Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 27 oktober 2011, nr. IenM/BSK-2011/145065, tot wijziging van de Subsidieregeling programmafinanciering lokale luchtkwaliteitsmaatregelen (maxima subsidie luchtkwaliteit vierde tranche)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 15.13, eerste en tweede lid, van de Wet milieubeheer:

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling programmafinanciering lokale luchtkwaliteitsmaatregelen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, onderdeel i, wordt ‘Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer’ vervangen door: Minister van Infrastructuur en Milieu.

B

Artikel 4, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Krachtens het eerste lid gerestitueerde rijksmiddelen, krachtens artikel 14 teruggevorderde rijksmiddelen en rijksmiddelen waarvoor geheel of gedeeltelijk geen aanvraag voor subsidie luchtkwaliteit vierde tranche wordt ingediend conform de verdeling als genoemd in bijlage 2, onder B, worden gedurende de looptijd van het NSL ingezet ten behoeve van de verlening van subsidie aan een provincie, plusregio, openbaar lichaam of gemeente waar een extra bijdrage voor de uitvoering van een of meer lokale luchtkwaliteitsmaatregelen vereist is.

C

Bijlage 2 wordt vervangen door de bijlage als opgenomen in de bijlage bij deze regeling.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 27 oktober 2011

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

J.J. Atsma.

BIJLAGE 2 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 3, VIERDE EN VIJFDE LID, VAN DE SUBSIDIEREGELING PROGRAMMAFINANCIERING LOKALE LUCHTKWALITEITSMAATREGELEN

A. De indicatieve verdeling subsidie luchtkwaliteit per grote stad/provincie uit de vierde tranche luchtkwaliteit

De gehanteerde verdeelsystematiek is de volgende:

Op basis van de omvang (restkilometers overschrijding wegennet plus hoogte overschrijding) van de na de derde tranche resterende knelpunten is een procentuele verdeling gemaakt van de verhouding tussen de vier grote steden wat betreft de omvang van de restproblematiek.

Deze procentuele verhouding is op de beschikbare € 75 miljoen toegepast en bepaalt de voorlopige indicatieve verdeling zoals hieronder opgenomen:

In deze berekening is uitgegaan van de overschrijdingen en weglengtes zonder het effect van Euro 6. Daarnaast is het op- en overslagknelpunt Nieuwe Hemweg (Amsterdam) buiten beschouwing gelaten.

Provincie

Grote Stad

%

Bedrag per provincie x € 1.000.000,–

Noord-Holland

Amsterdam

10

8

Zuid-Holland

Rotterdam

Den Haag

17

31

13

23

Utrecht

Utrecht

42

31

Totaal

 

100

75

B. Maximale subsidie luchtkwaliteit per provincie uit de vierde tranche luchtkwaliteit

Op basis van de omvang van na de derde tranche resterende (dreigende) luchtkwaliteitsknelpunten, blijkend uit de midterm-review en de monitoring NSL 2010, zijn de volgende maximale bedragen voor de subsidie luchtkwaliteit vierde tranche vastgesteld:

Provincie

Maximaal bedrag per provincie × € 1.000.000,–

Limburg

1

Gelderland

2,5

Noord-Brabant

1

Utrecht

32

Noord-Holland

9

Zuid-Holland

43,5

TOELICHTING

De Subsidieregeling programmafinanciering lokale luchtkwaliteitsmaatregelen (hierna: Subsidieregeling) is de basis voor het verlenen van subsidie aan provincies, plusregio’s, openbare lichamen en gemeenten, ten behoeve van het treffen van lokale luchtkwaliteitsmaatregelen. Het Rijk keert geld uit in vier tranches.

De verdeling van de vierde tranche en het totaalbedrag per provincie worden, krachtens artikel 3, vijfde lid van de Subsidieregeling, uiterlijk in 2011 bepaald aan de hand van de resultaten van de midterm-review en opgenomen in bijlage 2 bij de Subsidieregeling. Een voorlopige verdeling van de vierde tranche, op basis van de verwachte omvang van na de derde tranche resterende knelpunten, was reeds opgenomen in bijlage 2 bij de subsidieregeling.

