Instelling bijzondere luchtverkeersgebieden Purple Windmill 2011-5, tevens vrijstelling minimum vlieghoogte

31 oktober 2011

Nr. MLA/240/2011

De Minister van Defensie,

Gelezen het verzoek van het Korps commandotroepen van 30 augustus 2011;

Gelet op artikel 8 van het Luchtverkeersreglement en de artikelen 6 en 9, tweede lid, van de Regeling VFR-nachtvluchten en minimum vlieghoogten voor militaire luchtvaartuigen;

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Ten behoeve van de oefening Purple Windmill 2011-5 worden als oefengebieden de volgende bijzondere luchtverkeersgebieden (BVG’s) aangewezen:

    • a. een gebied begrensd door de volgende coördinaten en hoogten: BVG Leeuwarden, van 53°22'32"N 005°17'56"E in een rechte lijn naar 53°08'00"N 005°30'00"E, in een rechte lijn naar 53°19'03"N 005°56'57"E, in een rechte lijn naar 53°26’23"N 005°48'46"E, in een rechte lijn naar 53°23'38"N 005°39'00"E, in een rechte lijn naar 53°26'40"N 005°35'48"E en in een rechte lijn terug naar 53°22'32"N 005°17'56"E, van grondniveau tot FL 190, met uitzondering van de CTR Leeuwarden (zie figuur 1);

    • b. een gebied begrensd door de volgende coördinaten en hoogten: BVG Link, van 53°26'23"N 005°48'46"E in een rechte lijn naar 53°19'03"N 005°56'57"E, in een rechte lijn naar 53°16'44"N 006°11'11"E, in een rechte lijn naar 53°25'53"N 006°00'31"E en in een rechte lijn terug naar 53°26'23"N 005°48'46"E, van 3000 voet AMSL tot FL 190 (zie figuur 1);

    • c. een gebied begrensd door de volgende coördinaten en hoogten: BVG Marne A, van 53°25'33"N 006°31'18"E in een rechte lijn naar 53°38'03"N 006°16'32"E, in een rechte lijn naar 53°35'15"N 006°01'15"E, in een rechte lijn naar 53°25'53"N 006°00'31"E, in een rechte lijn naar 53°16'44"N 006°11'11"E en in een rechte lijn terug naar 53°25'33"N 006°31'18"E, van grondniveau tot FL 190, met uitzondering van de HPZ Ameland (zie figuren 1);

    • d. een gebied begrensd door de volgende coördinaten en hoogten: BVG Marne B, van 53°16'44"N 006°11'11"E in een rechte lijn naar 53°25'33"N 006°31'18"E, in een rechte lijn naar 53°23'28"N 006°33'51"E, in een rechte lijn naar 53°14'17"N 006°13'25"E en in een rechte lijn terug naar 53°16'44"N 006°11'11"E, van grondniveau tot FL 65 (zie figuur 1);

    • e. een gebied begrensd door de volgende coördinaten en hoogten: BVG Marnehuizen, een cirkelvormig gebied met als middelpunt coördinaat 53°23'30.60"N 006°15'28.05"E en een straal van 1,7 nautische mijl, van grondniveau tot 600 voet AMSL (zie figuur 2);

    • f. een gebied begrensd door de volgende coördinaten en hoogten: BVG Oldebroek, van 52°24'50"N 005°48'00"E in een rechte lijn naar 52°29'00"N 005°56'50"E, in een rechte lijn naar 52°24'50"N 006°03'00"E, in een rechte lijn naar 52°20'00"N 005°51'00"E en in een rechte lijn terug naar 52°24'50"N 005°48'00"E, van grondniveau tot FL 65 (zie figuur 3).

      Figuur 1: BVG’s Leeuwarden, Link, Marne A en Marne B

      Figuur 1: BVG’s Leeuwarden, Link, Marne A en Marne B

      Figuur 2: BVG Marnehuizen

      Figuur 2: BVG Marnehuizen

      Figuur 3: BVG Oldebroek

      Figuur 3: BVG Oldebroek

  • 2. De BVG’s Leeuwarden, Link, Marne A, Marne B en Oldebroek, genoemd in het eerste lid, onderdelen a tot en met d en f, worden ingesteld op de hieronder genoemde data en tijdstippen:

    Week 45

    maandag 7 november 2011 van 9:00 uur lokale tijd tot 23:00 uur lokale tijd;

    dinsdag 8 november 2011 van 9:00 uur lokale tijd tot 23:00 uur lokale tijd;

    woensdag 9 november 2011 van 9:00 uur lokale tijd tot 23:00 uur lokale tijd;

    donderdag 10 november 2011 van 9:00 uur lokale tijd tot 23:00 uur lokale tijd;

    vrijdag 11 november 2011 van 9:00 uur lokale tijd tot 16:00 uur lokale tijd.

