artikel 20 van het Besluit strategische goederen (verder:
Bsg) vast. De algemene overdrachtsvergunning kan onder de in deze regeling opgenomen voorwaarden en voorschriften worden gebruikt
voor overdrachten aan ontvangers die deel uitmaken van de strijdkrachten van andere lidstaten.
2. Administratieve lasten en vaste verandermomenten
Deze regeling is een uitwerking van het Besluit strategische goederen. De aan de registratie en melding voorafgaand aan het
eerste gebruik verbonden administratieve lasten zijn per bedrijf ongeveer € 7. Naar schatting zullen 100 registraties voor
deze of één van de drie andere regelingen met algemene overdrachtsvergunningen worden gedaan. Dit brengt het totaal op € 700.
Deze registratie en melding voor de verschillende regelingen kan gelijktijdig op het zelfde formulier worden gedaan. Uitgaande
van een evenredige verdeling van de registraties kan ongeveer € 175 van de registratie- en meldkosten worden toegerekend aan
de huidige regeling. Er zijn geen effecten op de nalevingskosten doordat in de regeling vergelijkbare voorwaarden en voorschriften
als in individuele of globale overdrachtsvergunningen zijn opgenomen.
De inwerkingtredingsbepaling wijkt af van het in het Kabinetsstandpunt inzake Vaste Verandermomenten neergelegde uitgangspunt.
Dit is gerechtvaardigd, nu het gaat om implementatie van Europese regelgeving (uitzonderingsgrond 4). De inwerkingtreding
van de bepalingen inzake het gebruik van uitvoer- en overdrachtsvergunningen vindt plaats conform de in de richtlijn vastgestelde
inwerkingtredingsdatum, te weten per 30 juni 2012.
II. Artikelen
Artikel 3
In dit artikel worden de goederen en technologie zoals opgenomen in de EU Gemeenschappelijke militaire lijst genoemd die binnen
de reikwijdte van deze algemene overdrachtsvergunning vallen. Voor de overdracht van militaire goederen en technologie die
niet genoemd wordt in dit artikel dient een individuele of globale overdrachtsvergunning te worden aangevraagd.
Artikel 4
De algemene overdrachtsvergunning kan gebruikt worden voor overdrachten aan de strijdkrachten van de lidstaten. De lidstaten,
bedoeld in deze regeling zijn zowel de EU-lidstaten als Noorwegen, IJsland en Liechtenstein. De term strijdkrachten omvat
niet alleen onderdelen van het leger, maar alle onderdelen van het defensieapparaat, bijvoorbeeld ook de marine, de luchtmacht
en de marechaussee. De algemene overdrachtsvergunning kan worden gebruikt voor leveringen aan de strijdkrachten of aan een
aanbestedende dienst die de goederen inkoopt voor de strijdkrachten. Deze aanbestedende dienst zal veelal een overheidsinstantie
zijn die inkoopt ten behoeve van het exclusieve gebruik door de strijdkrachten van de lidstaat.
De vergunning ziet niet op leveringen aan de strijdkrachten van lidstaten die zich in derde landen bevinden. In het geval
levering van een militair goed aan een legeronderdeel van een lidstaat dat zich in een derde land bevindt, plaatsvindt, bijvoorbeeld
in het kader van een vredesmissie, dient een uitvoervergunning te worden aangevraagd.
In artikel 5, onder b, van de Uitvoeringsregeling strategische goederen is een vrijstelling van de vergunningplicht opgenomen
voor de overdracht van militaire goederen in eigendom van de NAVO-strijdkrachten opgenomen indien de goederen tevens bestemd
zijn voor gebruik door NAVO-strijdkrachten. De huidige algemene overdrachtsvergunning vormt een aanvulling op deze vrijstelling
en ziet op de overdrachten aan de strijdkrachten indien de militaire goederen niet in eigendom zijn van NAVO-strijdkrachten.
Hierdoor zijn leveranties door producenten van militaire goederen onder de huidige algemene vergunning meegenomen. Ook kan
de vergunning gebruikt worden voor leveringen aan de lidstaten die geen lid zijn van de NAVO.
Artikel 5
Voorwaarde voor het gebruik van de algemene vergunning is dat de beschikkingsbevoegde een registratienummer heeft. Dit registratienummer
wordt door de inspecteur afgegeven naar aanleiding van een registratieverzoek als bedoeld in artikel 7 van deze regeling.
Artikel 6
In dit artikel worden de voorschriften genoemd die zijn verbonden aan het gebruik van de algemene overdrachtsvergunning. Op
de documenten die de zending begeleiden dient duidelijk zichtbaar vermeld te worden dat het militaire goederen betreft die
voorkomen op de Gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen. Daarnaast dient ten behoeve van de handhaving op de documenten
die een zending vergezellen duidelijk zichtbaar het in onder b genoemde kenmerk genoemd te worden. Uit dit kenmerk blijkt
dat gebruik wordt gemaakt van deze algemene overdrachtsvergunning, wie er gebruik van maakt en de lidstaat van bestemming.
Naast de genoemde voorwaarden en voorschriften dient vanzelfsprekend andere relevante regelgeving in acht te worden genomen.
Ook (departementale) vertrouwelijkheid van de goederen kan de overdracht van de goederen in de weg staan. De inspecteur ziet
niet toe op de naleving van deze bepalingen. In het geval van overtreding van de voorwaarden of voorschriften van de algemene
overdrachtsvergunning is de Wet op de economische delicten (Wed) van toepassing. Indien niet wordt voldaan aan de voorwaarden
worden de militaire goederen geacht te zijn uitgevoerd zonder overdrachtsvergunning.
Artikel 7
In dit artikel worden nadere regels gesteld over het verzoek tot registratie en de melding vooraf aan het eerste gebruik van
een algemene overdrachtsvergunning. Een verzoek tot registratie wordt bij de inspecteur ingediend. De vereiste formulieren
zijn beschikbaar bij de Centrale Dienst voor In- en Uitvoer. Wanneer voldaan is aan de voorwaarden genoemd in het tweede lid,
zal de inspecteur een registratienummer verstrekken. Dit zal veelal automatisch gebeuren aangezien de registratievoorwaarden
van administratieve aard zijn. De registratiegegevens worden verzameld in een register waardoor in kaart wordt gebracht welke
beschikkingsbevoegden gebruik kunnen maken van de algemene uitvoer- of overdrachtsvergunningen. Deze informatie wordt gedeeld
met de Belastingdienst/Douane/team POSS die onder meer toezicht houdt op de naleving van de exportcontroleregelgeving voor
militaire goederen.
Artikel 8
In dit artikel worden nadere regels gesteld met betrekking tot de rapportageverplichting als bedoeld in artikel 25 van het
Bsg. De rapportage moet de gegevens genoemd in het tweede lid bevatten. Dit betreft enkele details over het gebruik van de
algemene overdrachtsvergunning. Hierbij dient onder meer de ontvanger genoemd te worden en daarnaast, indien bekend en afwijkend
van de ontvanger, ook de eindgebruiker. Een voorbeeld hiervan is dat de goederen worden geleverd aan een aanbestedende dienst
op het gebied van defensie (ontvanger), waarna de goederen door de marine zullen worden gebruikt (eindgebruiker). De termijn
waarover gerapporteerd dient te worden is vastgesteld op zes maanden. Dit houdt verband met de controle op het gebruik van
de algemene overdrachtsvergunning en de rapportage van gegevens over militaire overdrachten die in verband met de transparantie
worden gepubliceerd. Rapportage dient binnen twee maanden na afloop van een half jaar plaats te vinden bij de inspecteur.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
H. Bleker.