De midterm-review heeft in 2011 plaatsgevonden. Aan de hand van de uitkomsten daarvan is in overleg met betrokken overheden een verdeling per provincie van de maximum bedragen voor de vierde tranche vastgesteld. Bijlage 2 is aangevuld met deze verdeling.

Voorts is in de Subsidieregeling een voorziening getroffen voor het geval provincies niet of niet volledig een beroep doen op de vierde tranche, in aansluiting op hetgeen in artikel 4 van de Subsidieregeling reeds was vastgelegd voor gerestitueerde en teruggevorderde rijksmiddelen bestemd voor subsidie voor lokale luchtkwaliteitsmaatregelen.

Rijksmiddelen bestemd voor de vierde tranche, waarvoor geen aanvraag wordt gedaan, worden gedurende de looptijd van het NSL ingezet ten behoeve van de verlening van subsidie aan een provincie, plusregio, openbaar lichaam of gemeente waar een extra bijdrage voor de uitvoering van een of meer lokale luchtkwaliteitsmaatregelen vereist is.

Deze regeling schept of wijzigt geen verplichtingen voor burgers of bedrijven en heeft dus geen gevolgen voor de administratieve lasten.

Artikel I

Onderdeel A

De in bijlage 2 bij de Subsidieregeling opgenomen verdeling van de vierde tranche betreft maximumbedragen.

In het geval de bedragen niet volledig benut worden, voorziet artikel 4, tweede lid, van de Subsidieregeling erin dat de betreffende middelen gedurende de looptijd van het NSL, tot 1 augustus 2014, ingezet kunnen worden voor verlening van subsidie aan een overheid waar een extra bijdrage voor de uitvoering van een of meer lokale luchtkwaliteitsmaatregelen vereist is.

Onderdeel B

In de midterm-review is in kaart gebracht hoe de besteding van de subsidiemiddelen tot dusverre is gevorderd en welke knelpunten er in 2011 nog zijn. Naar verwachting zijn de verleende NSL-subsidies in de betreffende provincies tot en met de derde tranche volledig nodig om alle maatregelen uit te voeren. Er komen derhalve geen middelen uit de derde tranche beschikbaar voor de vierde tranche.

Uit de monitoring 2010 is gebleken dat de vier grote steden extra dan wel grotere knelpunten hebben dan eerder werd aangenomen.

Een vergelijking tussen de resterende knelpunten die in 2008 de basis vormden voor de indicatieve verdeling van de vierde tranche en de nu aangeleverde knelpunten is evenwel niet goed mogelijk vanwege veranderingen in aard en omvang in knelpunten en verschil in rekeninstrumentarium. Dat heeft ertoe geleid deze veranderingen niet te vertalen in een herschikking van de middelen ten opzichte van de indicatieve verdeling.

Naast de vier grote gemeenten is er een aantal andere gemeenten met resterende knelpunten en enkele gemeenten met dreigende knelpunten. Op basis van de voor deze subsidie gehanteerde verdeelsystematiek van knelpuntkilometers x hoogte van de overschrijding wordt ook daarvoor subsidie beschikbaar gesteld.

In Bijlage 2 bij de Subsidieregeling zijn per provincie de maximumbedragen aangegeven waarvoor subsidieaanvragen ingediend kunnen worden voor de vierde tranche. Die bedragen zijn in overleg met betreffende overheden vastgesteld, op basis van resterende knelpunten blijkend uit de midterm-review en de monitoring 2010.

Artikel II

Met de betreffende overheden is overeengekomen de vierde tranche in 2011 uit te keren. Daarvoor is vereist dat deze regeling op zo kort mogelijke termijn in werking treedt. Hiermee is voldaan aan de uitzonderingsgrond buitensporige publieke kosten van het stelsel van vaste verandermomenten.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

J.J. Atsma.

Naar boven