  • 3. Het BVG Marnehuizen, genoemd in het eerste lid, onderdeel e, wordt ingesteld van maandag 7 november 2011 8:00 uur lokale tijd tot en met vrijdag 11 november 2011 16:00 uur lokale tijd.

Artikel 2

  • 1. Voor het gebruik van de oefengebieden, genoemd in artikel 1, eerste lid, gelden de volgende regels:

    • a. het uitvoeren van andere dan bij de oefening betrokken vluchten in de in artikel 1, eerste lid, genoemde bijzondere luchtverkeersgebieden is niet toegestaan, met uitzondering van gecoördineerde vluchten door luchtvaartuigen die vooraf toestemming hebben verkregen van AOCS NM LVL;

    • b. aan de oefening deelnemende gezagvoerders en gezagvoerders van vluchten als genoemd in onderdeel a, dienen radiocontact te hebben met AOCS NM LVL voor het binnenvliegen van de in artikel 1, eerste lid, genoemde bijzondere luchtverkeersgebieden en dienen te voldoen aan de voorwaarden, gesteld door de genoemde LVL-instantie;

    • c. tijdens het vliegen binnen de in artikel 1, eerste lid, genoemde bijzondere luchtverkeersgebieden dienen de deelnemende gezagvoerders gebruik te maken van een SSR-transponder met mode S of modes A en C;

    • d. voor jachtvliegtuigen geldt in de BVG’s Leeuwarden, Marne A, Marne B en Oldebroek met inachtneming van de onderdelen e en f een minimum vlieghoogte van 1000 voet boven grond of water;

    • e. voor de delen van de BVG’s Leeuwarden en Marne A die zijn gelegen boven de Waddenzee, geldt een minimale vlieghoogte van 1500 voet boven grond of water;

    • f. de vrijstelling van de minimum vlieghoogte geldt alleen voor die delen van de vlucht die voor het doel van de vlucht noodzakelijk zijnwaarbij aaneengesloten bebouwing, ziekenhuizen, sanatoria en dergelijke dienen te worden vermeden;

    • g. voor het BVG Marne A en het BVG Marne B geldt dat de actuele activering (ten minste 5 minuten voor het daadwerkelijk gebruik van het BVG) en de-activering worden doorgegeven door de Supervisor AOCS NM LVL aan de Supervisor Amsterdam ACC en Eelde ATC; tot het moment van activering zijn de in de Letter of Agreement tussen Amsterdam ACC en het AOCS NM (deel D onder 3.1.) vastgelegde regelingen ten aanzien van de separatie van luchtverkeer onder controle van Amsterdam ACC in de CTA EAST van kracht.

  • 2. Bij activering van het BVG Marnehuizen voor het gebruik van het Raven UA-systeem gelden de volgende aanvullende regels:

    • a. het gelijktijdig opereren van het Raven UA-systeem en andere luchtvaartuigen in het BVG Marnehuizen is verboden;

    • b. gedurende de uitvoering van de vluchten met het Raven UA-systeem dient te allen tijde contact mogelijk te zijn tussen de uitvoerende eenheid en AOCS NM LVL;

    • c. aanvang en beëindiging van de vluchten met het Raven UA-systeem worden gecoördineerd met AOCS NM LVL;

    • d. de vluchten met het Raven UA-systeem blijven binnen de grenzen van het BVG Marnehuizen, waarbij een maximale hoogte wordt aangehouden van 500 voet AMSL.

Artikel 3

Aan gezagvoerders van straalvliegtuigen van bondgenootschappelijke strijdkrachten wordt vrijstelling van de minimum vlieghoogte gegeven voor de oefening Purple Windmill 2011-5 in het kader van operaties met niet-vliegende eenheden binnen de grenzen van de oefengebieden. De in artikel 9, eerste lid, van de Regeling VFR-nachtvluchten en minimum vlieghoogten voor militaire luchtvaartuigen genoemde voorwaarden alsmede de in deze beschikking genoemde voorwaarden worden daarbij in acht genomen. Hierbij geldt dat de meest restrictieve voorwaarden voorrang hebben.

Artikel 4

Handelen in strijd met artikel 2, onderdeel a, van deze beschikking is een strafbaar feit.

Artikel 5

Deze beschikking treedt in werking met ingang van 7 november 2011 en vervalt op 12 november 2011.

Deze beschikking zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en zal tevens bekend worden gemaakt door middel van een NOTAM.

De Minister van Defensie,

voor deze:

De Directeur Militaire Luchtvaart Autoriteit,

C.J. Lorraine,

Commodore.

Tegen deze beschikking kunnen belanghebbenden op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) binnen 6 weken na de dag waarop deze beschikking is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan de Minister van Defensie, ter attentie van de Commissie advisering bezwaarschriften Defensie, Directie Juridische Zaken, Postbus 20701, 2500 ES ’s-Gravenhage. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en moet ten minste bevatten: de naam en het adres van de indiener; de dagtekening; een omschrijving van de beschikking waartegen het bezwaar is gericht; de gronden van het bezwaar. Indien onverwijlde spoed dat vereist, is het mogelijk een voorlopige voorziening te vragen bij de president van de rechtbank die bevoegd is. In dat geval is griffierecht verschuldigd. Voorwaarde is dat een bezwaarschrift is ingediend.

TOELICHTING

Forward Air Controllers begeleiden vanaf een positie op de grond vliegtuigen, zowel helikopters als jachtvliegtuigen, ten behoeve van Close Air Support (CAS). Forward Air Controllers worden in de praktijk opgeleid in het begeleiden van deze vliegtuigen tijdens oefeningen met vliegers van de Koninklijke Luchtmacht en bondgenootschappelijke strijdkrachten. De oefening Purple Windmill 2011-5 voorziet in de training van de Forward Air Controllers. In het kader van de oefening Purple Windmill dienen daarom vluchten te worden uitgevoerd door vliegers van de Koninklijke Luchtmacht of bondgenootschappelijke strijdkrachten.

Conform artikel 8 van het Luchtverkeersreglement kan de minister delen van het vluchtinformatiegebied Amsterdam aanwijzen als bijzondere luchtverkeersgebieden met als doel het beschermen van het luchtverkeer ten opzichte van bepaalde soorten luchtverkeer of van bijzondere luchtverkeersactiviteiten. Omdat het niet wenselijk is dat vluchten ten behoeve van CAS-operaties worden uitgevoerd in gebieden waar ongecontroleerde burgervluchten kunnen plaatsvinden en omdat de oefening een aanpassing vergt van de procedures die van toepassing zijn bij het separeren van civiel en militair luchtverkeer en op de standaardvertrek- en naderingsprocedures van de vliegbasis Leeuwarden zijn in deze beschikking in verband met de veiligheid in de lucht als oefengebied vijf bijzondere luchtverkeersgebieden ingesteld gedurende bekendgemaakte perioden. Daarnaast is nog een apart bijzonder luchtverkeersgebied ingesteld ten behoeve van het oefenen met het Raven UA-systeem.

Onder de BVG’s Marne A en Oldebroek zijn Natura 2000-gebieden gesitueerd. Mede om die reden is in de beschikking de verplichting opgenomen dat binnen die bijzondere luchtverkeersgebieden jachtvliegtuigen een vlieghoogte van minimaal 1000 voet dienen aan te houden. Door het aanhouden van deze hoogte zal geen significante verstoring optreden van de natuurwaarden binnen die gebieden.

Het BVG Marnehuizen is speciaal ingesteld voor het oefenen met het Raven UA-systeem. De maximale vlieghoogte van de Raven RQ 11B is 150 meter (500 voet) boven gemiddeld zeeniveau (AMSL). Het gebied waar wordt gevlogen, heeft een hoogte van 600 voet AMSL. Omdat de minimum vlieghoogte voor jachtvliegtuigen is bepaald op 1000 voet boven grond of water, is er een voldoende grote veiligheidsbuffer zeker gesteld. Het gelijktijdig opereren van het Raven UA-systeem en andere luchtvaartuigen in het BVG Marnehuizen is uitdrukkelijk verboden.

Luchtvaartuigen in gebruik bij de Dienst Luchtvaartpolitie en luchtvaartuigen ten behoeve van HEMS- en SAR-vluchten mogen de BVG’s binnenvliegen na toestemming van AOCS NM LVL.

Naar boven